Het Basisinkomen in de visie van NieuwNederland

Het basisinkomen biedt een gelijke voorwaarde voor iedereen om op zijn of haar niveau in de samenleving mee te kunnen functioneren. Het basisinkomen is een individueel, levensloop gebonden vast inkomen.

I. Wie heeft baat bij een basisinkomen

In Nederland hebben we te eten, er is pensioen, werk en woonruimte. Maar dat is ingewikkeld geregeld en het is steeds minder zeker of dat voor iedereen zo geldt. Steeds meer mensen vallen buiten de boot, komen in problemen of zijn daar niet goed mee af. Een basisinkomen kunnen wij zonder enig probleem met elkaar regelen, en dat creëert zekerheid.

De weg naar de toekomst is niet meer de weg van oneindige groei. Wij kennen inmiddels de nadelen daarvan. Wij zijn afhankelijk van elkaar met name als het gaat om basisbehoeften. Hoe voorzien wij daarin? Je werkt voor je brood! Maar dat zien wij anders.
Grofweg zijn er ruim 7 miljoen mensen aan het werk in Nederland met een betaalde baan. Daarvan werkt 2 miljoen bij de overheid of semi-overheid, 2 miljoen in familiebedrijven en 3 miljoen in overige private werkgelegenheid. Voor de ruim 16 miljoen mensen in Nederland wordt door 5 miljoen mensen (ca. 30%) het geld verdiend. De overige 70% is actief, leeft of maakt zich al of niet nuttig, maar ontvangt daarvoor geen inkomen. Wij zijn daaraan gewend.
Maar let wel, iemand die een hypotheek heeft krijgt renteaftrek, en dat is een soort inkomen. Dat kost de overheid ca. 14 miljard euro per jaar. Iemand die gebruik maakt van de sociale woningbouw wordt eveneens door de overheid betaald (ca. 11 miljard euro per jaar). Mensen met kinderen krijgen een toeslag. Dat geldt ook voor huur en zorg. En dat is in feite allemaal inkomen. Ook ons pensioen (AOW) wordt voor ca. 40% door de overheid betaald.
Wij zitten vol met regelingen om ons inkomen te regelen, te verspreiden of toe te delen. Dat allemaal om wille van het gelijkheidsbeginsel. Maar de vraag is of dat zo gelijk is, en of we rechtvaardig genoeg omgaan met verschillen en kansen. Daarnaast is het ook erg ingewikkeld wat we hebben. Er zijn te veel loketten en overheidsmaatregelen.

Als wij bijvoorbeeld iets bij willen verdienen dan moeten we eerst een rekensom maken of dat wel loont. Want meer verdienen betekent ook meer belasting en dus bijvoorbeeld ook minder toeslag. Wie 100 euro meer verdient, verliest bijvoorbeeld 30 euro huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag valt ook lager uit, en dan moet er nog meer belasting betaald worden.

Het Centraal Planbureau stelde eind 2009 vast dat een burger in 2007 minder profijt heeft van een salarisstijging dan in 2001. Dat komt onder meer door de inkomensafhankelijke, ingewikkelde fiscale regelingen. De zorgtoeslag en het kindgebonden budget ondersteunen de ‘lagere’ inkomens, maar die definities zijn allengs opgerekt. Kortom; is dit nog te doen?

Wij “stikken” in de regelingen. Een basisinkomen maakt daar in één keer een einde aan. Want een basisinkomen biedt voor iedereen hetzelfde onder alle omstandigheden. Geen discussie meer over vrijwilligerswerk, aanrechtsubsidie of AOW. Ieder een basisinkomen. En wat je verdient, komt daar boven op, en ook nog belastingvrij.
In onze ogen is wat je verdient zonder inkomstenbelasting. Werk wordt daardoor goedkoper voor de werkgever en gemakkelijker te vinden voor de werknemer. Geld verdienen naast het basisinkomen kan altijd. En dat geeft meer vrijheid, en minder stress.
Als wij met elkaar een basisinkomen kunnen organiseren in Nederland en als dat ook gebeurt in de rest van de wereld (en dat kan bij voldoende overtuiging), dan zijn wij als mensheid van een heleboel problemen af. Mensen leven dan niet meer in de nog steeds voorkomende en vaak afschuwelijke afhankelijkheid of beklemming. De economie wordt hierdoor krachtiger.

II. Wat wordt beter met een basisinkomen

Een basisinkomen geeft meer vrijheid van keuze. Daardoor ontstaan meer mogelijkheden voor ontplooiing. Voorbeeld projecten laten dat nu zien. We gaan dingen doen die ons na aan het hart liggen en we zijn minder gevangen in ons eigen systeem. Het leven wordt eenvoudiger. Het levert minder stress en meer productiviteit op voor mens en samenleving. De economie krijgt een forse impuls.

Alleen als mensen tijdens hun leven, al of niet tijdelijk, niet in staat zijn om hun eigen leven zelfstandig of onbegeleid te kunnen leven en ontwikkelen, kan hun basisinkomen in beheer worden gegeven bij derden. Maar in principe geldt, iedereen kan aan het werk, wat voor werk het ook is, als het maar een bijdrage is aan het leven van jezelf of jouw omgeving.

Door meer vrijheid van keuze en meer mogelijkheden voor ontwikkeling ga je sneller dingen doen waar je altijd al naar verlangd hebt. Je leeft niet meer als “loonslaaf” of als “gevangene” van het systeem. Er is ook minder stress in de samenleving en daardoor kan er meer productiviteit ontstaan en kans op creativiteit. Doe je niets? Loop je alle kroegen plat? Prima, maar daar wordt je al gauw door je medemens op aangesproken. En ben je er tevreden mee? Goed voor jou en voor de samenleving.
Met een basisinkomen wordt “werken” iets dat mensen meer uit vrije wil gaan doen en niet meer omdat zij gedwongen worden te overleven. Dwang leidt meestal tot minder productiviteit. Ziekte of verzuim leidt vaak tot hoge maatschappelijke kosten. Werken uit vrije wil heeft een andere dimensie. Dat geeft meer voldoening en levert meer productiviteit op. En omdat de mens in wezen sociaal verlangt te zijn, zal werk dat gebeurt uit vrije wil ook meer gedaan worden vanuit overgave en passie. Vrije wil geeft ruimte aan zelfredzaamheid, verantwoordelijkheid en inspiratie.

III. Hoe financieren wij het basisinkomen

Het basisinkomen kan door een aantal eenvoudige maatregelen gerealiseerd worden. Onder andere door het huidige uitkeringen- en subsidie stelsel te vervangen. Dit is op zich al voldoende om het basisinkomen te financieren. Iedereen krijgt daarmee onvoorwaardelijk hetzelfde. De bedragen zijn alleen afhankelijk van leeftijd.

Het schaarstedenken maakt plaats voor het principe van overvloed. Alles wat we nodig hebben is er al. Alleen moeten we het anders verdelen en er allemaal in gelijke mate toegang toe krijgen. Daarom willen wij naast de introductie van het basisinkomen (dat in vier jaar te realiseren is), zo snel mogelijk “circulatiegeld” invoeren als nieuw geld zonder beperkingen.

Zoals al gezegd willen wij de belasting op inkomen en arbeid afschaffen en willen wij daarvoor in de plaats een belasting invoeren op het intermediair verbruik. Op termijn willen wij belasting op grondstoffen (invoering daarvan is afhankelijk van registratie, verdeling en beheer). Hiermee wordt tevens milieuvriendelijk en duurzaam produceren gestimuleerd.

En tot slot willen wij dat belasting geheven wordt op het gebruik van de grond (dat is een ander manier om het recht van eigendom uit te oefenen in de vorm van levensloop gebonden erfpacht, opstal, vruchtgebruik, e.d.). Hiermee kunnen prijzen van grond en woningen worden gestabiliseerd en huizen weer betaalbaar worden.

Het basisinkomen vervangt uitkeringen zoals WWB, IOW, IOAW, Wajong, IOAZ ,WWIK en TW. Het vervangt ook de algemene heffingskortingen, zoals toeslagen (bijvoorbeeld de huur- en zorgtoeslag) en aftrekposten zoals bijvoorbeeld de hypotheekrente aftrek. En het komt in de plaats van de WW, WAO, WIA en AOW.

Het gehele financieringsplaatje voor het basisinkomen ziet er als volgt uit:

  • Introductie van circulatiegeld
    Iedereen ontvangt van de overheid een chipknip met een tegoed van bijvoorbeeld 2.000 euro. Dit tegoed kan overal in Nederland worden besteed. Daarnaast is er ruimte voor het ontwikkelen van lokale economieën met lokaal geld of waardensystemen.Op korte termijn een bestedingsimpuls van 10 miljard euro per jaar via natuurlijk geld (circulatiegeld, dat geleidelijk in waarde afloopt). Hiervoor dient als onderpand het vermogen van de overheid van 400 miljard. Als voorbeeld: iedereen ontvangt een chipknip met een tegoed van bijvoorbeeld 2.000 euro.Dit tegoed kan overal in Nederland worden besteed. Daarmee kan al in het eerste jaar een start gemaakt worden met een basisinkomen. Het wordt gedurende bijvoorbeeld 5 jaar steeds minder waard. Iedereen heeft daardoor een prikkel om het geld zo snel mogelijk te besteden. Het tegoed kan worden omgezet in euro’s. Hier staan wel kosten tegenover. Voordelen hiervan zijn dat het circulatiegeld alleen in Nederland geldig is, waardoor er geen weglekeffect is. Door de bestedingsimpuls neemt de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid toe en daalt het financieringstekort.Daarnaast biedt de overheid volle ruimte aan lokale economieën die met lokaal geld of waardensystemen werken, zoals dat al bestaat in Nederland, Duitsland en Zwitserland.
  • Saneren van subsidies en uitkeringen
    Uitgangspunt is nog één uitkering, namelijk één basisinkomen voor iedereen.We kunnen vrijwel alle subsidies schrappen (100 miljard). De meeste subsidies zijn geïntroduceerd als lapwerk om de averechtse effecten van ons fiscale stelsel dat niet goed in elkaar steekt te verzachten. Denk aan de subsidies voor kinderopvang, tal van fiscale aftrekposten, gesubsidieerde banen, etc. Doordat er geen belasting op arbeid meer wordt geheven (lees thema Nieuwe Economie), wordt bijvoorbeeld kinderopvang veel goedkoper en hoef je dat niet meer kunstmatig te subsidiëren. Verder kun je een groot deel van de uitkeringen schrappen. Een flink deel van het overheidsapparaat is ineffectief en kan flink worden gestroomlijnd. Per saldo zal daardoor en door de toegenomen economische groei, de belastingdruk geleidelijk dalen naar zo’n 32% van het BBP.
  • Sanering van het overheidsapparaat en het belastingstelsel
    Alleen nog één belasting op intermediair verbruik. Géén belasting meer op arbeid en voor iedereen één basisinkomen.Het intermediair verbruik (dat is totale waarde van verbruikte goederen en diensten om de productie te behalen) bedroeg over 2009 582 miljard.Het intermediair verbruik is genoegzaam bekend bij de belastingdienst en kan vrij gemakkelijk worden berekend. Bij gebruik van grondstoffen is dat niet het geval. Daarom stellen wij ons voor om allereerst dit verbruik te belasten, en op langere termijn, als de inzichten daaromtrent gegroeid zijn, het gebruik op “de input” van bedrijvigheid, zoals grondstoffen, gas, water en elektriciteit.Daar komt bij dat grondstoffen op verschillende plekken in de aarde zitten en er nog geen internationaal erkende sleutel is over de verdeling ervan en het gebruik. Ook dat zal eerst geregeld moeten zijn, alvorens een belasting op grondstoffen te kunnen invoeren. Vandaar dat wij de belasting op intermediair verbruik als tussenfase zien van de beoogde herordening.De belastingdruk op inkomsten is momenteel ongeveer 40%. Nemen we dat percentage over het intermediair verbruik dan bedraagt dat 232 miljard. Dat bedrag aan belastinginkomsten is ruim voldoende om het basisinkomen en de overheid te financieren.

    Doordat de meeste subsidies en uitkeringen worden afgeschaft kun je geleidelijk tienduizenden ambtenaren laten afvloeien. Daartegenover kun je tienduizenden mensen op andere terreinen inzetten. In ziekenhuizen, op straat, voor oppas van kinderen.

Onze economie wordt een stuk eenvoudiger als we:

  • alleen deze “single tax” hebben op intermediair verbruik
  • géén belasting meer op arbeid
  • en voor iedereen één basisinkomen.

Met een ‘single tax” wordt bijvoorbeeld kinderopvang beter betaalbaar, net als hulp in de huishouding. De subsidies hadden we al hierop al afgeschaft (lees hiervoor).

En om de link met het bestuur te leggen: er verdwijnt ook veel ingewikkeldheid van overheidsoptreden, machtsmisbruik en willekeur.

Kortom, direct binnen Nederland kunnen we afschaffen de belastingen op inkomen, premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen en vennootschapsbelasting. De BTW als uitgavenbelasting hoeft niet te worden afgeschaft. Deze blijft ook bestaan als afdracht voor de EU.

Bovendien kan deze koopkrachtimpuls aan de “onderkant van de samenleving” helpen om de recessie te remmen en de gevolgen ervan voor een grote groep mensen te verzachten. Als we de belastingverlaging ook geven in de vorm van een basisinkomen, dan kun je dat zien als een ‘negatieve inkomstenbelasting’. Kortom, alles hangt met alles samen en alles moet ook in samenhang gezien worden.

IV. Hoe hoog is een basisinkomen?

Alle burgers zullen een basisinkomen ontvangen, voor volwassenen wordt dit 650 euro per maand. Op iets langere termijn zal dit worden verhoogd tot 1.000 euro per maand.

Leeftijds-
groep
Aantal Bedrag in Euro per maand Totaal groep
x 1000 Euro
0-4 988.152 200 197.630
5-9 998.577 275 274.609
10-14 997.855 375 374.196
15-19 991.042 500 495.521
20-24 964.744 550 530.609
25+ 9.277.352 650 6.030.279
65+ 2.124.487 1100 2.336.936
Totaal 16.342.210 10.239.779

10.239.779 X 12 maanden = 122,88 miljard

V. Het basisinkomen kan niet los gezien worden van maatregelen op andere gebieden
Het basisinkomen is breed ingebed en kan niet los gezien worden van maatregelen op andere gebieden. Dit hebben wij in thema’s uitgewerkt. Aan de orde daarbij komen:

  • huisvesting
  • invoeren van een belasting op grondstoffen
  • doorvoeren van een belasting op grondgebruik (lees verder thema huisvesting)
  • geldvrije regionale handelszones tussen bedrijven die dit wensen
  • stimulering van lokale economieën met een lokaal soort geld
  • veilig stellen van de pensioenen
  • een investeringsprogramma van de overheid op gebied van economie, gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur en energie

lees verder thema nieuwe economie op de website van Nieuw-Nederland

Deze tekst maakt deel uit van de visie van NieuwNederland en vormt de weerslag van het inzicht en bewustzijn van dit moment en is vrij copierbaar en verspreidbaar onder vermelding van de bron. http://nieuw-nederland.nu