Het basisinkomen is een onvoorwaardelijk inkomen, betaald vanaf de geboorte dat in combinatie met andere inkomsten genoten kan worden. Een basisinkomen, algemene uitkering of universeel inkomen … al deze termen verwijzen naar een oud idee dat in aangepaste vorm terug kan keren: garandeer iedere burger een inkomen. Utopisch? Stanislas Jourdan, journalist en promotor van het basisinkomen in Frankrijk, bespreekt de geschiedenis van het begrip, de economische fundamenten en het filosofische bewijs en laat zien dat de ideeën over het basisinkomen wereldwijd een heropleving doormaken.
“Geen inkomsten, geen burger,” riep in 1792 de filosoof Thomas Paine [1] van de tribune van de Nationale Vergadering. De Franse Revolutie was uitgebroken, maar Thomas Paine waarschuwde zijn mederevolutionairen: de democratie kan alleen goed werken als de burgers waaruit zij is samengesteld economisch vrij zijn en beschikbaar om haar tot bloei te brengen.
Paine stierf een paar jaar later, onderdrukt door de Terreur, alleen en arm in de Verenigde Staten waar hij zich teruggetrokken had. Maar het idee dat hij heeft achtergelaten, dat van een gegarandeerd inkomen voor iedere burger, heeft het sindsdien ver gebracht en is niet meer te stoppen.
Integendeel, zijn gedachtegoed laveert tussen denkrichtingen en breekt vrolijk door ideologische en geopolitieke grenzen. Keynesianen, liberalen, milieuactivisten, filosofen, psychoanalytici, ondernemers of kunstenaars, het basisinkomen telt beroemde supporters: Martin Luther King, Andre Gorz, Erich Fromm, Werner Gotz in Duitsland of de winnaars van de Nobelprijs voor Economie: Milton Friedman, James Tobin of Paul Samuelson … om er maar een paar te noemen.
Terwijl het merendeel van hen de overtuiging deelt dat het basisinkomen een radicaal middel is om armoede te bestrijden (of zelfs uit te roeien), brengt iedere stroming zijn zienswijze en aanvullende argumenten mee, gevarieerd en steeds weer anders.
Voor milieuactivisten zoals Baptiste Mylondo en tegenstanders van groei zoals Paul Ariès, zou het geven van een inkomen aan ieder individu neerkomen op investeren in mensen, zodat deze zijn werklust kan inzetten voor lokale productie of vrijwilligerswerk … in plaats van voor grote bedrijven.
“Het durven loslaten van de band tussen werk en inkomen zal de vraag naar het sociale nut en de plaats van arbeid in de samenleving en in onze levens doen verflauwen”, zegt Baptiste Mylondo [2]. “Links zou dit debat moeten voeren om tegenwicht te bieden aan agressieve liberalen, aan steeds ‘harder werken’, het liedje waarmee Sarkozy ons aan het hoofd zeurt en meer in het algemeen, tegen het verlies aan betekenis van werk voor veel van onze medeburgers”, dringt hij aan.
Ook de liberalen
Toch zijn ook de liberalen geïnteresseerd in de kwestie. Hoewel de argumenten niet hetzelfde zijn. In plaats van afstand te nemen tot de waarde ‘werk’, ziet rechts in het basisinkomen eerder een goede manier om het stelsel van sociale herverdeling te vereenvoudigen.
Inderdaad kan invoering van een basisinkomen eenvoudig afgehandeld worden door de huidige sociale budgetten over te hevelen, waarbij tegelijkertijd de ingewikkelde manier waarop hulp verleend wordt, drastisch wordt aangepakt zodat de toegankelijkheid van het systeem verbetert en de bureaucratie die nodig is om het te laten functioneren afneemt.
Een argument dat ook bij ondernemers, geïrriteerd over de omslachtige administratie, in goede aarde valt. Zij hebben zich aaneengesloten om zich over de zaak te buigen. Het Centrum van Jonge Leiders bijvoorbeeld, een invloedrijke denktank waaraan 3500 ondernemers deelnemen, had eind 2011 het basisinkomen als eerste van 12 glasheldere voorstellen geformuleerd en deze vastgelegd in het boekje ‘Objectif Oïkos’ (‘Inzet van Oikos’). [3].
Bovendien zou het basisinkomen, omdat het onvoorwaardelijk is, een eenvoudig antwoord op het fenomeen van de armoedeval zijn. Sterker nog, één van de grootste problemen van ons sociaal model is dat bijstandsuitkeringen niet stimuleren om te werken (omdat je die steun verliest als je bijgeval een baan vindt).
Voor een bepaalde categorie van libertariërs tenslotte, die men soms geolibertariërs of links-liberalen noemt, is het basisinkomen verenigbaar met het liberale gedachtegoed door toewijzing van het gemeenschappelijke kapitaal aan de maatschappij. Volgens deze theorie bestaat het gemeenschappelijk kapitaal, net zoals lucht, water en het publieke culturele domein, uit gezamenlijk gecreëerde rijkdommen waarvan de winsten of het gebruik niet rechtmatig door private belangen kan worden toegeëigend.
Daarom is het verdelen van de winst van het gemeenschappelijk kapitaal onder alle mede-eigenaren van die collectieve welvaart, de burgers, de enige manier om een individu niet ernstig te benadelen.
Het einde van het werk?
Voor de wetenschap is het belangrijk om tenminste gedeeltelijk inkomsten en arbeid los te koppelen. Voorstanders van deze benadering, zoals Jeremy Rifkin, anticiperen op een wereld waarin robots menselijke arbeid overbodig maken … in ons aller belang! Maar als er steeds minder werk is, hoe moeten mensen dan in hun levensonderhoud voorzien?
Hier komt natuurlijk het basisinkomen om de hoek kijken. Maar meer dan alleen maar een manier om een verlies te compenseren (van werk), zou het basisinkomen een waarachtige erkenning van andere vormen van waardecreatie zijn, die het moderne kapitalisme niet kent. Dit keer is de stelling van Yann Moulier Boutang, die in ‘De Economie van de bestuiving’, aantoont dat net zoals bij de bijtjes wij allen onbedoeld bijdragen aan overvloed. Tegen Télérama [4] zei hij het zo: “Het basisinkomen is geen geldklopperij uit de zak van mieren die werken om het aan mensen te geven die niets anders doen dan binnenlopen in het mierennest.” Volgens hem is het basisinkomen dus niet een herverdelingssysteem, maar een ‘beloning voor bestuiving’ van elke burger.
Een monetaire benadering
Een nuancering die doet denken aan een andere benadering, die van het geld. Volgens de stelling die Stephane Laborde verdedigt in zijn ‘Théorie relative de la monnaie’ (‘Relatieve theorie van het geld’) [5] is geld eigenlijk een ruilmiddel in een democratie en daarom moet het monopolie van geldcreatie niet worden overgelaten aan banken. Dit vertaalt zich in de praktijk als een betaling aan elke burger van een basisinkomen ‘gefinancierd’ door een regelmatige injectie van nieuw geld door de centrale bank – dus voorbijgaand aan alle belastingaanslagen om het systeem te financieren – zodat iedereen tijdens zijn leven is voorzien van dezelfde hoeveelheid geld.
In de visie van Yann Moulier Boutang is het basisinkomen dus geen herverdeling door liefdadigheid of compensatie, maar een volkomen legitiem recht in naam van de gelijkheid van burgers.
Maar de monetaire invalshoek is niet nieuw. Al in het jaar 1930 had Jacques Duboin [6] een verband gelegd tussen een basisinkomen en het scheppen van geld. In het concept van de ‘économie distributive’ (‘verdelende economie’) die hij ontwikkelt, stelt hij voor om een betaalmiddel in het leven te roepen voor consumptief gebruik dat zijn waarde verliest op het moment dat je een aankoop doet, een beetje zoals het bankkredietsysteem werkt, waarbij het equivalent van het bedrag wordt weggestreept op het moment dat de schuld is terugbetaald.
In Frankrijk werd het idee van een basisinkomen vooral gepropageerd door de econoom Yoland Bresson [7], die in Het basisinkomen of de metamorfose van het sociale leven (Le revenu d’existence ou la métamorphose de l’être social) een theorie heeft uitgewerkt die gebaseerd is op de ‘waarde tijd’ (‘valeur temps’). Zijn conclusies zijn vergelijkbaar met die van Laborde. Dat was in het jaar 1970. Sindsdien heeft Bresson het AIRE (Association pour l’Instauration d’un Revenu d’Existence / Vereniging voor de Invoering van een Basisinkomen) [8] opgericht en vervolgens in 1987 het internationale netwerk BIEN (Basic Income Earth Network) [9] met de Belg Philippe van Parijs, professor aan de Universiteit van Leuven en ook een beroemde promotor van het idee van een basisinkomen.
BIEN zorgt voornamelijk voor de communicatie tussen de verschillende netwerken van voorstanders van het basisinkomen wereldwijd en organiseert een tweejaarlijks congres.
Politieke impasse
Toch, ondanks zijn grote schare verdedigers en de vele economische en filosofische argumenten die er voor pleiten wordt het idee stilzwijgend en zonder pardon hardnekkig genegeerd in politieke kringen.
Niet dat het gedachtegoed niet bekend is. Het is van tijd tot tijd het voorwerp van toespelingen door sommige politici, zoals Christine Boutin [10], Dominique de Villepin [11], of bij de Groenen bijvoorbeeld Yves Cochet en meer recent ook Christophe Girard [12] van de Socialistische Partij.
In de jaren ‘90 hadden bewegingen van werklozen er een heel belangrijke eis van gemaakt, en het idee was zelfs het onderwerp van een parlementair verslag in de vroege jaren 2000. “Het idee is goed bekend in de politieke wereld”, concludeert Marc de Basquiat [13], doctor in de economie en auteur van een proefschrift over de financiering van het basisinkomen [14] in Frankrijk.
Het idee blijft zorgvuldig bewaard in de categorie ‘mooie vergezichten’ dat eens het groene licht zal krijgen … maar later, als ‘de maatschappij er klaar voor is’, of als wij ‘rijk genoeg’ zullen zijn om het te financieren.
Maar zelfs wanneer de financiering tot in detail en ondersteund door cijfers gepresenteerd wordt, houden politici zich Oost-Indisch doof. “Het is de utopie van de utopieën”, beweerde Laurent Fabius op een conferentie van het Centrum voor Jonge Leiders (Centre des Jeunes Dirigeants) waar het idee werd besproken door Marc de Basquiat voor de presidentskandidaten van 2012. Het secure werk van de laatste bewijst desondanks dat financiering van een basisinkomen van 400 euro per volwassene mogelijk is zonder meer belasting te heffen of aan de ouderdomspensioenen of werkloosheidsuitkeringen te tornen. Een voorstel dat sommigen zullen beschouwen als uiterst laag, maar dat ook aantoont dat je kunt uitkomen op financiering van een hoger basisinkomen, zoals voorgesteld door Baptiste Mylondo (750 €).
Waarom zo veel weerstand zelfs ondanks rationele en doorgerekende argumenten? “Het idee lijkt te aantrekkelijk,” antwoorden sommigen. “Als het genoeg was om geld te geven aan mensen om alle problemen op te lossen, zouden we dat al lang geleden gedaan hebben!” antwoorden anderen. Kortom, de blokkade is in wezen niet zozeer politiek als wel … maatschappelijk.
De radicaliteit van het basisinkomen
In feite zijn de diepingrijpende gevolgen van het basisinkomen niet puur economisch. Het is algemeen bekend onder economen dat de economie grotendeels draait op de non-profit sector. Verenigingen, stichtingen, vrijwilligerswerk en de aan het oog onttrokken arbeid (taken om niet, uitgevoerd bijvoorbeeld thuis) – die alle monetaire logica tarten – zijn evenzogoed middelen om welvaart te creëren. “Als dat allemaal stilvalt, zou de rest van de economie een paar dagen later ook inzakken”, zegt Jean-Marie Harribey [15] van Attac [16] stellig (hoewel hij gekant is tegen een basisinkomen).
Bovendien is het basisinkomen niet echt nieuw in het Keynesiaanse tijdperk en de interventiepolitiek van de overheid die probeert de tekortkomingen van de markt te compenseren.
“In feite bestaat het basisinkomen al!” benadrukt Stéphane Laborde op zijn blog [17], “Het is gewoon onzichtbaar.” Omdat het ondoorzichtig en ongelijk verdeeld is door middel van diverse en uiteenlopende uitkeringen, subsidies, belastingkredieten en andere onderdelen van het gebouw van ons ‘sociaal model’.
Het probleem is niet economisch, maar eerder intellectueel: er is een groot verschil tussen geld ronddelen onder kiezers die luidkeels schreeuwen en iedereen een inkomen geven zonder voorwaarden of tegenprestatie. Immers toegeven dat je buurman net zo goed een beloning verdient als jijzelf voor zijn bijdrage aan de samenleving vraagt een zekere bescheidenheid, of op zijn minst “acceptatie van onze onderlinge afhankelijkheid”, zegt journaliste Mona Chollet in een uitstekend artikel [18] verschenen in 2011:
“Een basisinkomen betekent erkenning van de diepe onderlinge verbondenheid tussen de leden van een samenleving en de banden die deze ontwikkeling bepalen. Het is zelfs één van de meest opvallende kenmerken: het spoort aan je ervan bewust te zijn dat je altijd voor anderen werkt, zelfs als je de illusie hebt dat je voor jezelf werkt omdat je er een salaris voor krijgt.”
Dit is al een programma …
Vandaag revolutionair
Moeten we wachten tot de meerderheid bereid is deze inspanning tot zelfonderzoek te doen, totdat uiteindelijk de noodzaak voor een onvoorwaardelijk basisinkomen onvermijdelijk is? Het is waar dat de weg die nog afgelegd moet worden voor we er zijn lang lijkt, maar de signalen die erop wijzen dat het uur van het basisinkomen is aangebroken, vermenigvuldigen zich.
In Duitsland is het debat al een paar jaar stevig geworteld in bepaalde politieke partijen en in de bredere context van het politieke debat, vooral dankzij een goed georganiseerd netwerk van voorstanders en individuele initiatieven zoals de petitie die Susanne Wiest, een gewone Duitse burgeres, heeft aangeboden aan de Bondsdag, waarbij zij veel aandacht heeft getrokken en de steun kreeg van meer dan 50.000 Duitse burgers, of de film “Het basisinkomen, een culturele impuls”, [19] geproduceerd door de Duitser Enno Schmidt en de Duitstalige Zwitser Daniel Hani waarvan de Franse versie meer dan 150.000 keer werd bekeken.
Waar deze film verspreid wordt, vindt hij gelijkgezinden. Op blogs, forums, of op Facebook ontstaan eindeloze discussies. Het idee heeft zowel bezit genomen van de militante achterban van politieke partijen ter linkerzijde (Europe-Écologie en in het bijzonder het Front de gauche) als ter rechterzijde (binnen de Debout la République bijvoorbeeld).
Utopia in 3D
Het utopische basisinkomen bestaat trouwens al [20] in de vorm van lokale experimenten. In Namibië bijvoorbeeld ontvangen sinds 2008 de bewoners van het dorp Otjivero 100 Namibische dollars per maand, betaald door een samenwerkingsverband dat zich inzet voor de invoering van een basisinkomen in het land. Het experiment wil de regering laten zien dat het instrument werkt. En dat doet het: de werkloosheid daalt, meer kinderen gaan naar school, ambachtslieden ontplooien zich en ook de gezondheid van de dorpelingen verbetert.
Ook andere ervaringen die al in de zeventiger jaren in Noord-Amerika hebben plaatsgevonden laten gunstige effecten zien en hebben de angst voor het remmende effect op de werkgelegenheid weggenomen. In de stad Dauphin in Canada, waar een systeem met een onvoorwaardelijk inkomen meer dan vier jaar werd getest [21], daalde het aantal gewerkte uren met slechts 1%. Maar vooral andere onverwachte effecten kwamen naar voren: jongeren gingen meer studeren in plaats van werken, ziekenhuisopnames verminderden en de criminaliteit nam af.
In Alaska [22] bestaat ook een vorm van basisinkomen. Sinds 1981 ontvangen bewoners van Alaska een ‘burgerdividend’ afkomstig uit de oliemeevaller van Alaska. Het bedrag van het dividend, dat jaarlijks wordt uitgekeerd, was 1174 dollar per persoon in 2011, een paar maanden salaris. Karl Wilderquist, een Amerikaanse econoom en lid van BIEN vraagt zich af: “Is het toeval dat Alaska de enige Amerikaanse staat is waar de ongelijkheden zijn geslonken?”
Wanneer komt er een experiment in Frankrijk? Het collectief POURS [23] (Pour un Revenu Social/Voor een Basisinkomen) werkt voor iets meer dan een jaar met plaatselijke gemeenschappen die proberen een project op te zetten. Tot nu toe helaas zonder succes.
Maar een ander soort ervaring zou vanuit Frankrijk het licht kunnen zien. Een groep ICT’ers die de lijn van Stéphane Laborde volgen, willen een parallelle valuta, de zogeheten ‘OpenUDC’ [http://www.openudc.org/] introduceren.
Naar het voorbeeld van de SEL’s, of beter gezegd van Bitcoin [24], is het doel om iedereen die dat wil uit te dagen dit geld zonder bank, dat gemaakt wordt met behulp van P2P open-source software, te gebruiken en een experiment op natuurlijke grootte op te zetten binnen de kring van een leefgemeenschap.
Maar anders dan Bitcoin, zouden bij OpenUDC de valuta-eenheden gemodelleerd worden op basis van de regels van de Relatieve Theorie van het Geld, dat wil zeggen, door de uitgifte van een basisinkomen waarvan de hoogte afhangt van het aantal deelnemers.
Waarom zou je in het succes van dit project geloven? Omdat er niets te verliezen is door je erbij aan te sluiten: je wordt ervoor betaald … En je hoeft niet te wachten totdat de politici het begrijpen!
Het basisinkomen, morgen realiteit?
“Je bent geneigd de vraag met ‘ja’ te beantwoorden omdat het ‘juist’ is, een kwestie van politieke wil”, zegt Laurent, een aanhanger van het basisinkomen in Frankrijk, voor hij afzwakt: “afstand doen van de verplichte horigheid die arme mensen opsluit in categorieën, zal waarschijnlijk niet zo snel gebeuren als gewenst.”
De psychische belemmeringen evenals de politieke oppositie zijn moeilijk te verslaan. Maar de crisis zou dingen kunnen versnellen, want het is duidelijk dat veel mensen in de klem zitten … evenals de leiders.
Met een werkloosheid die maand na maand nieuwe records bereikt in Europa, neemt de onzekerheid toe en naarmate de opbrengst van de productiviteit alsmaar afbreuk doet aan de dromen van een terugkeer naar volledige werkgelegenheid en de malaise in Frankrijk ten opzichte van kwetsbaarheden in het sociale model meer en meer onhoudbaar wordt, zou het basisinkomen zeker één van de weinige maatregelen zijn om deze crisis ‘met opgeheven hoofd’ af te wenden.
Zullen onze besluitvormers het noodzakelijke, heldere inzicht hebben om de roep, geïnspireerd door het basisinkomen, te beantwoorden?
Op het eerste gezicht is het moeilijk te begrijpen waarom ze het idee zouden omarmen zolang er geen krachtige vraag naar is onder de kiezers, zelfs als miljoenen mensen de straat opgaan om het af te dwingen.
Maar Frederick, die het basisinkomen onderschrijft, is meer fatalistisch: “Het enige belang dat ik voor hen zie, is het kalmeren van de woede van miljoenen in onzekerheid levende werklozen, om een opstand te voorkomen beraamd en georganiseerd tegen die instellingen die ze ook hebben voortgebracht.”
Al met al een mager motief … hoewel misschien ruimschoots voldoende!
Stanislas Jourdan is journalist en activist voor een onvoorwaardelijk basisinkomen in Frankrijk en initiator van de website http://revenudebase.info/
Auteur: Stanislas Jourdan, 15 september 2012
Oorspronkelijke titel: Le revenu de base, utopie d’hier, révolution d’aujourd’hui, réalité de demain?
Vertaling: Florie Barnhoorn
Bron: http://revenudebase.info/2012/
Dit artikel van Stanislas Jourdan is oorspronkelijk gepubliceerd op 7 september 2012 door Report Out Loud http://reportoutloud.org/fr/le-revenu-de-base-utopie-dhier-revolution-daujourdhui-realite-de-demain/ en met toestemming aangepast.
Noten
- [1] http://fr.wikipedia.org/wiki/Thomas_Paine
- [2] www.degrowth.net/Baptiste-Mylondo
- [3] http://www.calameo.com/read/000947174318c527fe7e6
- [4] http://www.telerama.fr/idees/yann-moulier-boutang-taxons-toutes-les-transactions-financieres,72654.php
- [5] http://www.creationmonetaire.info/2011/06/theorie-relative-de-la-monnaie-20.html
- [6] http://fr.wikipedia.org/wiki/Jacques_Duboin
- [7] http://fr.wikipedia.org/wiki/Yoland_Bresson
- [8] http://www.revenudexistence.org/
- [9] http://basicincome.org/bien/
- [10] http://www.assemblee-nationale.fr/12/propositions/pion3378.asp
- [11] http://www.lepoint.fr/economie/850-euros-par-mois-sans-travailler-la-revolution-de-dominique-de-villepin-15-04-2011-1319846_28.php
- [12] http://revenudebase.info/2012/09/ps-christophe-girard-revenu-de-base/
- [13] http://revenudebase.info/2012/09/interview-marc-basquiat-revenu-de-base/
- [14] http://www.allocationuniverselle.com/
- [15] http://harribey.u-bordeaux4.fr/
- [16] http://www.france.attac.org/
- [17] http://www.creationmonetaire.info/
- [18] http://owni.fr/2011/03/17/revenu-minimum-garanti/
- [19] http://www.youtube.com/watch?v=-cwdVDcm-Z0
- [20] http://www.bastamag.net/article2056.html
- [21] http://www.dominionpaper.ca/articles/4100
- [22] http://fr.wikipedia.org/wiki/Alaska_Permanent_Fund
- [23] http://pourunrevenusocial.org/
- [24] http://owni.fr/2011/06/15/bitcoin-revolution-monetaire-ponzi/