Belastingen niet meer doelmatig
Het heeft er alle schijn van dat ons belastingsysteem niet meer geschikt is om in de toegenomen complexe samenleving voldoende doelmatig te functioneren. De belastingen zijn bedoeld om de overheid de middelen te verschaffen om te zorgen voor een geordende samenleving.
Het heeft er alle schijn van dat ons belastingsysteem niet meer geschikt is om in de toegenomen complexe samenleving voldoende doelmatig te functioneren. De belastingen zijn bedoeld om de overheid de middelen te verschaffen om te zorgen voor een geordende samenleving.
In een democratische samenleving betekent dit waken over de scheiding der machten, de Trias Politica:Wetgevende , Uitvoerende en Rechterlijke macht .
In onze ‘moderne’ samenleving overheerst de uitvoerende macht bij de overheid annex uitgebreide bureaucratie welke laatste met regeltjes en voorschriften de andere machten beïnvloedt en aanstuurt. Wetgevende en Rechterlijke macht reageren hierop weer met wetten en regels en aldus ontstaat een onontwarbare kluwen waarvan de machten niet meer zijn te onderscheiden.
De overheid die door de bomen het bos niet meer ziet wil verlost worden van een deel van haar uitvoerende macht en die overdragen(privatiseren) aan private instellingen en ondernemingen, voorbijgaand aan het feit dat in een neoliberale economische orde alle activiteiten van bedrijven en instellingen gericht zijn op het behalen van financieel profijt.
Bepaalde delen van de overheidstaak mogen niet aan derden worden opgedragen. Dat zijn zorgtaken, zorg voor mensen in kwetsbare situaties, zwakte, armoede, ziekte en tegenslagen.
De overheid mag het regelen en uitvoeren van basisvoorzieningen die de hele gemeenschap aangaan nimmer overlaten aan exploiterende bedrijven en instellingen
De overheid heeft de plicht om voldoende belasting te innen om in basisvoorzieningen te voorzien, zoals daar zijn onderwijs, zorg en bijstand, basisinkomen voor iedereen.
Vervolgens mag zij met subsidies of regelingen bepaalde ontwikkelingen op economisch, sociaal of cultureel terrein remmen of stimuleren.
Economie Stabiliserende Belasting
BOW, ook wel ESB is een belasting op ecologische grondslag en heeft al een heel lange geschiedenis en begint al in het midden van de negentiende eeuw toen Henry George (1839 – 1897) zijn Single Tax met veel bijval verdedigde. Hij wilde slechts één belasting ingevoerd zien. Slechts één belasting op het gebruik van grond en grondstoffen. Grond definieerde hij als alle productieve natuurkracht. George wilde met zijn ‘ecologische’ belasting de pacht van het grond en wateroppervlak geleidelijk aan wegbelasten tot uiteindelijk 100%. Deze door George voorgestelde belasting heeft naar tijd en plaats vele gezichten gekregen. Door de Nederlandse Georgisten Grondrechtinning genoemd.
BOW, ook wel ESB is een belasting op ecologische grondslag en heeft al een heel lange geschiedenis en begint al in het midden van de negentiende eeuw toen Henry George (1839 – 1897) zijn Single Tax met veel bijval verdedigde. Hij wilde slechts één belasting ingevoerd zien. Slechts één belasting op het gebruik van grond en grondstoffen. Grond definieerde hij als alle productieve natuurkracht. George wilde met zijn ‘ecologische’ belasting de pacht van het grond en wateroppervlak geleidelijk aan wegbelasten tot uiteindelijk 100%. Deze door George voorgestelde belasting heeft naar tijd en plaats vele gezichten gekregen. Door de Nederlandse Georgisten Grondrechtinning genoemd.
Door de milieu actiegroep Aktie Strohalm tijdens haar acties voor een gezonder milieu en rechtvaardiger samenleving “Ecotax Plus” genoemd. Hoe goed ook voor economie en samenleving een ecologische belasting ook moge uitpakken; machtige kapitalistische en conservatieve krachten hebben tot op heden invoering van een echt ecologisch iedereen dienend belasting systeem weten te verhinderen.
Nu toch geleidelijk aan doordringt dat we met de huidige bedrijvigheid ons hele bestaan ondergraven en dringend toe zijn aan een heroriëntatie van ons zgn. ‘economisch’(= doelmatig) handelen. Met betrekking tot de authentiek menselijke behoeften van eten, drinken en gelukkig zijn we niet erg doelmatig bezig. Om mede de omslag van slecht naar beter te maken ontwierp Grondvest de “Belasting Ontrokken Waarde” Een tegenhanger van de weinig ‘gewaardeerde’ Belasting Toegevoegde Waarde en de directe belastingen op loon en inkomen.
Nu de echter de zin en onzin van de ‘economische’ groei ter discussie staat en stabilisering van de bedrijvigheid en aanpassing aan de reële behoeften van mensen in dorp, stad of land bestaat sinds kort ESB als nieuwe naam voor Belasting Onttrokken Waarde.
Hoe realiseer je BOW (ESB) en hoe bepaal je wat de onttrokken waarde is?
Hoe en waar wordt die onttrokken? Ook buiten de territoriale grenzen?
En hoe kun je enigszins voorzien wat de opbrengst zal worden?
Zijn bedrijven die waarden van gezondheid en leefbaarheid aan het eigen land (=rechtsgebied) onttrekken in het nadeel ten opzichte van hen die waarden onttrekken buiten de landsgrenzen?
Onttrokken waarde (productieve natuurkracht) en toegevoegde waarde (menselijke arbeid) tellen we bij elkaar op en noemen dat Bruto Nationaal Product. Alle toegevoegde waarden opgeteld is het Netto Nationaal Product wat gelijk is aan het Nationaal Inkomen.
De input van de bedrijvigheid, alle aangekochte grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen, goederen en diensten, die tijdens het belastingjaar worden verbruikt, het zogenaamde intermediair verbruik vormt samen met het verlies aan ruimte, schone lucht, schoon water en schone bodem de Onttrokken waarde. Het intermediair verbruik is er alleen om de productie en het productieproces zelf in stand te houden.
Het intermediair verbruik, dat onderdeel is van het Bruto Nationaal Product dat jaarlijks wordt vastgesteld, is redelijk voorspelbaar. En de ingevoerde goederen van buiten de landsgrenzen zijn inbegrepen.
Zo kon met redelijke zekerheid worden vastgesteld dat in het jaar 2003 zonder economische groei het intermediair verbruik van de Nederlandse economie ongeveer 407 miljard euro zal bedragen De onttrokken natuurwaarden, ruimte, water en lucht die de producent niet behoeft in te kopen omdat er geen aanwijsbare eigenaar/verkoper te vinden is zijn moeilijk in te schatten en nog moeilijker te voorspellen.
Onrechtvaardige milieuheffingen
De vaste milieuheffingen bij de consument zonder aanwijsbaar of verwijtbaar milieuverbruik zijn niet rechtvaardig en zijn niet bevorderlijk voor een beter milieugebruik. De consument kan aan het eind van de pijplijn weinig tot geen invloed uitoefenen op het onzinnige milieuverbruik aan het begin van het productieproces. Daarom dienen milieuheffingen te geschieden bij de bron van het milieuverbruik, bij de aanvang van het productieproces.
Alle milieuheffingen dienen over te gaan naar het begin van het productieproces. Dit is duidelijk voor de producent die aangeslagen dient te worden naar het daadwerkelijke milieuverbruik en het is rechtvaardig voor de consument.
Deze milieuheffing komt natuurlijk terecht in de prijs van het eindproduct dat de consument koopt.
De milieuheffing is zo automatisch overbodig en die behoeft dan ook niet meer apart geïnd te worden wat weer minder bureaucratie betekent Hoewel de ESB efficiënter en milieuvriendelijker produceren stimuleert en ook mogelijk maakt is zij geen vervanger van de milieuwetgeving. De milieuwetgeving dient juist verder te worden aangescherpt om ongewenste lozingen in water en lucht tegen te gaan. Door het plaatsen van gevoelige apparatuur aan snuffelpalen en bij lozingspunten via schoorsteen en riool is betaalbare controle mogelijk. En bij overtredingen wel of niet opzettelijk van in vergunning gestelde regels en voorschriften hoge boetes opleggen, mogelijke bedrijfssluiting en strafvervolging van de verantwoordelijken.
Betere verdeling: Meer welvaart
De consument die weinig te besteden heeft, betaalt dan ook weinig milieuheffing. Terwijl de consument die veel te besteden heeft ook veel milieuheffing betaalt. Bovendien zal de zuinige consument de dure producten waar veel milieukosten en inputbelastingen(ESB heffingen ) op zitten proberen te vermijden.
Dienen heffingen op het intermediair verbruik vooreerst het doelmatig belasting innen voor de overheid en dient milieuheffing de leefbaarheid en de gezondheid, samen dienen zij een rechtvaardige en duurzame economie in een samenleving, waarin voor iedereen plaats is, overeenkomstig de universele verklaring van de rechten van de mens. (dus ook voor de mensen van de toekomst).
Lijkt invoering van de ESB (BOW) op wereldschaal met daaraan gekoppeld een basisinkomen voor iedereen thans nog utopie, invoering in Nederland is al lang geen utopie meer maar bittere noodzaak om Nederland leefbaar te houden.
Bovendien zal ons steeds schaarser wordende natuurlijk kapitaal wat worden ontzien ten behoeve van generaties die na ons komen. Ook zij hebben natuurlijk kapitaal nodig om te produceren voor de dan opgroeiende kinderen en voor de verzorging van de dan aanwezige zieken, behoeftigen en bejaarden.
De huidige staatsschuldfobie moet snel worden uitgebannen. De schuld van de staat is vordering van de burger. Bovendien kon de huidige staatsschuldrente volgens begroting 2005 uit eigen overheidsinkomsten retributies en dergelijke worden betaald.
Bovendien kun je met financiële reserveringen nu in de toekomst geen kinderen voeden en opvoeden en geen bejaarden verzorgen
ESB en de startende ondernemer
De ESB of BOW is pas dan echt ecologisch, echt rechtvaardig, echt economie stabiliserend, welvaart en welzijn bevorderend als met invoering gelijktijdig een onvoorwaardelijke inkomensvoorziening op leefbaar niveau wordt ingevoerd. Iedere burger die nadat hij/zij het verplichte onderwijs heeft gevolgd, heeft met de zekerheid van een basis inkomensvoorziening de vrijheid om te kiezen voor verder studeren, in loondienst te gaan werken in het vak en het bedrijf van zijn keuze of te starten met een eigen onderneming.
De ESB of BOW is pas dan echt ecologisch, echt rechtvaardig, echt economie stabiliserend, welvaart en welzijn bevorderend als met invoering gelijktijdig een onvoorwaardelijke inkomensvoorziening op leefbaar niveau wordt ingevoerd. Iedere burger die nadat hij/zij het verplichte onderwijs heeft gevolgd, heeft met de zekerheid van een basis inkomensvoorziening de vrijheid om te kiezen voor verder studeren, in loondienst te gaan werken in het vak en het bedrijf van zijn keuze of te starten met een eigen onderneming.
Is de te starten onderneming erg kapitaalintensief dan zal de betreffende starter met een goed plan een beroep op de kapitaalmarkt moeten doen. Of beter nog zijn bedrijf starten zonder dure leningen via het Monrobey CMN systeem.
Lukt dit niet en is de geplande onderneming van enig aan te tonen maatschappelijk belang dan moet een beroep op de overheid mogelijk zijn.
Bijvoorbeeld financiering met een staatsgarantiekrediet immers de staat krijgt haar eigen geld zo weer terug in de vorm van ESB.
Helemaal nieuw is de ESB niet, want er zijn een aantal plekken op de wereld waar varianten van dit belasting systeem annex inkomensvoorziening functioneren, sommigen wat korter, anderen al heel lang, plaatselijk in de Verenigde Staten, in Scandinavië, in Finland, in India, Taiwan, Hongkong Alaska en daar werkt het welvaartverhogend en remt het de diepe golfbeweging in de economie die elders veel menselijk leed en armoede veroorzaakt.
De ESB is niet alleen economie stabiliserend maar ook economie stimulerend; zij remt de ondoelmatige verkwistende overproductie voor de wereldmarkt, de zo genoemde aanbodeconomie terwijl de ESB doelmatige bedrijvigheid op lokaal en regionaal niveau bevordert. Consument en producent ontmoeten elkaar op lokaal niveau en kennen elkaars behoeften en…kwaliteiten waardoor het voor startende ondernemers met kwaliteit het mogelijk wordt kleinschalig te starten met weinig of geen vreemd kapitaal. Zo ontstaat een vraageconomie met een balans van vraag en aanbod.
Wanneer de nood het hoogst is, is de redding het meest nabij.
Klaagde de Georgist Kolthek in 1938 over het feit dat politieke en sociale hervormers in zijn tijd niet in staat of bereid waren om de neoliberale economische orde aan te pakken, waardoor er niet een meer rechtvaardige verdeling van de maatschappelijke rijkdom kon ontstaan. Kolthek constateert dat in de halve eeuw die hij in 1938 overzag de technische ontwikkeling een vergroting van het productievermogen heeft gebracht die aan het wonderbaarlijke grenst.
Maar dat in dezelfde tijd de armoede zich heeft uitgebreid, misdadigheid en zedeloosheid zijn toegenomen en de kloof tussen armoede en rijkdom dieper en breder is geworden. Was ten tijde van Kolthek alleen nog maar sprake van sociaal economische armoede, de kloof tussen arm en rijk, is nu 60 jaar na Kolthek anno 2006 vele malen dieper en breder geworden. Nu heeft het toegenomen productievermogen (‘economische groei’) geleid tot ecologische armoede die de hele mensheid bedreigt. De samenleving verkeert in nood. Revoluties en geweldsuitbarstingen op grote schaal staan voor de deur. Of is er nog redding mogelijk?
De tijd is rijp: Wanneer de nood het hoogst is is de redding het meest nabij. 2 Sept. jl komt de NRC uit met een special (maandelijkse bijlage)getiteld: “Waar moet het heen met Nederland?” . 7 hoogleraren waaronder sociologen en……economen adviseren Balkenende. Het meest steekhoudende artikel is nota bene van een econoom, Willem Buiter: “Aan de beschermende taak van de staat mag nooit geknabbeld worden.” In een twee volle pagina’s lang artikel wordt ingegaan op staatstaken, ‘nationale trots’ mythes, processen rond vrijhandel en dienstensector, over privatisering en over noodzakelijk ingrijpende hervormingen van ons belastingstelsel. Hiervan zegt hij:
“Het grootste probleem in Nederland is dat hier te veel het idee leeft dat we “geen grote keuzes zouden kunnen maken. De overheersende gedachte dat “we maar een klein landje zijn en dat alles elders wordt beslist. Flauwe kul! “Economisch gezien hebben we onze welvaart zelf in handen. Alleen moeten “we radicale veranderingen durven doorvoeren.
“Neem nou de huidige fiscale herzieningsplannen. Die zijn slechts gerommel “in de marge. Veel beter zou het zijn om het stelsel radicaal op de schop te “nemen. Een gegarandeerd bestaansminimum voor iedereen en solidariteit “tussen generaties moet daarbij de leidraad zijn. De staat zou voor iedereen “zo’n bestaansminimum moeten garanderen, betaald uit de belastingmiddelen. “In dit basisinkomen moeten alle sociale verzekeringen opgaan, inclusief de “AOW ( het basispensioen voor mensen van 65 jaar en ouder). De WW “(werkloosheidsuitkering) kan dan worden afgeschaft, Het is absurd om “werkloosheid te subsidiëren. Inkomenszekerheid moet los komen te staan van “de vraag of je kan werken.
“Uiteraard moet er wel een financiële prikkel zijn om aan het arbeidsproces deel te nemen. Twee soorten belastingen blijven over voor de centrale overheid: de BTW en een inkomstenbelasting, waarbij alle inkomsten uit kapitaal op dezelfde manier worden belast. Ik zou daar het liefst een ‘vlaktaks’ van willen maken, een belastingsysteem waarbij het inkomen boven een bepaald niveau, bijvoorbeeld het bestaansminimum, procentueel gelijkelijk belast wordt.
Alle aftrekposten worden afgeschaft, ook grapjes als de hypotheekrenteaftrek. Het scheelt duizenden ambtenaren, belasting consulenten en “boekhouders die nu sociaal onproductieve arbeid verrichten en nuttiger werk “kunnen gaan doen. Op lokaal gebied moet onroerend goedbelasting worden omgezet in een grondbelasting. Het werkt namelijk economisch verstorend om kapitaal zoals huizen te belasten. Een heffing op moeder aarde is efficiënter en eerlijker. Lokale overheden moeten zelf verantwoordelijk zijn voor het verdelen van de belastingen, of het nou om een het zwembad, de vuilnisophaal of de plaatselijke politie gaat.
De nationale overheid stelt minimumnormen vast en springt slechts bij als het nodig is. Ze hanteert daarbij een beoordelingssleutel met criteria zoals arme regio’s, leeftijdsopbouw of criminaliteitcijfers. Daarmee wordt voorkomen dat “gebieden die het echt nodig hebben niet te weinig geld beschikbaar hebben voor de voorzieningen”
Info: Willem Buiter is voorzitter van de Raad van Economisch Adviseurs (REA, het onafhankelijk adviesorgaan van de Tweede Kamer voor financieel-economisch beleid) en hoogleraar aan de London School of Economics. (2006)
Berekening Basisinkomen en Belasting Onttrokken Waarde 2007
Leeftijdsgroep | aantal | bedrag euro per maand | totaal groep x 1000 euro |
0 – 4 | 988152 | 225 | 230175 |
5 – 9 | 998577 | 300 | 295500 |
10 -14 | 997855 | 400 | 401200 |
15 -19 | 991042 | 550 | 527450 |
20 -24 | 964744 | 700 | 6321000 |
25 + | 11401840 | 800 | 5869500 |
————- | ————- | ||
16342210 | 10644586 X 12 = | ||
Totaal kosten basisinkomen per jaar in Nederland 127.7 miljard
40% BOW (ESB) van 520 miljard intermediair verbruik = 208 miljard
Ter beschikking van overheid voor besturende arbeid 208-127.7=81.3 miljard