Nu de vereniging goed aan de weg aan het timmeren is via website en twitter, komen er steeds meer mensen in contact met het idee #basisinkomen.
Ook oudgedienden die inmiddels van de sociale media gebruik maken zien dat het idee weer leeft. Hier wat tweets van Joop Roebroek van 9 december rond 10 uur
- Ik zag gisteren een aantal tweets over het @basisinkomen opduiken. Dat idee is al terug te vinden in de klassieke utopieën
- Zoals ‘La Città del Sole’ van Thomas Campanella (1623). Het idee komt historisch gezien altijd opduiken ten tijde van
- maatschappelijke vernieuwing. Het wordt tijd het thema eens serieus op de maatschappelijke agenda te plaatsen. Wij schreven er in …
- … in 1990 een boek over. Over historie, verschillende vormen en argumenten voor en tegen. pic.twitter.com/IRgsRlVm
In opdracht van de Commissie Onderzoek Sociale Zekerheid, een adviesorgaan van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hebben Roebroek en Hogenboom een inventarisatie gemaakt van ideeën en discussies over het basisinkomen. Daarbij hebben zij er nadrukkelijk naar gestreefd om het basisinkomen in het bredere debat over de toekomst van de welvaartstaat en de sociale zekerheid te plaatsen. In het eerste hoofdstuk bespreken zij de (historische) relatie tussen welvaartstaat, sociale zekerheid en basisinkomen en de ‘uitdagingen en problematieken’ voor de toekomst. Vervolgens proberen zij door een overzicht te geven van ideaaltypen, modellen en varianten, wat orde te scheppen in de veelheid van begrippen als basisinkomen. burgerloon, gegarandeerd minimuminkomen, negatieve inkomstenbelasting en sociaal dividend. Uiteindelijk kiezen zij voor een indeling op basis van de (on)voorwaardelijkheid van de uitkering met betrekking tot arbeid, inkomen, aard. van het leef verband en persoonlijke kenmerken (zoals sexe en ras). Dit resulteert in vier modellen, namelijk het volledig basisinkomen (met als submodel het gedeeltelijk basisinkomen), het huishouden basisinkomen (waarvan de hoogte afhankelijk is van de omvang en samenstelling van het huishouden), de negatieve inkomstenbelasting (die voorwaardelijk is in termen van inkomen) en het contractuele basisinkomen (waar een plicht tot arbeid tegenover staat). Je kunt je echter afvragen of deze indeling wel zo gelukkig is.
Zo kan een negatieve inkomstenbelasting in haar uitwerking precies gelijk zijn aan een volledig basisinkomen. En een huishouden-basisinkomen lijkt eerder een variant (of submodel) van elk van de andere modellen. In hoofdstuk 3 worden de argumenten voor en tegen een basisinkomen geïnventariseerd. Onvermijdelijk moeten de argumenten daarbij vaak zeer beknopt worden weergegeven, waardoor er lang niet altijd recht aan gedaan wordt. Bovendien gaat het streven naar een verfijnde indeling van argumenten enigszins ten koste van de overzichtelijkheid en leesbaarheid van het betoog. In het vierde en vijfde hoofdstuk wordt een zeer uitgebreid overzicht gegeven van achtereenvolgens de internationale en de Nederlandse discussie over het basisinkomen. Wie mocht menen dat de discussie over het basisinkomen een vrij recente bevlieging van een paar Nederlandse dagdromers is, zal na lezing van deze hoofdstukken moeten erkennen dat de discussie heel wat ouder en wijder verbreid is. Tenslotte wordt in het laatste hoofdstuk het basisinkomen als maatschappelijk project beschreven. Voorstanders van een gedeeltelijk basisinkomen of een negatieve inkomstenbelasting zien het basisinkomen vaak als een alternatieve uitkering die vooral bedoeld is om de (arbeids )markt beter te laten functioneren. Voorstanders van een volledig basisinkomen gaan vaker uit van een nieuw paradigma waarin collectieve (maatschappelijke) doeleinden voorop staan. Een dergelijke tweedeling is echter nogal zwart wit en negeert de grote verscheidenheid aan visies van waaruit een basisinkomen wordt bepleit. Zo kan een marktgerichte benadering best samengaan met een sterke nadruk op collectieve belangen. Ondanks deze kritische opmerkingen kan Basisinkomen. alternatieve uitkering of nieuw paradigma? van harte worden aanbevolen. Het is zonder twijfel het meest volledige overzicht van ideeën en discussies over het basisinkomen dat in Nederland en daarbuiten beschikbaar is.
Vooral ook dankzij de zeer uitgebreide literatuurlijst kan het uitstekend dienst doen als naslagwerk en wegwijzer naar andere publikaties. Ieder die zich wat grondiger in het basisinkomen wil verdiepen doet er dan ook verstandig aan eerst dit boek te raadplegen.
Bron: www.basisinkomen.nl/nieuwsbrief/nieuwsbrief19911.doc
Misschien nog te leen bij http://library.wur.nl/WebQuery/clc/530633