Parlatino keurt Kaderwet Basisinkomen goed voor Latijns Amerika

logo_parlatinoHet Latijns-Amerikaanse parlement [Parlamento Latino Americano], goedkeuring gehecht aan een “Kaderwet Basisinkomen” tijdens zijn vergadering op 30 november 2012 in Panama City. Het Latijns-Amerikaanse parlement is transnationale partij vergelijkbaar met het Europees Parlement. Het wetsontwerp werd gepresenteerd als een model voor alle parlementen van alle 23 landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

 Een zeer positief teken dat met het Onvoorwaardelijke Basisinkomen vooruitgang wordt geboekt in Amerika met de wet  “Ley Marco de La Renta Básica”, “Kaderwet  Basisinkomen” Deze werd goedgekeurd door de algemene vergadering van de Parlatino, het Latijns-Amerikaanse parlement gehouden laatste 30 november 2012, in Panama City.

Het Europese Parlement kan hier een voorbeeld aan nemen om te komen tot eenzelfde kaderwet voor de Europese staten. Teken als burger het Burgerinitiatief om het EP hierover te laten debatteren http://sign.basicincome2013.euNa drie voorbereidende vergaderingen van de Commissie van Economische Zaken van het Parlatino in Aruba, Curaçao en Buenos Aires, met de medewerking van de vertegenwoordigers Rodrigo Cabezas Morales, uit Venezuela, voorzitter van de Commissie, Maria Soledad Vela Cheroni, uit Ecuador, Ricardo Berois, uit Uruguay, senator Eduardo Matarazzo Suplicy , waarin het voorstel werd besproken, werd het uiteindelijk gepresenteerd als een model voor alle parlementen van alle 23 landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

 

De staten die deelnemen aan het Latijns-Amerikaanse parlement leggen het volgende voor:

 Kaderwet Basisinkomen

 Artikel 1. Definitie

Het begrip basisinkomen verwijst naar het recht van iedereen die woonachtig is in de deelnemende staten op een periodieke uitkering van contant geld. Dit mensenrecht is één van de middelen om een rechtvaardige verdeling van de rijkdom te bevorderen, zodat iedereen tenminste in zijn of haar eerste levensbehoeften kan voorzien. Dit recht geldt onverkort en zonder enige voorwaarde voor alle mensen in de samenleving die zich bezighouden met de productie van maatschappelijk nuttige diensten die noodzakelijk zijn voor het menselijk leven.

Het basisinkomen kan door de deelnemende staten geleidelijk ingevoerd worden, te beginnen met de gebieden waar de nood het hoogst is.

Artikel 2. Kenmerken van het basisinkomen

Het mensenrecht op een basisinkomen is fundamenteel, onvervreemdbaar, niet overdraagbaar, onveranderlijk geldig en onaantastbaar. Het garandeert ieder individu, zonder enige discriminatie, het recht op een menswaardig leven door middel van een adequate herverdeling van rijkdommen.

Artikel 3. Doelstelling

“Het doel van het idee van een basisinkomen is om armoede uit te roeien en om de levensomstandigheden van nationale of buitenlandse personen die in de deelnemende staten verblijven op een eerlijke manier te verbeteren.”

Artikel 4. Het doel van het basisinkomen

De volgende doelstellingen moeten worden opgevat als functies van het basisinkomen:

a) De bevolking van de deelnemende staten een fatsoenlijk bestaansniveau garanderen, zodat haar inwoners in staat zijn om hun sociale omstandigheden te verbeteren en hun ontwikkeling zelfstandig vorm te geven.

b) Het inroepen van een beschermingsmechanisme tegen geldgebrek en koopkrachtverlies afhankelijk van de behoeften van elke natie.

c) De bevordering van de sociale ontwikkeling van burgers van beide geslachten en van buitenlanders, die meer dan vijf jaar in de deelnemende staten hebben gewoond.

d) Het creëren van methoden om armoede uit te roeien in de deelnemende staten.

e) Het bevorderen en waarborgen van economische en sociale rechten in overeenstemming met het eigen karakter van de verschillende bevolkingsgroepen, passend bij hun verschillende culturele identiteiten en tradities.

f) Opbouw en versterking van sociale verbanden.

g) Het recht op voldoende voedsel passend bij de eigen signatuur en culturele tradities van de verschillende bevolkingsgroepen.

h) Beginnen met een geleidelijke aanpak om begunstigden te selecteren – met uitsluiting van willekeur – zodat zij hun recht kunnen uitoefenen.

i) Het ontwikkelen van gelijke beloning en erkenning van het werk van sectoren die sociaal nuttig en noodzakelijk zijn voor het menselijk leven.

Artikel 5. Beginselen

Het recht op een basisinkomen is gebaseerd op de principes van individualiteit, universaliteit, onvoorwaardelijkheid, gelijkwaardigheid, een menswaardig bestaansminimum, participatie en een rechtvaardig belastingsysteem.

Universeel

Het basisinkomen wordt verleend aan iedereen die in de deelnemende staten verblijft, zonder enige discriminatie op grond van geslacht, leeftijd, ras of etnische afstamming, seksuele of politieke voorkeur, handicap, fysieke verschillen of om wat voor reden dan ook.

Individueel

Het basisinkomen wordt verleend op een individuele en levenslange basis.

Onvoorwaardelijk

Het basisinkomen wordt verleend ongeacht het inkomensniveau of de actieve deelname van het individu op de arbeidsmarkt of het soort familie waartoe het individu behoort.

Gelijkwaardigheid

Het bedrag dat zal worden toegekend overeenkomstig de principes van het basisinkomen zal voor iedereen hetzelfde zijn; het zal niet lager zijn dan het bedrag dat is vastgesteld als de armoedegrens.

Participatie

Alle burgers zullen het recht hebben om deel te nemen aan de besluitvorming en de controleprocessen betreffende de verdeling van het Fonds Basisinkomen dat is afgescheiden voor de verbetering van openbare goederen en diensten.

Een menswaardig bestaansminimum

Het moet voldoen aan de eerste levensbehoeften van elk individu.

Artikel 6. Aard van het basisinkomen

Het is een aanvullende voorziening op basis van een vergoeding, onafhankelijk van alle andere sociaal-economische hulpbronnen en voordelen die bij de geldende wetgeving mogelijk zijn.

Artikel 7. Wie heeft recht op een basisinkomen

Alle ingezetenen die vanaf de geboorte tot de dood in een deelnemende staat vertoeven en buitenlanders die meer dan vijf jaar continu in een deelnemende staat verblijven, overeenkomstig de wetgeving van de deelnemende staat, worden beschouwd als onderworpen aan dit recht.

Artikel 8. Controle over de verstrekking van het basisinkomen

De controle van de feitelijke overdracht van het basisinkomen aan de begunstigden van dit recht valt onder de uitvoerende taak van de deelnemende staten door middel van hun toezichthoudende instanties. Burgers kunnen deelnemen aan het toezicht door organen en instrumenten te creëren voor dit doel.

Artikel 9. Bedragen toegekend als basisinkomen

De deelnemende staten zullen maandelijks de bedragen van het basisinkomen overmaken door de kosten van een basispakket aan goederen als referentie te gebruiken in overeenstemming met hun economische situatie.

Artikel 10. Uitvoering

Voordat de deelnemende staten het instrument van het basisinkomen invoeren maken zij een analyse van hun binnenlandse economische situatie.

De deelnemende staten kunnen procedures voor de overdracht van contant geld en maatregelen die zorgen voor de leverantie van het basisinkomen in het leven roepen, terwijl ze geleidelijk verschillende groepen mensen die vallen onder de laagste inkomensquintielen opnemen, totdat alle rechthebbenden zijn bereikt.

Artikel 11. Financiering en duurzaamheid

De deelnemende staten verbinden zich ertoe progressieve financieringsmaatregelen in te voeren, zodat het instrument van het basisinkomen via fiscale maatregelen gedekt is door een permanente bron van belastinginkomsten die herverdeling van inkomsten en uitgaven onder de van kracht zijnde wetgeving mogelijk maakt.

Artikel 12. Speciaal Fonds

Om de duurzaamheid van het basisinkomen te garanderen, kunnen de deelnemende staten een speciaal fonds opzetten met middelen uit de begroting en los van de begroting staande middelen, die voor dit doel, in overeenstemming met de wetgeving van elk van hen, is ingesteld.

Buenos Aires, Argentinië, 25 oktober 2012.

Goedgekeurd in de XXVIIIe Gewone Vergadering van het Latijns-Amerikaanse Parlement, Parlatino, gehouden in Panama City, Panama, 30 november 2012.