Bron: Global Basic Income Foundation
Ieder mens heeft recht op leven, op maatschappelijke zekerheid en op een levensstandaard die hoog genoeg is voor zijn of haar gezondheid en welzijn. Deze mensenrechten worden door de lidstaten van de Verenigde Naties erkend in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (artikelen 3, 22 en 25.1).Ondanks al onze rijkdom, wetenschap en techniek leven 1 miljard mensen in de wereld in extreme armoede. Hun inkomen is minder dan één dollar per dag. Meer dan 850 miljoen mensen zijn chronisch ondervoed. Elk jaar sterven miljoenen kinderen onnodig door armoede en ondervoeding.Het recht op leven van ieder mens mag niet afhankelijk zijn van economische voor- en tegenspoed of van liefdadigheid. Daarom pleiten wij voor een onvoorwaardelijk mondiaal basisinkomen voor iedereen, zodat alle mensen voldoende inkomen hebben voor hun basisbehoeften: schoon water, voedsel, kleding, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs.
Wat is een mondiaal basisinkomen?
Een mondiaal basisinkomen is een minimuminkomen dat
onvoorwaardelijk aan alle mensen in de wereld wordt gegeven.
Onvoorwaardelijk: er zijn geen voorwaarden, eisen of verplichtingen waaraan je moet voldoen om het mondiale basisinkomen te krijgen. Iedereen krijgt het, werkenden en niet werkenden, rijk en arm.
Individueel: het is een individueel inkomen en de hoogte is voor iedereen gelijk. Het maakt niet uit of je alleen woont of samenwoont.Basis: het mondiale basisinkomen is een minimuminkomen. Bovenop dit minimum, deze ‘basis’, kunnen mensen een inkomen verdienen door te werken, net als nu. Een volledig basisinkomen is tenminste voldoende voor de basisbehoeften.Kinderen: voor kinderen is het ’t allerbelangrijkst dat zij genoeg hebben voor hun basisbehoeften. Daarom pleiten wij voor een mondiaal basisinkomen vanaf de geboorte. Tot een bepaalde leeftijd zijn de ouders verantwoordelijk voor de besteding van het basisinkomen van hun kinderen.Mondiaal: een mondiaal basisinkomen voor alle mensen in de wereld kan het beste onder de vlag van de Verenigde Naties worden ingevoerd. Dan wordt de VN echt een organisatie van en voor iedereen.
Eén dollar per dag in 2015De VN streven nu in het kader van de Millenniumdoelen voor 2015 naar halvering van het percentage mensen dat van minder dan één dollar per dag moet leven, de extreme armoede grens. Dit betekent dat over tien jaar nog steeds meer dan 900 miljoen* mensen in extreme armoede zullen leven, zelfs als de Millenniumdoelen worden gehaald. (* Thomas W. Pogge – The First UN Millennium Development Goal) Daarom pleiten wij voor een mondiaal basisinkomen van één dollar per dag in 2015, om de meest extreme armoede geheel uit te bannen. Dat zou pas echt een grote stap zijn op weg naar het uiteindelijke doel: ‘de armoede de wereld uit’.Voor meer informatie: de Millenniumdoelen
Waarom een mondiaal basisinkomen?
1. Mededogen kent geen grenzen
Elke dag sterven duizenden kinderen door ondervoeding. Aan deze dagelijkse ramp moet een einde komen. We beschikken over genoeg middelen om armoede en honger te kunnen uitbannen. Dat iedereen, elk kind en elke volwassene, genoeg heeft voor de basisbehoeften moeten we als mensheid tot één van onze allereerste prioriteiten maken.
2. Een sociaal kader voor de globalisering
Door de internationale economische concurrentie wordt het voor individuele landen steeds moeilijker om een goed stelsel van sociale zekerheid in stand te houden of op te bouwen. Landen concurreren met elkaar om de gunst van bedrijven, waardoor een neerwaartse spiraal ontstaat ten koste van mens en natuur. De globalisering moet in goede banen worden geleid door internationale verdragen over milieu én sociale zekerheid. Een mondiaal basisinkomen kan alle mensen in de wereld een basiszekerheid bieden en de hoeksteen vormen van een sociaal kader voor de globale markteconomie.
3. Versterking van mondiaal bewustzijn
Veel problemen zoals klimaatverandering, de grote aantallen vluchtelingen en grensoverschrijdende misdaad en geweld kunnen landen niet alleen oplossen. Ook de internationale gemeenschap lukt het nu niet om gezamenlijk de problemen effectief aan te pakken, vooral omdat de kloof tussen arm en rijk te groot is. Een mondiaal basisinkomen zou deze kloof verkleinen. Het zou een uitdrukking zijn van de solidariteit tussen alle mensen. Ook een klein basisinkomen zou al, elke keer als we het ontvangen, het besef versterken dat we met één mensheid op één aarde wonen.
Waarom een basisinkomen?
Er zijn ook andere internationale regels of vormen van sociale zekerheid mogelijk dan een mondiaal basisinkomen. Er is echter geen ander systeem dat zo direct en onvoorwaardelijk aan alle mensen in de wereld een basiszekerheid kan bieden. Er zijn nog andere redenen waarom een basisinkomen de voorkeur verdient, redenen die ook gelden voor een nationaal basisinkomen. Voor alle duidelijkheid: een aanvullend sociaal zekerheidsstelsel op nationaal niveau zal nodig blijven, ook als een mondiaal basisinkomen wordt ingevoerd. Om te beginnen omdat het mondiale basisinkomen geleidelijk wordt ingevoerd en het lang zal duren voordat het ook in landen met hoge levenskosten voldoende zal zijn om van te leven. Daarnaast omdat een basisinkomen alleen een minimumuitkering is waar bovenop aanvullende uitkeringen voor bijvoorbeeld ziekte en pensioen nodig blijven. Zolang er geen mondiaal basisinkomen is of zolang het mondiale basisinkomen in een land onvoldoende is om van te leven, blijft een basisinkomen op nationaal niveau de beste mogelijkheid voor het vernieuwen en verbeteren van de huidige stelsels van sociale zekerheid. In Nederland en België wordt er al lang nagedacht en gediscussieerd over een basisinkomen. Vaak gaan de discussies alleen over de vraag hoeveel een basisinkomen kost in vergelijking met de huidige sociale zekerheid en of het helpt om de werkloosheid op te lossen. Het gaat bij een basisinkomen, nationaal of mondiaal, echter om veel meer. Als een basisinkomen wordt ingevoerd dan geeft dit niet alleen inkomenszekerheid, ook krijgen mensen veel meer vrijheid en keuzemogelijkheden doordat ze voor hun eerste levensbehoeften niet meer afhankelijk zijn van werk. Dit heeft tot gevolg dat de arbeidsmarkt vrijer wordt, dat inkomensverhoudingen rechtvaardiger worden en dat arbeidsomstandigheden zullen verbeteren. Deeltijdwerk zal gemakkelijker worden, betaald werk zal eerlijker worden verdeeld, overwerk en werkstress zullen verminderen. De arbeidsparticipatie zal toenemen en de werkloosheid verminderen. Een basisinkomen zorgt ervoor dat mensen zelf kunnen kiezen wat voor hen het belangrijkste is: meer uren betaald werken en een hoger inkomen, of meer tijd voor de kinderen, voor opvoeding en zorg, voor vrijwilligerswerk of voor eigen ontplooiing en vrijetijdsbesteding. Bewustere keuzes op het vlak van werk, inkomen en consumptie en een meer ontspannen economie zullen ook een positief effect hebben op natuur en milieu. Klik hier voor een gedetailleerdere opsomming en uitleg van redenen voor invoering van een basisinkomen. Brazilië Een basisinkomen is niet alleen iets voor rijke landen. Brazilië is het eerste land in de wereld dat besloten heeft tot invoering van een basisinkomen. In december 2003 is hiervoor een wet aangenomen door het Braziliaanse parlement en in januari 2004 is deze wet door de president van Brazilië Lula da Silva ondertekend. Het basisinkomen wordt geleidelijk ingevoerd.
Vertrouwen in mensen
Als invoering van een basisinkomen zoveel voordelen heeft, waarom is het er dan niet al lang? Eenzelfde vraag zou je over de parlementaire democratie kunnen stellen, die minder dan een eeuw bestaat. We vinden het nu iets vanzelfsprekend, maar waarom bestaat het dan niet al veel langer? Het antwoord is, dat het heel lang voor veel mensen ondenkbaar was om iedereen kiesrecht te geven. Men was bang dat de meeste mensen niet verstandig genoeg waren om een goede keuze te kunnen maken. Zo ook ontbreekt nu het geloof, dat mensen verantwoordelijk met de vrijheid en keuzemogelijkheden zullen omgaan die ze krijgen door een gegarandeerd basisinkomen.Als we alle ideologie en oppervlakkige voor- en tegenargumenten weglaten, dan zal uiteindelijk blijken dat de keuze voor of tegen een basisinkomen vooral afhangt van het vertrouwen in mensen. Als je gelooft dat mensen van nature erg egoïstisch zijn en tot luiheid geneigd, dan zul je de gevolgen van invoering van een basisinkomen negatief inschatten: niemand zal meer willen werken, de economie zal instorten. Als je echter gelooft, zoals wij, dat bijna iedereen het liefst op een positieve, productieve manier bezig wil zijn, dat mensen hun talenten willen inzetten en hun steentje willen bijdragen aan de samenleving, dan zul je de gevolgen van een basisinkomen positief inschatten. Een basisinkomen geeft mensen de vrijheid en mogelijkheden om het beste uit henzelf te halen.Mensen zijn natuurlijk ook egoïstisch. We willen het zelf goed hebben. Tegelijkertijd willen we toch echter het liefst in een wereld wonen, waar geen mens honger hoeft te lijden? We gunnen toch iedereen de kans op een menswaardig, gelukkig leven? De uitdaging is dan de wereld zo te organiseren, dat de vervulling van onze persoonlijke behoeften niet ten koste gaat van anderen of van de aarde. Nu is dit vaak wel het geval, omdat de huidige economie erg gericht is op concurrentie en allerlei vormen van dwang: we móeten economisch groeien, we móeten steeds efficiënter produceren, we moeten hard werken, we moeten steeds meer produceren en consumeren. We jagen elkaar zo op.Invoering van een mondiaal basisinkomen, dat ieder kind en iedere volwassene vrijwaart van honger en armoede, zou een belangrijke stap zijn in het doorbreken van deze negatieve spiraal.
Mogelijkheden voor financiering
Eén van de meest gestelde vragen als het gaat om een mondiaal basisinkomen is of het niet veel te veel kost. Deze vraag is bij een mondiaal basisinkomen eigenlijk niet zo belangrijk. Veel rijke landen bezuinigen nu op de sociale zekerheid, omdat ze bedrijven en werknemers geen te hoge belastingen in vergelijking met andere landen willen opleggen voor het financieren van de sociale zekerheid. Een mondiaal basisinkomen waaraan alle landen meedoen leidt echter niet tot een verslechtering van de concurrentiepositie van een land, hoeveel het ook kost.Bij een mondiaal basisinkomen gaat het dus alleen om de vraag of alle landen en mensen samen het als een allereerste prioriteit zien, dat alle mensen genoeg hebben voor hun basisbehoeften. Zodra landen het daarover eens zijn, kan een mondiaal basisinkomen op verschillende manieren worden gefinancierd. Drie mogelijkheden zijn:
a. Bijdragen van de lidstaten
De eerste mogelijkheid is, dat alle landen hetzelfde percentage van de totale waarde van hun economische productie in een jaar (BNP) bijdragen aan de financiering van het mondiale basisinkomen. Landen kunnen zelf beslissen hoe zij dit geld bij elkaar brengen, bijvoorbeeld door belastingen of premies. De bijdragen van alle landen komen dan in een internationaal fonds van de VN, waaruit aan iedere wereldburger een basisinkomen wordt gegeven.
b. Mondiale belastingen
Een andere mogelijkheid is dat de VN zelf direct het geld innen dat nodig is voor een mondiaal basisinkomen door het invoeren van mondiale belastingen.
Enkele vaak voorgestelde vormen van internationale belastingen, zijn belastingen op CO2-emissies (het belangrijkste broeikasgas), op kerosine voor vliegtuigen en op valutatransacties. Deze laatste belasting wordt meestal Tobin-tax genoemd naar de Nobelprijswinnaar James Tobin die zo’n belasting heeft voorgesteld.
In 1995 heeft de Commission on Global Governance – een commissie van 28 vooraanstaande wereldleiders – voorgesteld om belastingen in te voeren op het gebruik van ‘global commons’ – de mondiale natuurlijke hulpbronnen. Dat zijn bijvoorbeeld de oceanen en de atmosfeer. De commissie stelde belastingen voor op:
- visserij in de oceanen, mijnbouw op zee, vaarroutes op zeeën, vluchtroutes voor vliegverkeer, gebruik van de ruimte voor bijvoorbeeld satellieten, het gebruik maken van elektromagnetische frequenties (voor televisie, radio, telefonie of internet), en;
- activiteiten die het mondiale milieu vervuilen en schaden, of die milieugevaren buiten nationale grenzen veroorzaken, zoals CO2-emissies, CFK’s (beschadiging ozonlaag), olievervuiling op zee en het dumpen van afval in zee.
c. Aarde Dividend
Het idee voor een Aarde Dividend gaat een stap verder. Bij het aarde dividend worden er niet achteraf belastingen geheven, maar wordt elk jaar vóóraf vastgesteld hoeveel mondiale natuurlijke hulpbronnen er beschikbaar zijn en hoeveel vervuiling de aarde elk jaar kan verdragen. Wetenschappers en politici stellen samen het maximumverbruik vast. Dit gebeurt nu ook al voor onder meer visvangsten en broeikasgassen.Vervolgens krijgt ieder mens een gelijk deel van alle mondiale natuurlijke hulpbronnen door middel van certificaten. Een voorbeeld hiervan zijn de certificaten die de Europese Unie aan bedrijven heeft gegeven en die hen het recht geven om een bepaalde hoeveelheid CO2 te mogen uitstoten. Als bedrijven meer willen uitstoten, moeten ze certificaten van andere bedrijven bijkopen. Bij het Aarde Dividend krijgen niet bedrijven maar alle mensen persoonlijk de certificaten. Bedrijven moeten dan deze certificaten kopen om CO2 te mogen uitstoten of om gebruik te maken van andere mondiale hulpbronnen.Mensen kunnen hun persoonlijke certificaten toevertrouwen aan particuliere bedrijven of overheidsorganisaties, die deze zo goed mogelijk verkopen en de opbrengsten in een fonds stoppen. Als deze bemiddelende organisaties aan iedereen van wie ze de certificaten hebben gekregen maandelijks een dividend uitkeren, dan ontvangen mensen zo via het Aarde Dividend een maandelijks basisinkomen.Eén van de staten van de VS, namelijk Alaska, doet al meer dan 20 jaar iets soortgelijks. Minimaal 25% van de opbrengsten van de verkoop van olie en andere grondstoffen gaat in een fonds – het Alaska Permanent Fund. Dit geld wordt geïnvesteerd, en iedereen die langer dan een jaar in Alaska woont krijgt elk jaar een dividend uit het fonds, ook kinderen. In 2006 was dit $1107 per persoon.