VN pleit voor een “beschermingsvloer” voor inkomen en gezondheid = #basisinkomen

Secretary-General Ban Ki-moon (centre) is joined by ILO chief Juan Somavia (left) and head of UN Women Michelle Bachelet at handover of report

VN-werkgroep pleit voor een wereldwijd ‘minimum’ aan inkomenszekerheid en zorgvoorzieningen

27 oktober 2011

Meer dan vijf op de zeven mensen in de wereld ontbreekt het aan toereikende sociale zekerheid. Een hoogwaardige werkgroep van de Verenigde Naties pleitte daarom vandaag voor het garanderen van een basisinkomen en voorzieningen voor iedereen, niet alleen als een middel om vrede en stabiliteit te garanderen maar ook om economische groei te stimuleren.

Maatregelen om te voorzien in sociale zekerheid en het verbeteren van noodzakelijke zorgvoorzieningen zijn zelfs in de armste landen betaalbaar, met kosten niet hoger dan 1 tot 2 procent van het bruto binnenlands product (BBP). Wel is internationale steun nodig voor sommige ontwikkelingslanden, in de vorm van donoren die voorspelbare meerjarige financiële steun verschaffen. Dit staat in het rapport van de werkgroep – Sociaal ‘Minimum’ voor een Eerlijke en Allesomvattende Globalisatie (‘Social Protection Floor for a Fair and Inclusive Globalization’).

Deze minimumregeling zou een basisinkomen moeten garanderen door geldelijke uitkeringen of in andere vorm, zoals pensioenen, kinderbijslag, werkzekerheidsprogramma’s en voorzieningen voor werklozen en werkende armen, en ondertussen algemene toegang verschaffen tot noodzakelijke en betaalbare sociale voorzieningen op gebied van gezondheid, water en sanitair, onderwijs, voedsel, huisvesting, en andere voorzieningen vast te stellen naar nationale prioriteit.

“Dit is een cruciaal rapport dat komt op een kritiek moment”, zei secretaris-generaal Ban Ki-moon bij het in ontvangst nemen van het rapport op het hoofdkwartier van de VN in New York. Hij ontvingt deze uit handen van de algemeen directeur van het VN-Vrouwenagentschap Michelle Bachelet, hoofd van de Adviesgroep bijeengeroepen door de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

“Overal kijken mensen angstig naar de toekomst, gefrustreerd over de economie, en ontstemd over de politieke leiders. Het bereiken van sociale bescherming voor iedereen is cruciaal voor het bouwen aan eerlijker en meer inclusieve en rechtvaardige samenlevingen.”

De inleidende conclusies van het rapport werden afgelopen maand gepresenteerd op een vergadering van ministers van de G20-groep van sterk geïndustrialiseerde en ontwikkelende economieën, en leverde een onmiddellijke toezegging op van deze groep over het steunen van nieuwe maatregelen gericht op het vergroten van sociale bescherming wereldwijd als middel om armoede terug te brengen, economieën te stimuleren en te beschermen tegen de gevolgen van economische crises.

Het rapport roept G20-leiders op om met het oog op hun conferentie in Cannes (Frankrijk) van volgende week, na te denken over een actieplan om zulke minimumregelingen in te stellen, waarvan de details ontwikkeld zouden moeten worden op nationaal niveau, door middel van bestaande en nieuwe financieringsmechanismen. Sommige landen, zoals El Salvador, Benin, Mozambique en Vietnam, zouden deze regelingen kunnen invoeren met uitgaven van slechts 1 tot 2 procent van hun BBP, zo valt te lezen.

“Uitbreiding van sociale bescherming is een ‘win-win’-investering die vruchten afwerpt op de korte termijn, gezien de effecten als macro-economische stabilisator, maar ook op de lange termijn, vanwege de krachtige invloed op menselijke ontwikkeling en productiviteit, zei Bachelet.

De sociale minimumregeling verschilt van het vangnet van de sociale zekerheid, omdat het bescherming een volledig en permanent onderdeel maakt van de ontwikkelingsstrategie voor inclusieve groei, dat verder gaat dan de tijdelijke ‘crisisbeheersing’ en ‘sociale bijstand’ zoals dat bij een vangnet het geval is.

“Sociale minimumregelingen zijn noodzakelijk, haalbaar en effectief”, aldus directeur-generaal van het ILO Juan Somavía. “Bezuinigingen op sociale zekerheidsprogramma’s als deel van het terugbrengen van overheidsuitgaven zou het herstel kunnen verzwakken. Door herbevestiging van hun toewijding om sociale bescherming te versterken, kunnen G20-leiders bijdragen aan het herstellen van het vertrouwen van de mensen, wat een eerste vereiste is voor vertrouwen in de markt.”

Volgens het rapport ontbreekt het naar schatting 5,1 miljard mensen aan toereikende sociale zekerheid of sociale bescherming, terwijl maar net iets meer dan 15 procent van de baanlozen enige vorm van steun bij werkloosheid ontvangt.

Als mogelijke maatregelen om een minimumregeling te bekostigen worden genoemd: kwijtschelding van schulden, opbrengsten van natuurlijke hulpbronnen, verbeterde belastinginning in ontwikkelingslanden, alsook een belasting op financiële en valutatransacties, ‘dept swap’* mechanismen, solidariteitsbelasting op vliegtickets, en het vergemakkelijken van overboekingen van een migrant naar zijn (arme) thuisland.

“Door het aanpakken van de structurele oorzaken van armoede en ongelijkheid, in het licht van de toenemende vergrijzing, kunnen deze acties [het instellen van de minimumregeling] bijdragen aan het verhogen van sociale samenhang, vrede en stabiliteit, welke op hun beurt helpen om sociale onrust te minimaliseren”, zo zegt het rapport in haar aanbevelingen.

“Ze kunnen ook macro-economische stabiliteit bevorderen, omdat landen kunnen vertrouwen op een sociale bescherming die werkt als een automatische stabilisator en tevens de basis vormt voor een duurzame en inclusieve globalisatie”, zo vervolgt het rapport, daarbij pleitend voor een mechanisme dat samenwerking en afstemming met verschillende VN-agentschappen zekerstelt.

Op een latere persconferentie betreurde Bachelet het gebrek aan vooruitgang sinds de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens(UVRM) in 1948 pleitte voor sociale bescherming voor iedereen, met aanvaardbare levensstandaard, toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, voedsel en huisvesting, en sociale zekerheid.

“De realiteit is dat in 2010 het wereldwijde BBP tien keren hoger is dan in 1950, een toename van 260 procent per hoofd van de bevolking, zodat je kunt denken: “Oké, we hebben de geweldige mogelijkheid om te verwezenlijken wat in de UVRM is verwoord”. (Maar) ondanks de zes decennia van sterke economische groei… is toegang tot toereikende voorzieningen en uitkeringen voor sociale bescherming nog altijd een privilege voorbehouden aan relatief weinig mensen.”

* ‘dept swap’: een land verschaft financiële middelen aan ontwikkelingsprojecten binnen de eigen landsgrenzen; in ruil hiervoor krijgt het land kwijtschelding van schulden (aan een ander land) voor minimaal eenzelfde bedrag

Bron: http://www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=40218
Vertaling origineel: GoogleTranslate