Paul Freriks over het Henry George en Edward Bellamy Institute

[mediaplayer src=http://www.mstsnl.net/video/paul-freriks-over-george-en-bellamy-institute.wmv thumb=http://www.sdnl.nl/images/paul-freriks-gb-institute-kl.jpg]

Het Instituut stelt zich ten doel om het gedachtegoed van Henry George (1839-1897) en Edward Bellamy (1850-1898) levend te houden en op eigentijdse wijze te verspreiden. Dit doel bereikt ze middels onderzoek, bibliotheekbeheer, lezingen, cursussen en alles wat voortkomt uit de nationale en internationale samenwerking met gelijkgezinde organisaties.
Wat George en Bellamy bindt is het besef dat sociale rechtvaardigheid, geestelijke vrijheid en menselijke waardigheid geen doelen op zich zijn maar wel voorwaarden om te komen tot individueel welzijn en geluk en tot een in al zijn onderdelen gezond samenwerkende samenleving. De denkwijze van de filosofische politiek econoom (Henry George) samen met de visionair (Edward Bellamy) geeft een uniek beeld van een idee welke een samenlevingsverandering aan de basis tot stand kan brengen.
Het HG&EB Instituut is van mening dat het ieders grondrecht is deel te nemen aan de menselijke samenleving en deel te hebben aan de door de samenleving gecreëerde waarden. Daarnaast vormt ieder mens een deel van de natuurrijkdom, deelt daarin en draagt verantwoordelijkheid voor een goed beheer van het geheel.
Grond is voor de mens al in een vroeg stadium handelswaar geworden. Later volgden minerale rijkdom, monopolies en licenties, drinkwatervoorraden, etherfrequenties enz.  Door deze levensvoorwaarden in een strijdeconomie (van rechtse of linkse signatuur) onder te brengen in plaats van in een samenwerkings- of solidaire economie verdwijnt de vrije en gelijkwaardige toegang tot de natuurlijke hulpbronnen voor mensen, terwijl ook voor dieren en planten de leefbaarheid snel afneemt.
Zo zien we dat door de toename van het handelsverkeer, de toegenomen economische welvaart zich opstapelt in een steeds kleiner en machtiger groep (handels)ondernemingen en hun eigenaren, de bezittende klasse, met achterlating van velen die met  materiële en  of geestelijke armoede te maken krijgen. Aanvankelijk waren het de grootgrondbezitters die rijk werden van wat hun pachters opbrachten. Nu zijn het vooral de multinationale ondernemingen die vegeteren op de natuurlijke hulpbronnen en op de arbeid en consumptie van miljoenen mensen.  Economische strijd, oorlog en vernietiging beheersen steeds meer het leven op aarde. De hierbij ontstane wet- en regelgeving mist de zorg voor leefbaarheid en duurzaamheid. 
Het HG&EB Instituut zal zich bij voortduring inzetten voor een rechtvaardig gebruik van de aarde en haar rijkdom met alle geoorloofde middelen die haar ter beschikking staan. Wij mensen zijn allen deelgenoten van het leven op aarde. Wij dienen de levensbronnen te delen met onze medebewoners met in acht neming van de zorg voor de generaties die na ons komen.
Het gebruik en de toegang tot de bestaansbronnen voor de mens wordt grotendeels via macht en markt geregeld. Waarden als rechtvaardigheid, altruïsme, duurzaamheid en ecologisch besef zijn nauwelijks terug te vinden in de economische praktijk van alledag. Het wordt wel beleden maar niet beleefd en gepraktiseerd.
Deels is deze praktijk voortgevloeid uit egocentrisch gedrag en deels uit het slaafs navolgen van incomplete idealen en denkbeelden. Zo gaan we er vanuit dat het mogelijk is de natuur grotendeels naar onze hand te zetten of vinden we het normaal grond en grondstoffen als exclusief eigendom te zien die onderdeel mag zijn van  inadequaat economisch verkeer.
Het waren Henry George en Edward Bellamy die al in de negentiende eeuw de mechanismen van de economische en dien ten gevolge de geestelijke ontsporing bloot legden en de daaruit voortvloeiende kloof tussen rijk en arm en vrij en afhankelijk aantoonden.
Het Henry George & Edward Bellamy Institute geeft in deze traditie haar werk vorm.

 Verklaring opgesteld door het bestuur van het Henry George & Edward Bellamy Institute te Zevenaar in november 2009.://www.henrygeorge.nl/