Bijna 100 jaar oud al is de discussie over het inkorten van de werkweek. De Britse econoom Keynes pleitte in 1930 zelfs al voor een 15-urige werkweek. Het terugbrengen van de werkweek van 40 naar 24 uur kan het probleem van de groeiende werkloosheid helpen oplossen. Waar wachten we nog op?
Wie kent niet dat gevoel van de vergadering aan het eind van de dag die eindeloos lang duurt en nergens over gaat terwijl jij op hete kolen zit omdat je kinderen op tijd opgehaald moeten worden van de opvang. Als je dan eindelijk in je auto zit is er natuurlijk een lange file en dringen de visioenen zich aan je op van je huilende kinderen die door de opvang buiten het hek zijn gezet. Van de stress ben je in staat je stuur op te vreten. Op zulke momenten zou je willen dat je korter werkte.
Hebben we niet allemaal geregeld het gevoel dat we geleefd worden en dat we behoefte hebben aan wat meer rust in ons bestaan? Toch blijft het bij die ene flits die door ons hoofd schiet en doen we verder niets. Waarom blijven we zo hard doorgaan met ploeteren?
Hard werken is de norm
We komen uit het industriële tijdperk waar hard werken de norm is. Van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan, was het adagium in mijn familie. Maar de tijden veranderen en daarom moet het imago van arbeid drastisch worden herzien. Door de digitalisering is de factor arbeid, een van de drie productiefactoren van de industriële revolutie naast kapitaal en land, aan herziening toe. Arbeid is niet langer schaars en de hulpmiddelen om arbeid te vergemakkelijken zijn talrijk geworden.
Vraag om je heen aan mensen die fulltime werken waarom ze zoveel uren maken dan krijg je steevast te horen dat ze dat fijn vinden. Bij wat doorvragen volgen de echte redenen: slecht voor de carrière en niet fijn voor de portemonnee. Maar wat nu als deze redenen geen rol spelen? Dan zijn toch heel veel mensen maar al te graag bereid om uren in te leveren.
Van tekort naar overschot aan arbeid
De discussie over het inkorten van de werkweek staat behoorlijk in de belangstelling en is zeker niet nieuw. In de crisisjaren aan het begin van de vorige eeuw werd er al volop over gesproken, toen voornamelijk vanwege de hoge werkloosheid. Het argument ontstond vooral uit financieel oogpunt omdat de druk op de pot voor werklozenondersteuning te groot werd. In Duitsland was er toen op kleine schaal zelfs sprake van een 24-urige werkweek.
Pas sinds 1960 kennen we de vrije zaterdag. Toen ging de werkweek terug van 48 naar 40 uur. Nu niet uit oogpunt van werkloosheid, want er was eerder sprake van krapte op de arbeidsmarkt. De weerstand bij de werkgevers, omdat het slecht zou zijn voor de economie, was groot. Het tegendeel was echter waar. Door de vrije zaterdag namen de bestedingen toe, vooral doordat de recreatie een vlucht nam. Gezinnen hadden meer tijd om hun geld uit te geven en trokken er massaal op uit. Nu ruim 50 jaar later zijn we toe aan de volgende inkorting van de werkweek. Maar nu gevoed door het tekort aan werk.
Keynes en de 15-urige werkweek
Voor de crisis die in 2008 begon maakte overheid en werkgevers zich vooral zorgen over een tekort aan arbeiders door de massale uitstroom van de naoorlogse generatie. Maar die discussie verstomt steeds vaker. In toenemende mate wijzen signalen op een blijvend tekort aan arbeid. Het achterliggende decennium hebben wij massaal werkgelegenheid overgeheveld naar lagelonenlanden. En het werk dat we hebben overgehouden, hoe hoogwaardige ook, wordt in rap tempo geautomatiseerd. Door de verregaande technologische ontwikkeling zal steeds meer arbeid door automatisering en robots worden overgenomen.
De Britse econoom John Maynard Keynes was zijn tijd ver vooruit door te stellen dat over ca. honderd jaar wanneer de mens welvaart genoeg zou hebben vergaard, de werkweek zou kunnen worden ingekort tot 15 uur. Echter hij hield er toen geen rekening mee dat wij in zoveel weelde zouden leven zoals we nu doen, met het bezit van een eigen huis, een auto, een televisie, een jaarlijks nieuwe garderobe en de jaarlijkse vakantie naar buitenlandse oorden, dat we nooit genoeg lijken te hebben. Om aan onze consumptiebehoefte tegemoet te kunnen komen is een 24-urige werkweek dan ook een reëler uitgangspunt.
De toekomst van onze kleinkinderen
In zijn essay “Economic possibilities for our grandchildren (1930)” ging Keynes uit van de menselijke eigenschap van hebzucht wat ten goede zou komen aan de groei van onze welvaart. En dat is wonderwel gelukt. De geweldige uitspraak van de Brits hoogleraar Duurzame Ontwikkeling Tim Jackson illustreert onze consumptiedrift als volgt: “We worden door het systeem gedwongen om geld dat we niet hebben te besteden aan goederen die we niet nodig hebben om een niet blijvende indruk achter te laten op mensen waar we geen band mee hebben”.
Maar Keynes gaf ook aan dat na honderd jaar het tij zou keren en we dan genoeg welvaart zouden hebben vergaard waardoor wij minder zouden hoeven werken. De overgebleven extra tijd zouden we dan kunnen besteden aan het verhogen van ons welzijn. En op dat punt staan we nu. De overheid roept ons op om meer tijd te besteden aan onze familie en de mensen in onze omgeving, omdat zieken en ouderen langer thuis moeten blijven wonen omdat het huidige systeem niet langer betaalbaar is. Maar waar halen we de tijd vandaan om een participatiesamenleving te ondersteunen?
Kwalitatieve samenleving
Er zijn dus momenteel genoeg argumenten te vinden om de werkweek verder in te korten. Als we allemaal wat minder werken dan kunnen meer mensen betaalde arbeid verrichten en daalt de werkloosheid en de bijbehorende kosten. Door het spreiden van werk over meer mensen van jong tot oud, zijn we ook direct in staat om een deel van onze tijd aan kwaliteit van leven te besteden.
En hoe gaan we dat dan allemaal financieren zullen de sceptici inbrengen. Dat kan gerealiseerd worden door een herziening van het belastingstelsel. Als we meer differentiatie aanbrengen in de belastingtarieven, meer belasting heffen op vervuilende en grondstofintensieve consumptie en minder op duurzame en biologische producten, dan doen we ook recht aan de aanslag op de aarde. Maar de grootste omvorming moet komen te liggen op de belasting op arbeid, die kan drastisch omlaag, waardoor arbeid goedkoper wordt. Hiermee wordt niet alleen de circulaire economie een push gegeven maar komt ook tegemoet aan de participatiesamenleving. Juist de kwalitatieve samenleving vraagt om meer dienstverlening, meer arbeidsintensieve handelingen en meer handen aan het bed.
Minder stress
Als arbeid goedkoper wordt houden we meer geld over. Voeg daarbij een basisinkomen voor iedereen waardoor de ingewikkelde wet- en regelgeving en het onnodig rondpompen van gelden wordt teruggedrongen dan heeft ook de overheid meer tijd om aan dienstverlening te besteden. Als we minder werken en binnen het gezin het aantal werkuren verminderen dan halen we de stress uit het systeem. En als we ons minder zorgen hoeven te maken over onze basisvoorzieningen zal de samenleving vanzelf meer relaxt worden. Naast algeheel welbevinden komt dit direct ten goede aan de volksgezondheid waardoor de kosten zullen dalen in plaats van stijgen vanwege de vergrijzing.
Het is allemaal niets nieuws, de ideeën zijn er al lang, we moeten alleen het lef hebben het in te voeren. Een kortere werkweek betekent dat we minder bang hoeven te zijn dat onze kinderen buiten het hek gezet worden omdat we niet in de gelegenheid waren ze op tijd op te halen en daarmee creëren we een win-win-win-situatie.
Jolanda Verburg
http://jolandaverburg.blogspot.nl/2014/02/pleidooi-voor-de-24-urige-werkweek.html