Basisinkomen, negatieve inkomstenbelasting. Deze begrippen worden door elkaar gebruikt, terwijl er achter elk begrip een groot verschil in denken en motieven schuilt. Het ene basisinkomen is het andere niet, laat staan dat negatieve inkomstenbelasting en basisinkomen synoniemen zijn.
De overeenkomst tussen het basisinkomen en een negatieve inkomstenbelasting is in ieder geval dat in beide gevallen een poging wordt gedaan tot herverdeling van arbeid. Ook gaat het om het aanpassen van het stelsel van uitkeringen en belastingen aan de niet meer te onderdrukken ontwikkeling naar individualisering.
Zoals uit CPB-berekeningen is gebleken levert een door de overheid ter beschikking gesteld inkomen in ieder geval niet meer werkgelegenheid op. Wel verandert er veel in het arbeidsaanbod: mensen zullen eerder kleine baantjes aannemen als er minder uren gewerkt hoeft te worden om op een aanvaardbaar inkomensniveau uit te komen.
Daar zit dan ook tegelijk een deel van de individualisering in. Niet alleen macro onstaat er herverdeling, ook op het niveau van het gezin of welke samenlevingsvorm dan ook.
Bij het basisinkomen wordt ervan uitgegaan, dat dat stelsel het hele stelsel van sociale zekerheid vervangt. Even afgezien van complicerende factoren (mensen houden bijvoorbeeld altijd de vrijheid zich particulier te verzekeren voor werkloosheid of arbeidsongeschiktheid), de huidige werknemersverzekeringen en de bijstand als basisvoorziening houden bij een basisinkomen op te bestaan.
Dat kan ook, zeggen de voorstanders, want met de basisvoorziening hoeft iemand maar een klein baantje te zoeken om op een redelijk inkomensniveau te komen. Het basisinkomen biedt zo grote voordelen: geen groot, bureaucratisch controle- en uitvoeringsapparaat meer en een van de grote bezwaren tegen het huidige stelsel van sociale zekerheid verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Eigen inkomsten worden niet meer gekort op de uitkering, de armoedeval (wat je ook aan eigen initiatief ontplooit, de revenuen zie je nooit terug) wordt ontweken. Bezwaar is echter wel dat niemand nog een antwoord heeft gevonden op de vraag wat er dan dient te gebeuren met mensen (zoals gehandicapten of chronisch zieken), die niet kunnen werken.
Het basisinkomen houdt daarnaast nog een enorm bezwaar. Het geldt immers voor iedereen, ook voor de echtgenote van de specialist met een topinkomen, die er nooit en te nimmer over zou denken betaalde arbeid te verrichten. De bijstandsgerechtige levert dus in voor de mensen aan de top van de inkomenspiramide.
Bij een stelsel van negatieve inkomstenbelasting zijn er meer mogelijkheden om daar wat aan te doen. Bij het basisinkomen krijgt iedereen geld, ongeacht of ooit gewerkt is. Bij het andere systeem is dat geld alleen weggelegd voor mensen met een arbeidsverleden. Als je dan tegelijk die som als tax credit geeft, wordt het (ongevraagde) inkomen van de vrouw van de specialist in het voorbeeld immers een compensatie voor het inkomensverlies van haar echtgenoot.
In het huidige systeem is het effect van de belastingvrije som op het netto-inkomen groter naarmate het inkomen hoger is. Dat kan je voorkomen door niet te werken met een belastingvrije som, maar met een korting op de belastingaanslag van een vast bedrag ongeacht het inkomen, wat de tax credit in feite is.
De negatieve inkomstenbelasting houdt echter zonder aanvullende maatregelen de grootst mogelijke armoedeval in. Elke verdiende gulden van een aanvaarde kleine baan zou immers worden wegbelast, een marginale wig van honderd procent. Hoewel deskundigen zeggen dat hier eenvoudig wat aan te doen valt, staat dit bezwaar voorlopig als een huis. Ook betekent negatieve inkomstenbelasting dat het stelsel van sociale zekerheid grotendeels blijft bestaan.
De negatieve inkomstenbelasting zou een (wellicht intelligentere) vorm van een basisinkomen zijn, als de voorstanders van dit systeem er niet ook de sollicitatieplicht aan koppelen. Werk en inkomen worden zo dus niet van elkaar ontkoppeld. Zonder de wil om aan de slag te komen, geen inkomen van de overheid.
Eigenlijk is negatieve inkomstenbelasting meer gericht op individualisering dan dat het, zoals het basisinkomen, een middel is om werk te herverdelen en een alternatief voor de huidige sociale zekerheid. Het betekent dat de overdraagbare basisaftrek van niet-werkende partner naar kostwinner kan worden losgelaten. Het heeft overigens een groot voordeel ten opzichte van het basisinkomen, omdat het allerlei ideologische klippen op, een redelijk veilige afstand laat.