Al aan het eind van de 19e eeuw werd door de Nederlandse Georgisten al gepleit voor grondrecht innen als oplossing van de sociale kwestie; komen tot een rechtvaardige inkomensverdeling en een beter functioneren van de economie.
door Wim Sweers
Na het verschijnen van “Grenzen aan de groei” van de Club van Rome in 1972 en in 1973 van “Voedsel in Nederland, Gezondheid bedrog en vergif van Lucas Reijnders, Rob Sijmons e.a. was ook voor Nederland er de ecologische kwestie. Milieuorganisaties ontstonden en voerden acties tegen de vervuiling van de omgeving en pleitten voor het verbieden van en het onaantrekkelijk maken van vervuilende en milieu onvriendelijke productie.
Ondertussen verscheen in 1983 van Wijvekate en Wijvekate “ALLE HENS AAN DEK, een Nieuw Sociaal-Fiscaal Systeem, zonder belasting op inkomen en bezit, zonder sociale premies, met een basisinkomen voor iedereen”. Milieu organisatie Aktie Strohalm stelde de invoering van ecotax voor evenals in Duitsland het Heidelberger Umwelt und Prognose Instituut dit deed.
Begin jaren 90 belegde Strohalm een brede conferentie over het eco-tax voorstel. Als spreker trad op mw. Dr. Margrit Kennedy van het Permaculture Instituut in Streyerberg Duitsland. Hoewel MK tijdens haar pleidooi voor eco-tax veel kritiek uitte op het bestaande belastingsysteem, werd nog geen link gelegd met grondrechtinnen , het alternatief van de Nederlandse Georgisten voor het bestaande fiscale systeem.
Voor mij als Georgist en kennis hebbende van “ALLE HENS AAN DEK” reden om richting MK op te merken:”Eco-tax heft zichzelf op,het heeft geen effect. Als eco-tax werkt en de milieuonvriendelijke producten verdwijnen,verdwijnt ook de tax,verdwijnen ook de middelen die ons milieu moeten herstellen. Dat is één kant van de zaak. Als we eco-tax gaan heffen op milieuonvriendelijke producten en zij worden niet meer gemaakt, dan wijkt de producent uit naar andere milieuonvriendelijke producten. Dan moet je je eco-tax iedere week bijstellen en verhuizen naar andere artikelen.
Mijn oplossing is: ga eco-tax heffen op een product dat niet te vervangen is. Het belangrijkste van ons ecosysteem dat we hebben is grond en ruimte. Ga grondwaarde en ruimtewaarde belasten, een geweldige heffingsbron voor de overheid, die kun je niet ontduiken of vervangen, die is eeuwig en blijft alsmaar groeien.”
Antwoord mevrouw Kennedy: “Ik denk dat u gelijk hebt, het is een erg goed idee om een ander grondbezitpatroon te maken, gebaseerd op het belasten van land. Ik ga daar nu niet verder op in. Het eerste punt van uw opmerking, als eco-tax succes heeft,heft ze zichzelf op, is waar. Daarom zei ik ook dat het belangrijk is naar belasting in zijn geheel te kijken en een balans te creëren zodat regeringen kunnen bestaan op een eenvoudiger manier met minder bureaucratie, minder overdaad en een meer aansporend systeem enzovoort. En dit alles wordt tot op zekere hoogte bereikt als je productbelasting invoert in plaats van inkomsten belasting.
Deze productbelasting moet alle kosten van het product in zich hebben, vanaf het begin, de grondstoffen die voor het product gebruikt zijn, tot aan het einde, waar het weggegooid wordt. Als je deze ‘holistische’ prijs aan het product verbindt en de inkomstenbelasting opheft, dan zullen zich intelligent gedragende mensen minder belasting betalen dan zich onintelligent gedragende mensen die de grondstoffen opgebruiken.(…) Als we een productbelasting van 50% hadden en we zouden alle niet economische handelingen van ons bureaucratisch staatssysteem uitbannen, dan zou de regering voor een lange tijd kunnen bestaan van deze belasting.
Drie jaar later brachten 4 economen i.o.v. het ministerie van VROM belastingadvies uit t.w. Eckart Wintzen (bedrijfsleven) die als eerste de term BOW gebruikte, Willem Hoogendijk (milieubeweging), Hans Opschoor en Jan Pen (wetenschap); een economische ombuiging waarbij zowel milieu als werkgelegenheid kunnen winnen.