Apostel Paulus was ook voor een basisinkomen!

Hij die niet werkt, zal niet eten“, zou apostel Paulus gezegd hebben, van christenjager in Damascus tot  fundament van de geestelijke werkelijkheid op aarde[1]. De bekeerling.

In het debat over basisinkomen is Paulus’ principe van werken en eten vaak geciteerd. Het wordt gebruikt als moraal met de knoet, kleinerend voor mensen.
De zin zit diep in het collectieve bewustzijn.
Er was een tijd dat elke hand nodig was voor de productie van levensbehoeften. Wie toen zijn hongerige mond open deed zonder meegewerkt te hebben at anderen het spek van het bord. Of de peterselie. Er heerste tekorten bij de massa. De tafel boog alleen bij landeigenaren door van het eten. Zo is deze zin in de jongste geschiedenis luidkeels gericht aan degenen die zich zouden kunnen gedragen als rijke zakken en zich zo laten verzorgen door anderen zonder zonder iets te doen zelf.

Maar hoe bedoelde Paulus deze zin eigenlijk?
In de vroegchristelijke gemeenschappen die Paulus aanschouwde, was de verwachting dat het koninkrijk der hemelen nabij was. Zo dichtbij dat sommigen zeiden dat het niet meer de moeite waard was om te werken. Logisch, toch? Maar dat was slecht voor de gemeenschappen. Want die konden alleen dan bestaan als iedereen wat inbracht. Paulus, de apostel, zal zich geërgerd hebben aan de oneerlijkheid van hen die,  in vrome afwachting, de arbeid neerlegden. Zij profiteerden meer van diensten van anderen. Als ze zich al zo erg overgaven in het geloof – eigenlijk in een staat van Heilsgekte – dat ze van werken afzagen, want ja, als morgen al het aardse toch overgaat in een staat van gelukzaligheid, dan zouden ze, aldus Paul, zo consequent moeten zijn dat ze ook niet meer zouden moeten eten. Logisch. Want dat is dan ook overbodig. Of was het een impuls voor zelfrealisatie, een hint, eentje met humor: “Hij die niet werkt, zal niet eten“. Hoe serieus is het dat jullie al bezit hebben genomen van de hemelse verwachtingen? Blijf even op aarde, we hebben nog geen basisinkomen! Het zal niet zo zijn dat sommigen het voor zichzelf willen en zich niet over de rest bekommeren. Als je anticipeert op aangenaamheden voor jezelf, zorg dan eerst dat anderen het beter krijgen. Het basisinkomen maakt niemand werkeloos. Integendeel. Je zult niet langer afhankelijk zijn van werkgevers. Zij zullen je niet meer met verdiensten kunnen onderdrukken.

Zo ongegrond als de zin “Hij die niet werkt, zal niet eten” tegenwoordig gebruikt wordt, werd hij nooit eerder. Z0 geestdodend en onrechtvaardig is deze alleen in ons eigen brein terug te vinden. De domheid van deze zin  is onze kracht! Maar de verandering is nabij.
De apostel neemt revanche met de zin, “Hij die niet werkt, zal niet eten“, door te spuwen tegen het kleinburgerlijke en de noodlijdende belichaming van een bouwvallige houding en hun absurditeit aan te tonen – en om het basisinkomen te eisen.

De zin is, als historisch gegroeide decadentie, een poort naar een achterstallig inzicht in een onvoorwaardelijk basisinkomen. Paul, bedankt!
De apostel Paulus: voorstander voor een onvoorwaardelijke basisinkomen.

 

Bron: http://www.grundeinkommen.ch/zu-ostern-apostel-paulus-jetzt-auch-fur-ein-grundeinkommen/

[1] Over Paulus: http://www.bijbelengeloof.com/index.php?option=com_content&view=article&id=125&catid=151&Itemid=91