De Groenen pleiten voor de invoering van een basisinkomen voor alle Nederlanders die in Nederland gevestigd en belastingplichtig zijn. We willen met deze gegarandeerde koopkracht de economie stimuleren. Het economisch principe van het stimuleren van de vraag door het beschikbaar stellen van “goedkoop geld” is al bijna 80 jaar gemeengoed in de economie van de geïndustrialiseerde landen. Dit economische inzicht is nog steeds niet doorgedrongen in ons stelsel van sociale zekerheid. De Groenen willen dat doen. Het basisinkomen van de Nederlandse ingezetenen is de brandstof waarmee zij via hun bestedingen de in Nederland gevestigde bedrijven aan het werk houden en zo de welvaart en de werkgelegenheid in stand.
1. Basisinkomen: de brandstof van de economie
De Groenen pleiten voor een basisinkomen voor alle Nederlanders die in Nederland wonen vanaf 27 jaar. Dit onvoorwaardelijke basisinkomen is ten minste even hoog als de bijstand, d.w.z. in 2010: € 650 netto per maand. WWB, IOW, IOAW, Wajong, IOAZ, WWIK, TW en Algemene heffingskorting worden tegelijk met de invoering van het basisinkomen afgeschaft.
Uitkeringen WW, WAO, WIA en AOW worden verminderd met dit bedrag en krijgen zo het karakter van een aanvulling op het basis-inkomen. Arbeidsinkomens boven het basisinkomenbedrag worden evenzeer verminderd en krijgen dus ook het karakter van een aan-vulling op het basisinkomen. De werkgevers worden wettelijk verplicht om zowel het basisinkomen alsook het aanvullende arbeids-inkomen aan de betreffende werknemers uit te betalen. In alle andere gevallen is de belastingdienst (inclusief restanten van het op te heffen UWV) de instantie die het basisinkomen uitkeert. De toeslagen met name voor huur en kinderopvang die de belastingdienst nu nog uitkeert vervallen of worden aangepast.
Aanvullende uitkeringen WW, WAO en WIA kunnen uitgekeerd worden door (namens) de betreffende CAO-partners die voor eigen rekening ook de hoogte, de duur en de eventuele voorwaarden voor deze aanvullende uitkeringen mogen bepalen (met algemeen verbindendverklaring van de betreffende CAO). Uitvoering AOW blijft vooralsnog bij de SVB.
De kosten voor invoering van het basisinko-men worden voor het overgrote deel gedekt door vrijkomende geldmiddelen dankzij het verdwijnen van genoemde regelingen c.q. het beperken van WW, WAO, WIA en toeslagen. Ca 1 miljoen Nederlanders (ouder dan 27 jaar) ontvangen echter momenteel noch uitkering, noch arbeidsinkomen en zullen dus meerkos-ten genereren als ze wel een basisinkomen ontvangen: € 7,8 miljard. Dan is er nog een onbekend aantal Nederlanders met kleine laagbetaalde deeltijdbanen, die ook enige meerkosten zullen genereren als ze een basisinkomen krijgen, mogelijk € 1,2 miljard. Plus onvoorzien € 1 miljard. Kostentotaal dus € 10 miljard. Hierbij zijn de moeilijk in te schatten macro-economische kosten en baten op nul gesteld, zie hierna.
Van dit kostentotaal kunnen nog worden afgetrokken de aanzienlijke kostenbesparingen – stel € 2 miljard – doordat ten eerste niet alleen de regelgeving maar ook de uitvoering van de sociale zekerheid inclusief reintegratietrajecten vereenvoudigd wordt; ten tweede meer bijverdiensten hoger belast worden; en ten derde de belastingdienst die het basisinkomen uitkeert in veel gevallen (van samenwonen) geen toeslagen (huur-, kinderopvang-) meer behoeft uit te keren.
Macro-economische kosten (a. afnemende economische groei en b. afnemende arbeidsparticipatie) zijn denkbaar maar welbe-schouwd niet waarschijnlijk.
Ad a.
Als invoering basisinkomen minder economische groei zou betekenen is het een troost te bedenken dat het dan tevens minder verslechtering van het leefmilieu betekent (want economische groei en ecologisch bederf gaan hand in hand). Maar afnemende econo-mische groei (tot bijna nul) is zoals gezegd niet waarschijnlijk. Landen met hogere sociale uitgaven blijken geen lagere economische groei te hebben1. Basisinkomen betekent herverdeling van het nationaal inkomen, niet een vermindering van nationaal inkomen. Geld dat van rijkere naar armere burgers overgeheveld wordt zal eerder worden uitgegeven, de economie krijgt een beste-dingsimpuls. Bezien vanuit economische groei zou het basisinkomen in theorie het negatieve gevolg kunnen hebben dat meer uitgaven minder besparingen en minder investeringen kunnen betekenen. Vrees hiervoor is anno 2010 echter misplaatst in een land met een historisch hoge hoeveelheid spaargeld.
Ad b.
Basisinkomen bevordert kleinschalig ondernemerschap doordat een deel van het ondernemersrisico is afgedekt, namelijk het risico dat de ondernemer de kosten van zijn eigen bestaan (basisinkomenbedrag) niet verdient. Of dit zich ook macro-economisch vertaalt in toenemende arbeidsparticipatie is onzeker. Mogelijk gaat er een (gering) negatief effect uit van het noodzakelijke overheidsbeleid om de meerkosten van het basisinkomen te financieren. Dit beleid ter dekking van (10-2=) € 8 miljard betekent: meer belastingheffing of overheidsbezuiniging. Mogelijk valt het negatieve effect van de financiering weg tegen het positieve effect van meer kleinschalig ondernemerschap.
Bijverdienen bovenop basisinkomen is toegestaan en bevordert re-integratie in de betaalde arbeid. Hoge fiscale belasting op bijverdiensten stimuleert mensen om over te gaan op langduriger arbeid bij een reguliere werkgever die basisinkomen en arbeidsinkomen beide uitbetaalt. Bij dit arbeids-inkomen gelden lagere belastingtarieven.
Tegenover de jaarlijks extra kosten van € 8 miljard (bij een totaal van publieke uitgaven op basis van ca € 250 miljard belasting- en premie-inkomsten) staan de volgende baten:
- het armoedevraagstuk wordt, wat Neder-land betreft, grotendeels opgelost
- AOW-beleid wordt acceptabel (AOW 67+ = aanvulling op basisinkomen)
- liberalisering woningmarkt wordt sociaal aanvaardbaar en dus politiek haalbaar
- in Nederland is niemand (>27jaar) nog totaal financieel afhankelijk van een ander
- veel bureaucratie (vooral in sociale zeker-heid) verdwijnt; (woonfraude onbestaanbaar)
- ontspannen arbeidsmarkt (geen sollicitatie-plicht, minder ontslagbescherming insiders)
Mensen zijn niet lui
Een veel gehoord argument tegen het basisinkomen is dat het mensen lui zou maken: als je je geld toch wel krijgt waarom zou je dan werken? Wij beogen juist het omgekeerde te bereiken: verlaging van de kosten van arbeid doet de arbeidsparticipatie stijgen. Het levert iedereen evenveel op als voor hen die nu al in het hoogste tarief vallen: en die werken er toch niet minder om.
Naar belasting van consumptie in plaats van op arbeid
Door de hoge belasting- en premiedruk op arbeid en de relatief lage prijzen van energie en grondstoffen worden bedrijven aange-moedigd tot investeringen in automatisering en tot verplaatsing van arbeid naar lagelonen-landen. De toetreding van een aantal Midden- en Oost-Europese staten tot de Europese Unie heeft die verplaatsing gestimuleerd. Ons fiscale stelsel geeft bedrijven zowel in milieu als in sociaaleconomisch opzicht de verkeerde prikkels: het stimuleert bedrijven energie te gebruiken en remt het aantrekken van werknemers.
Ons fiscale stelsel moet worden aangepast. We willen de belasting verschuiven van een heffing op inkomen uit arbeid naar een heffing op consumptie. We willen de btw verhogen ten einde de “flat tax” op inkomen uit arbeid te verlagen. We differentiëren de btw-tarieven naar de duurzaamheid van de consumptie.
Hypotheekrenteaftrek geleidelijk afschaffen
De Groenen willen de aftrek voor nieuwe hypotheken maximeren tot een hypotheek van €600.000 en dit bedrag jaarlijks met €20.000 verlagen. De overdrachtsbelasting willen we geleidelijk afschaffen. We verwachten dat dit zal leiden tot een matiging van de huizen-prijzen
bron: http://www.degroenen.nl/nieuws/verkiezingen/2012/VerkiezingTweedeKamer_2012_default.html
bron: http://www.degroenen.nl/partij/psr/Partijprogramma%202011%20v2.0.pdf