Hervorming van het socialezekerheidsrecht is meer gebaat bij de invoering van een basisinkomen. Deze stelling deponeert mw. mr. drs. A. Eleveld. Zij promoveert op 29 november 2012.
Socialezekerheidsrecht dient zich te richten op nieuwe risico’s zoals zorg en scholing en het voorkomen van werkloosheid. Dat wordt de laatste decennia meer en meer benadrukt in het sociale zekerheidsdiscours. In het kader daarvan zijn er voorstellen gedaan voor individuele (spaar)regelingen in de sociale zekerheid. Eleveld verklaart in haar proefschrift de ontwikkeling van collectieve sociale zekerheidsarrangementen naar individuele spaarregelingen en budgetten.
Puzzels
De centrale vraag in het proefschrift wordt voorafgegaan door twee ‘puzzels’. Aan de ene kant de vraag hoe een fundamentele wijziging (introductie van individuele spaarsystemen) verklaard kan worden, terwijl insititutionele theorieën betogen dat sociale verzekeringsinstituties zeer langzaam veranderen. Aan de andere kant de vraag hoe we deze verschuiving naar een grotere individuele verantwoordelijkheid (normatief) kunnen beoordelen.
Invoering basisinkomen
De opkomst van het idee van individueel sparen in het sociale zekerheidsrecht verklaart Elevelt aan de hand van drie factoren:
- de introductie van een nieuwe term als het levensloopperspectief
- de werking van de corporatisme
- de aanhoudende kracht van het vergrijzingsverhaal.
De door de levensloopregeling geconstrueerde individuele levensplanner blijkt (nog) niet overeen te komen met de maatschappelijke werkelijkheid. “Ik heb de invoering van de levensloopregeling kritische bekeken en deponeer de stelling dat de hervorming van het socialezekerheidsrecht meer gebaat is bij de invoering van een basisinkomen, of door een – minder vergaande – introductie van collectief gevulde persoonlijke budgetten. Beleidsmakers en sociaal juristen zullen dan de recente hervormingen in de sociale zekerheid moeten heroverwegen.”
Meer informatie: http://www.nieuws.leidenuniv.nl/nieuws-2012/promotie-eleveld.html