Elf minuutjes om het basisinkomen te verdedigen

Timothy_Carter“Wat? Denk je dat de overheid iedereen gewoon geld moet geven?! Of ze er voor gewerkt  hebben of niet? Of ze het geld nodig hebben of niet? Waarom denk je dat dat een goed idee is?”

Je hebt een gehoor. Jullie hadden het er net over dat jij voor een onvoorwaardelijk basisinkomen bent waarop iemand deze vragen vol ongeloof stelt. Je kan er rustig van uitgaan dat je de aandacht van je luisteraars maar even, misschien een minuut, kunt vasthouden, behalve als je op een universiteitscampus of op een academisch congres bent, voordat ze ofwel geboeid zijn en meer vragen stellen of hun belangstelling geheel en al verliezen. Wat zeg je?

Nou, natuurlijk zijn er veel verschillende redenen waarom mensen voor een basisinkomen zijn, dus zal je antwoord voor een deel afhangen van de vraag waarom jij persoonlijk voorstander bent van een basisinkomen. En het zal ook gedeeltelijk afhangen van wat jij denkt dat de normen en waarden van je gesprekspartners zijn, en wat hen daarom kan overtuigen. Dus er kan niet slechts één juist antwoord zijn. Met dat in gedachten doe ik de volgende elf suggesties.

Alle argumenten die ik noem zijn mijn eigen afgeleiden en interpretaties van ideeën van anderen. Het Keynesiaanse en Georgistische standpunt is ontleend aan de geschriften van hun naamgevers, John Maynard Keynes en Henry George. De nutstheorie van het marktdenken is afgeleid van het gedachtegoed van Milton Friedman en het verhaal van de onderlinge afhankelijkheid komt van de ideeën van Karl Widerquist. Ook voor de theorie van de eerlijkheid heb ik veel te danken aan Widerquist. Geen van de andere argumenten is origineel, maar ik ben helaas de mensen vergeten van wie ik ze geleend heb.

Aarzel dus niet om er één of ze allemaal te gebruiken als je de kans hebt om de afschaffing van armoede te bepleiten. Ze kunnen in een persoonlijk gesprek of in een toespraak gebruikt worden, in blogs of in reacties, in hoorzittingen of op je Facebook pagina, of waar dan ook waar je ze kan gebruiken. Voel je ook vrij om ze te wijzigen als dat nodig is. En ja, ik heb de tijd opgenomen waarin ik alle argumenten hardop heb gelezen en het bleek mogelijk om ieder argument in een normaal sprekend tempo in een minuut of minder uit te spreken.

Een minuut om de ‘eerlijkheid’ van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen aan te tonen

Eigendom is een sociale constructie juridisch beschermd en afgedwongen door de overheid. Als we aannemen dat alle mensen gelijk zijn, dan zou ook iedereen evenveel eigendom moeten hebben. Materiële gelijkheid zou dus het uitgangspunt moeten zijn.

In een vrije markteconomie met een zo hoog mogelijk basisinkomen, profiteren diegenen die van dat basisinkomen willen leven niet van het werk van anderen. Integendeel zij leven van minder dan van wat zij op basis van hun “eerlijk aandeel” in de welvaart kunnen opeisen, waardoor zij het voor anderen mogelijk maken om dit extra te gebruiken om te werken.

Een minuut voor een pleidooi voor het Onvoorwaardelijk Basisinkomen op grond van de nutstheorie van het marktdenken

De vrije markt is de grootste bron van welvaart ooit bedacht. Geld is het meest effectieve middel om op een sociale manier nut te produceren, omdat het er voor zorgt dat iedereen krijgt wat hij of zij persoonlijk wil of nodig heeft. Maar voor een dollar kan een arm iemand zich meer nut verwerven dan een rijk iemand, omdat die rijke veel meer geld heeft om andere zaken te kopen die hij leuk vindt of nodig heeft dan de arme. Dus als de rijke geld geeft aan de arme neemt het totale nut toe.

De staat kan het leven van de mensen niet leiden noch de economie, maar zij kan wel zeer effectief randvoorwaarden creëren. Een basisinkomen is de meest effectieve manier om geld over te hevelen van de rijken naar de armen, met zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis en zo min mogelijk negatieve arbeidsprikkels. De natuurlijke grens van een basisinkomen is daar waar de negatieve arbeidsprikkel veroorzaakt door de te betalen belasting de rijkdom doet afnemen, dat is het punt waar het basisinkomen moet worden verlaagd.

Een minuut voor de verdediging van het Onvoorwaardelijk Basisinkomen met behulp van het Keynesiaanse argument

Het Keynesiaanse economische systeem werkt goed als het correct wordt toegepast. Maar Keynesiaanse economie goed uitvoeren ligt politiek erg gevoelig. Het vereist politici die bereid zijn om veel geld te besteden aan stimuleringsmaatregelen als de regering tekorten heeft, en omgekeerd, politici die beknibbelen op de uitgaven als er geld genoeg is en iedereen een stukje van de taart wil.

Een basisinkomen, voornamelijk gefinancierd uit belasting op inkomen, bestaat dan uit een betrouwbaar totaalsysteem van netto aanspraken, waarvan het saldo automatisch stijgt en daalt tegengesteld aan de beweging van de economie zelf. Immers als de werkeloosheid toeneemt stijgt het aantal netto ontvangers en als de werkeloosheid daalt, daalt het aantal netto ontvangers.

Een bekend gezegde van Keynes is dat de overheid mensen zou moeten betalen om kuilen te graven om ze daarna weer dicht te gooien. Maar waarom iemands tijd verspillen? Iedereen die op de bank zit en tv kijkt en leeft van een basisinkomen draagt evenveel bij aan de samenleving als de kuilengravers. En iedereen die een beetje productiever is, verhoogt de maatschappelijke welvaart.

Een minuut om het belang van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen voor de mensenrechten te onderstrepen

Armoede is geen speling van de natuur zoals kanker of aardbevingen. Armoede is een door de mens veroorzaakt drama zoals slavernij of onderdrukking dat ook zijn. Slavernij wordt veroorzaakt doordat een mens door een maatschappij als eigendom wordt beschouwd. Onderdrukking door de overheid wordt veroorzaakt doordat regeringen mensen straffen voor hun overtuiging, geloof of hoedanigheid zonder hen de eerlijke procesgang te gunnen die zij hun burgers verschuldigd zijn. Armoede wordt veroorzaakt door wetten die mensen toegang tot noodzakelijke bestaansvoorwaarden ontzeggen.

Aan dit soort toestanden kan een einde gemaakt worden door te erkennen dat mensen het recht hebben om niet onderworpen te worden aan dwangmaatregelen opgelegd door andere mensen. Mensen hebben het recht om niet in slavernij te leven. Mensen hebben het recht om vrij te zijn van onderdrukking, ook van onderdrukking door de overheid. En mensen hebben het recht om niet in armoede te hoeven leven. Een basisinkomen is geen strategie voor de aanpak van armoede, het bant armoede uit. De campagne voor een basisinkomen is een campagne voor de afschaffing van armoede. Het is de abolitionistische beweging van de 21e eeuw.

Een minuut voor de link tussen de Georgistische filosofie en het Onvoorwaardelijk Basisinkomen

Eigendom is het resultaat van creativiteit en inzet, niet van gebruik alleen. “Ik heb dit gemaakt,” verleent eigendomsrechten. “Bam! Dat is van mij!” doet dat niet. Dingen die er zijn omdat jij ze gemaakt hebt, moeten van jou zijn, en als iemand anders ze zich toeëigent maakt hij jou tot slaaf. Land en natuurlijke hulpbronnen zijn echter geen voortbrengselen van mensen, ze behoren tot de natuur of God. Het zijn geschenken voor alle mensen op deze wereld. Particulier eigendom van land of grondstoffen kan praktisch en nuttig zijn, maar het blijft gestolen. Nuttigheid kan deze diefstal misschien rechtvaardigen, maar compensatie is nodig. Als de toe-eigening plaats vond zonder toestemming, dan moet de compensatie gedaan worden in een vorm die de grootst mogelijke keuzevrijheid biedt aan de slachtoffers. Die vorm is contant geld. De meest efficiënte manier van betaling voor die toe-eigening door de eigenaars is om het hele bedrag te betalen aan een instantie die het vervolgens gelijkelijk aan de mensen uitdeelt. Doordat ik jou je grond heb ontnomen zijn belastingen de tol die ik aan jou betaal, het basisinkomen is je dividend.

Een minuut om medemenselijkheid als argument voor een Onvoorwaardelijk Basisinkomen aan te voeren

Tweehonderdduizend jaar geleden leefden mensen in groepen van jagers en verzamelaars. Ongeveer 10 duizend jaar geleden stichtte de mens de eerste landbouwsamenlevingen. Vanaf ongeveer 300 jaar geleden wonen mensen in geïndustrialiseerde samenlevingen. Sinds 30 tot 50 jaar leven we in samenlevingen die gebaseerd zijn op diensten. Theoretisch gezien is de laatste fase een vrijetijdsmaatschappij, waarin de meeste mensen zich bezighouden met kunst of wetenschap, of helemaal niet werken. Tot dusver duurde elke fase maar een fractie van de tijd van de vorige fase. Als dat patroon doorzet, zouden dienstenmaatschappijen minder dan twee generaties duren, een periode die bijna ten einde is.

Op dit moment ontwikkelt de arbeidsproductiviteit per werknemer zich sneller dan de vraag naar arbeid, robots zijn ingeschakeld bij onderzoek in laboratoria, academische ziekenhuizen en bij de oorlogsvoering. Het is tijd om ons voor te bereiden op een samenleving waarin domweg niet iedereen meer hoeft te werken. Een basisinkomen zal nodig zijn om mensen te voorzien van de eerste levensbehoeften en om het bedrijfsleven aan klanten te helpen.

Een minuut om het Onvoorwaardelijk Basisinkomen aan te haken bij het conservatieve standpunt

De verzorgingsstaat is misschien niet de samenleving die wij in het leven zouden roepen, maar hij is hier al vier generaties, mensen hebben er hun verwachtingen, hoop en vertrouwen op gevestigd. Het zou een zeer ontwrichtende werking op onze levens hebben om hem op te ruimen. Maar al zijn we niet in staat om ons te ontdoen van de verzorgingsstaat, we kunnen hem wel hervormen. De huidige verzorgingsstaat vergt een immense rompslomp aan regelgeving en bureaucratie. Hij is buitengewoon ingewikkeld voor een aantal van haar (potentiële) klanten om mee om te gaan, hij maakt bureaucraten verantwoordelijk voor het leven van de armen, creëert perverse prikkels voor mensen zodat zij niet gaan werken (en dus arm blijven), en hij laat willekeurig sommige mensen tussen de wal en het schip vallen.

Een basisinkomen zou al deze problemen corrigeren. Een basisinkomen is eenvoudig uit te keren, behandelt alle mensen gelijk en blijft hard werken, sparen en ondernemerschap  belonen. De armen kunnen hun lot weer in eigen hand nemen, zelf de regie over hun geld en leven voeren en het zou paternalistische, elitaire politici de gelegenheid om beslissingen over hun dagelijks leven te nemen, onmogelijk maken.

Een minuutje om het Onvoorwaardelijk Basisinkomen bij feministen aan te prijzen

Het patriarchaat heeft de rijkdommen van de wereld in handen van mannen gelegd, het heeft verhinderd dat  vrouwen professionals en ondernemers werden, het heeft arme vrouwen gedwongen tot uitzichtloze tweederangs baantjes en het heeft alle vrouwen gedwongen om de onbetaalde dienstbode en verzorgster van de kinderen, ouderen en gehandicapten van hun families te worden. Vrouwen werden gedwongen financieel afhankelijk te zijn van vaders of echtgenoten, die hen soms zelfs misbruikten.

Een basisinkomen zou dat allemaal veranderen. Een basisinkomen zou een enorme overdracht van rijkdom van mannen aan vrouwen zijn. Vrouwen zouden bevrijd zijn van de financiële afhankelijkheid van willekeurig welke man en kinderen, ouderen en gehandicapten zouden toch allemaal geholpen worden. Vrouwen zouden zich kunnen veroorloven om hun foute echtgenoten te verlaten, zij die ervoor hebben gekozen om anderen te verzorgen zouden volledig worden vergoed en geen enkele vrouw zou meer worden gedwongen om baantjes zonder enig perspectief aan te nemen. In plaats daarvan zouden zij in staat zijn om haar eigen financiële doelen na te streven, zoals het haar het beste uitkomt.

Een minuut om het Onvoorwaardelijk Basisinkomen aan de aanhangers van het (rechts) libertarisme te verkopen

Ook al zou het theoretisch mogelijk zijn geweest om op een rechtvaardige manier bezit te verwerven, al snel nadat de mens zich in permanente leefgemeenschappen vestigde, was daar geen sprake meer van. Elke vierkante centimeter bewoond land op aarde kan de aanspraken er op terug voeren naar iemand die zich het land met geweld heeft toegeëigend. Alle rechten op land zijn gedrenkt in bloed.  Dat geldt overigens niet alleen voor landeigendom. Door overheidsuitgaven in het verleden, doelgerichte fiscale maatregelen, intellectuele eigendom, handelsprivileges, slavernij of  andersoortige bemoeienissen via regelgeving kan van geen enkel eigendomsrecht of bezit worden gezegd dat het correct is verkregen.

Als we aannemen dat degenen die het minst bezitten de grootste netto-slachtoffers zijn, zou een basisinkomen de best mogelijke correctie zijn met de minste overheidscontrole. Het basisinkomen zou dus het minst onrechtvaardige systeem van eigendomsverdeling tot stand brengen dat op aarde mogelijk is.

Een minuut om liberalen voor het Onvoorwaardelijk Basisinkomen te winnen

Een basisinkomen zou veel ongelijkheden en inefficiënties corrigeren of verbeteren die inherent zijn aan het marktkapitalisme. De lonen van ongeschoolde en nauwelijks geschoolde arbeiders zou omhoog gaan; immers degenen die goed zijn in dit werk en er plezier in hebben hoeven niet langer te concurreren met degenen die dit soort werk doen uit financiële noodzaak. De lonen van hooggeschoolde arbeiders zullen dalen omdat meer mensen in staat zijn tijd vrij te maken voor opleidingen en om de gewenste banen kunnen concurreren. Hierdoor kunnen kosten voor diensten op het gebied van de wet, financiën en gezondheidszorg dalen.

Een gegarandeerd basisinkomen zal de klap voor mensen die door automatisering en de creatieve destructie van de markt hun baan verliezen, verzachten. Mensen die een baan zoeken zullen tijd hebben om werk te vinden dat het beste bij hen past, wat leidt tot een efficiëntere arbeidsverdeling. Het ondernemerschap zal bloeien omdat diegenen die hun eigen bedrijf willen beginnen verzekerd zijn van een inkomen om de lange, magere aanlooptijden waarmee het opstarten van een nieuwe onderneming doorgaans gepaard gaat, te overleven.

Een minuut om degenen die onderlinge afhankelijkheid voorstaan het Onvoorwaardelijk Basisinkomen te doen omarmen

Eigendomsrecht is geen natuurlijk gegeven, het is een sociale afspraak. Het geeft het individu vrijheid, want de essentie van eigendom is het recht om anderen uit te sluiten, om een plaats te hebben waar niemand anders het over jou te zeggen heeft. Het uitgangspunt moet zijn dat elk individu het onvervreemdbare eigendom heeft over zijn of haar eigen lichaam en geest. Maar als je alles verdeelt wat de natuur ons geeft – afgezien van die menselijke lichamen – dan blijven er toch ongemakkelijk veel mensen achter die niet de middelen hebben om zich de levensnoodzakelijke dingen te verwerven. Daarom moet ieder mens een onvervreemdbaar eigendomsrecht  hebben op de eerste levensbehoeften. De maatschappij is je een bestaan schuldig, omdat zij je niet toestaat om zelf het land af te romen en zo je kostje bij elkaar te scharrelen om in leven te blijven.

De samenleving kan dit probleem rechtzetten door mensen hun levensbenodigdheden bij elkaar te laten sprokkelen waar zij maar willen, of door hen zoveel land te geven als nodig is om zelfstandig te overleven, of door hen direct de middelen van bestaan te verstrekken. Maar in moderne samenlevingen is rechtstreekse contante betaling de meest efficiënte manier om in deze behoeften te voorzien, een Onvoorwaardelijk Basisinkomen.

 

Over de auteur:

Timothy Roscoe Carter is advocaat in San Francisco, gespecialiseerd in arbeidsongeschiktheid- en belastingrecht. Zijn vrouw, Francisca Oropeza, is een psychiatrisch-geriatrisch maatschappelijk werkster die regelmatig het stadhuis aanvecht en wint. Hij houdt van kijken naar science fiction met zijn drie kinderen, Isaac, Aaron, en David.