Het Europees Burgerinitiatief: een belangrijke stap op weg naar een Europa van de Burgers

De vorming van echte democratie is in deze tijd een essentiële opgave, omdat het een opening biedt naar allerlei andere vragen en beslissingen. Macht, geld of het najagen van korte termijn economische belangen – blind voor de toekomst – bepalen nog te veel beslissingen in onze wereld. Daarom worden afwegingen ten behoeve van het gemeenschappelijk belang vaak aan de kant geschoven. Mensen voelen zich gedegradeerd tot machteloosheid, zoals het publiek bij een film waarvan zij slechts toeschouwers zijn, terwijl het altijd anderen zijn die de regie voeren.
Maar democratie ambieert iets anders. Democratie stoelt op discussie, op de concurrentie van argumenten – en op het beste argument dat boven komt drijven. Democratie stelt de machtsvraag ter discussie. Niet de rijken en machtigen beslissen, maar alle burgers hebben een gelijke kans om hun zegje te doen, om suggesties te geven, om met zorg mogelijkheden af te wegen, elke stem heeft hetzelfde gewicht. Dit maakt een betere politiek mogelijk – politiek in naam en in het belang van de burgers, door de burgers, middels de burgers en voor de burgers.

Toegegeven, dit is een ideaal beeld van democratie. In de echte wereld bereiken we het niet altijd. En in het bijzonder in de Europese Unie zijn we tegenwoordig nog ver verwijderd van dit ideaalbeeld. Dit is allereerst omdat de grote worstelingen voor democratie zich afspelen in de nationale staten. Ze brachten meer of minder functionerende democratische gemeenschappen voort. Tot dusverre echter heeft democratie in de transnationale arena geen sterke spelers of werkende rolmodellen voortgebracht.

De EU is een bij uitstek belangrijk project. Niettemin, veel burgers vinden het afstandelijk en bureaucratisch. Het Europa van de burgers blijft grotendeels een verre droom. Als we er niet in slagen om dichter bij deze droom te komen, zal de toenemende europeanisering van de politiek tegelijkertijd leiden tot een voortgaande ont-democratisering. Dat zou fataal zijn! Een Europa dat dichter bij zijn burgers staat en democratischer is, is mogelijk – en dringend noodzakelijk. Een gemeenschappelijk Europa kan niet worden bereikt zonder een sterke en doeltreffende inbreng van haar burgers. De soevereiniteit (met andere woorden: de mensen) moet in staat zijn om in te grijpen, om een stem te laten horen en in staat gesteld worden om deel te nemen in de besluitvorming – voor een betere politiek in het belang van de mensen. Het zijn juist de grootste uitdagingen, zoals klimaatverandering, de financiële crisis of ’s wereld groeiende sociale, economische en politieke verdeeldheid, die om transnationale antwoorden vragen op basis van democratische discussie en legitimering. Hierin moet de Europese Unie een cruciale rol spelen.
Groene politiek zet zich in voor dit ideaal en zal alles doen om bij te dragen aan het bereiken van dit doel. Derhalve kan zij zich niet alleen beperken tot de diverse onderwerpen van de Europese politiek, maar moet zij zich vooral richten op het centrale thema dat alle burgers met zorg vervult als het om Europa gaat: de kwestie van de democratie.

Sinds 1 april 2012 heeft het Europese Burgerinitiatief (The European Citizens’ Initiative, ECI) burgers voor het eerst de mogelijkheid gegeven om in te grijpen in de EU-politiek en om mede de politieke agenda te bepalen. Met hun handtekeningen kan een miljoen EU-burgers de Europese Commissie oproepen zich op hun belangen te richten, oplossingen aan de hand doen en zo nodig wetgeving uit te vaardigen.
Het Burgerinitiatief komt niet uit het niets. Het werd ontwikkeld door toegewijde bewegingen, zoals Eurotopia, het Initiatief en Referendum Institute (IRI Europa), en Mehr Demokratie e. V. en voorgesteld aan de Europese Grondwetgevende Conventie. Dankzij de aanhoudende pleidooien van deze mensen en de steun van een groot aantal leden van de Conventie, werd het opgenomen in het ontwerp van het grondwettelijk verdrag en vervolgens in het Verdrag van Lissabon.

Toch waren veel belangrijke detailproblemen nog niet opgelost. In juni 2010 werden drie vertegenwoordigers van de Commissie voor Constitutionele Zaken en van de  Commissie voor Verzoekschriften van het Europees Parlement en ik belast met de opdracht om een ontwerp-verordening voor te bereiden en vervolgens ook met de onderhandelingen met de Europese Raad en de Commissie betreffende de opzet van de verordening dat de Europese burgers de bevoegdheid tot initiatief gaf. Dat was niet gemakkelijk, omdat angst voor te veel medezeggenschap van burgers vooral sterk was in de Raad en de Commissie. Niettemin, en ondanks sterke tegenstand, slaagden we erin zelfs grotere bureaucratische hindernissen en beperkingen af te wenden. Het was het gemeenschappelijke doel van de belangrijkste onderhandelaars van het Parlement om dit innovatieve, transnationale recht op participatie in het belang van de burgers op een praktische en gebruiksvriendelijke manier te op te stellen.

Terugkijkend kunnen we vaststellen dat we in staat zijn geweest om dit op veel cruciale punten te bereiken. De Commissie en de Raad wilden het Europees Burger Initiatief bemoeilijken door de invloed van burgers te beperken en door het opwerpen van onnodige obstakels. Oorspronkelijk bijvoorbeeld waren 300.000 handtekeningen nodig alvorens een ECI-onderwerp officieel besproken zou worden om vast te stellen of het wel of niet toegelaten zou worden. Wat een waanzin! Talloze vrijwilligers zouden handtekeningen moeten verzamelen in verschillende lidstaten gedurende weken of misschien zelfs maanden, veel tijd en energie moeten investeren, om in het slechtste geval alleen te horen, dat al hun zwoegen voor niets was geweest. We slaagden er in het tij te keren en voerden in plaats daarvan in dat een eerste evaluatie zal worden uitgevoerd na het indienen van slechts 7 handtekeningen – dat wil zeggen vóór de eigenlijke verzameling van handtekeningen begint.

Nog belangrijker was de vraag: wat gebeurt er als een initiatief er in is geslaagd om een quorum van 1 miljoen handtekeningen te verzamelen? De Commissie verklaarde dat zij dan naar het onderwerp zou kijken en de initiatiefnemers per email van haar standpunt ten aanzien van de kwestie op de hoogte zou stellen. Dat was absoluut onvoldoende en zou het instrument volledig gedevalueerd hebben. Daarom heb ik voorgesteld om de organisatoren van een succesvol Burgerinitiatief uit te nodigen om hun ideeën, beweegredenen en argumenten toe te lichten in een hoorzitting in het Europees Parlement in tegenwoordigheid van de Commissie, het Parlement en het publiek. Hierna beslist de Commissie of en hoe ze de behoeften van de burgers aan gaat pakken en initieert wetgeving. Alleen een hoorzitting, zo transparant geregeld en op zo’n hoog niveau als dit, zal het Burgerinitiatief de aandacht geven die het verdient en het onderwerp het nodige gewicht. Gelukkig waren we bij machte om dit door te drukken. Ik zal nu niet ingaan op de overige punten van verschil. De veeleisender en oplettende lezer kan deze elders lezen. Het is echter belangrijk om te weten, dat de huidige verordening een compromis is tussen diegenen die burgerparticipatie aanzienlijk willen versterken en hen die voornamelijk zorgen en een overmaat aan angst koesteren. Op sommige punten zou ik graag wat meer liberale bepalingen bereikt hebben. Bijvoorbeeld wat betreft de participatie van jongeren, die nu helaas in de meeste lidstaten zijn uitgesloten van het ondertekenen van een ECI. We hadden echter wel succes bij het vaststellen van efficiënte en voor de burger vriendelijke voorwaarden op tal van belangrijke deelproblemen.

Democratie moet zich uitbreiden en beoefend worden tot ver buiten de grenzen van een bepaalde staat. En de EU moet daarin een leidende rol spelen. Haar beslissingen hebben een toenemende invloed op grote delen van ons leven en meer nog op onze toekomst. Om deze ontwikkeling niet tot een verlies aan democratie te laten leiden, zal de participatie van burgers op EU-niveau aanzienlijk moeten worden versterkt. Het is zaak om de burgers dichter bij Europa en Europa dichter bij de burger te brengen. Het Europees Burgerinitiatief is een eerste noodzakelijke stap in deze richting. Het draagt in belangrijke mate bij aan de oprichting van een Europese publieke ruimte. Want er zijn bijna geen Europese debatten. In plaats daarvan, zijn er vooral afzonderlijke nationale debatten. Maar wat we nodig hebben is een Europees debat! Europese politiek heeft transnationale Europese debatten nodig, zoals wij mensen lucht nodig hebben om te ademen of vis water nodig heeft om in te zwemmen. Zonder Europese democratie, Europa-brede debatten en zonder inmenging van burgers, zal een gemeenschappelijk Europa niet slagen.

We moeten met elkaar communiceren, elkaar begrijpen en elkaar overtuigen over de landsgrenzen heen. Burgerinitiatieven zijn een transnationale noodzaak. Zij ontstaan van “onderop” bij de burgers – en richten zich tot hun vertegenwoordigers en instellingen “aan de top”. Ze openen een nieuw kanaal voor de Europese politiek, dat tot nu toe gesloten was. Tot nu toe hebben burgers de EU ervaren als iets vreemds dat georganiseerd werd van boven naar beneden. Vanaf nu verwachten we het omgekeerde proces vaker te zien: met burgers die politici oproepen om specifieke problemen te bespreken. Ideeën en suggesties voorstellen aan de politiek die anders niet gehoord zouden worden. Het confronteren van politici met zowel hun zorgen en angsten als hun verlangens en idealen. Hen tot onderzoek aanzetten en hen herinneren aan hun democratische verplichtingen. Dit kan alleen maar gunstig zijn voor Europa. Het is een proces dat de Europese identiteit van burgers zal versterken en het democratische karakter van de EU zal verstevigen. Door de ervaring met veel initiatieven en interventies zal geleidelijk een Europees maatschappelijk middenveld vorm krijgen. En daarmee hand-in-hand-gaande de ervaring dat wij Europa zijn! Europa is niet alleen een aangelegenheid van staten, regeringen en parlementen. Europa is vooral een zaak van de burger: onze zaak!

Het is nog een lange weg naar een werkelijk democratisch Europa, een echt “Europa van de burgers”. Maar het Burgerinitiatief (ECI) is een eerste en belangrijke stap op deze lange weg. Het is het eerste instrument voor participatieve democratie op het niveau van de Unie en het eerste transnationale instrument voor burgerparticipatie in de wereld. Dit is een geweldige, historische doorbraak! Meer zal en moet volgen. Op de lange termijn bijvoorbeeld zullen we niet alleen participerende democratie in Europa nodig hebben, niet alleen het recht van initiatief, maar ook een referendum-recht voor EU-burgers. Maar elke lange weg moet stap-voor-stap genomen worden. De langverwachte, lang bevochten en nu gerealiseerde Europese beweging in de richting van meer democratie en participatie van de Europese burgers is het Burgerinitiatief, de bevoegdheid van initiatief en het recht van Europese burgers om voorstellen te doen ten aanzien van hun instellingen. Laten we gebruik maken van dit instrument! Laten we zien en horen welke ideeën en potentie de burgers van de Europese samenlevingen te bieden hebben! Laten we het tot een van de grote succesverhalen van burgerparticipatie maken in een steeds belangrijker wordend Europa!

Gerald Häfner, lid van het Europees Parlement, Groenen / Vrije Europese Alliantie, 12 maart 2012

Download: The_European_Citizens__Initiative_Pocket_Guide

Vertaling: Florie Barnhoorn (VBi)