Pleidooien voor de invoering van het basisinkomen ondervinden veel weerstand in een maatschappij waarin de productieve deugd en het travaillisme overheersen. In dit debat hebben de tegenstanders ook vaak sterkere en meer uitgesproken standpunten dan de voorstanders. Het verwijt dat het basisinkomen parasitisme legitimeert blijkt in sommige gevallen moeilijk te weerleggen. In deze bijdrage wil ik aantonen dat verschillen in beschikbaarheid van interne hulpbronnen, externe hulpbronnen en toegang tot beschikbare banen inderdaad geen afdoende rechtvaardigingsgrond vormen voor de invoering van het BI. De invoering van het BI kan volgens mij echter wel verdedigd worden vanuit de ongelijke toegang tot en verdeling van de “om niet” gegeven natuurlijke hulpbronnen.
- Auteur: Kris Hardies
Kris is doctoraalstudend aan de vakgroep Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering van de Vrije Universiteit Brussel - Gepubliceerd in: “Ethische Perspectieven” nr 19 p60-70 (2009)
- Bron: http://www.ethische-perspectieven.be/viewpic.php?LAN=N&TABLE=EP&ID=1161het basisinkomen een ethische beschouwing