Een basisinkomen – Genoeg om van te leven (2009)

Genoeg om van te leven

Focusgroepen in discussie over de minimale kosten van levensonderhoud
Wat is armoede? Wat heeft iemand ten minste nodig op het gebied van wonen, voeding, kleding ontspanning en vakantie om niet arm te zijn? En welk maandelijks budget is vereist om een pakket van minimaal noodzakelijke goederen en voorzieningen te kunnen bekostigen? Vier focusgroepen kwamen meermalen bijeen om uitgebreid over deze vragen te discussiëren. Elke focusgroep formuleerde een gezamenlijke visie, die gedetailleerd werd uitgewerkt voor verschillende soorten huishoudens: een alleenstaande man van 35, respectievelijk 75 jaar; een paar zonder kinderen; een alleenstaande moeder met twee kinderen; en een paar met drie kinderen. Dit rapport geeft een overzicht van de standpunten en de budgetten die uit de discussies naar voren kwamen. Op die manier wordt duidelijk wanneer huishoudens in de ogen van groepen burgers naar de huidige Nederlandse maatstaven genoeg hebben om van te leven.

Het onderzoek is door het SCP en het Nibud uitgevoerd via een benadering die in Nederland nog niet eerder werd toegepast: de consensuele budgetmethode. In het rapport komen ook de voor- en nadelen van deze methode aan de orde.

Sociale participatie ook eerste levensbehoefte
Genoeg om van te leven. Focusgroepen in discussie over de minimale kosten van levensonderhoud.

Als iemand buiten zijn of haar eerste levensbehoeften niets extra’s kan betalen, vinden mensen dat er sprake is van armoede. Een zelfstandige woning, gezond eten en nieuw gekochte kleding worden beschouwd als de eerste vereisten. Daarnaast is men van mening dat iemand goed verzekerd moet zijn tegen ziektekosten, brand en inbraak.
Mensen vinden ook dat een huishouden moet kunnen beschikken over telefoon, een televisie en een computer met internetaansluiting. Ook moet er geld zijn voor recreatie, het vieren van verjaardagen, het op bezoek gaan en het lidmaatschap van een (sport)club.
De aanwezigheid van kinderen in het huishouden vereist een hoger budget in verband met kleding en school. Ook moeten er hogere eisen gesteld worden aan de woning en de voeding. Uitstapjes, vakantie of het lidmaatschap van een club worden voor kinderen belangrijker geacht dan voor volwassenen.
De goederen en voorzieningen die mensen noodzakelijk vinden voor alleenstaanden en paren zonder kinderen, zijn te betalen van een bijstandsinkomen. Eenoudergezinnen en paren met kinderen met een inkomen op bijstandsniveau lopen echter het risico dat zij tekortkomen.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de publicatie Genoeg om van te leven. Focusgroepen over de minimale kosten van levensonderhoud , een gezamenlijke uitgave van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), die op dinsdag 4 augustus 2009  is verschenen. Het rapport doet verslag van groepsdiscussies tussen burgers over wat armoede volgens hen is en over de kosten van levensonderhoud die volgens hen minimaal noodzakelijk zijn.

Het onderzoek
Het SCP en het Nibud hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar de meningen van Nederlandse burgers over armoede, over de goederen en voorzieningen die zij minimaal noodzakelijk vinden en over de kosten daarvan. De vraag was in hoeverre de mening van burgers over een minimaal acceptabele levensstandaard overeenkomt met de inhoud van de minimumvoorbeeldbegroting van het Nibud, en in hoeverre het bijbehorende budget aansluit bij de armoedegrenzen van het SCP. Het onderzoek is uitgevoerd via een benadering die niet eerder in Nederland is toegepast: de consensuele budgetmethode. Burgers praatten in groepen met elkaar over de thema’s om zoveel mogelijk tot gezamenlijke standpunten te komen. Vier focusgroepen zijn driemaal bijeengekomen. De gesprekken resulteerden in gedetailleerde budgetten voor vijf verschillende soorten huishoudens: een alleenstaande man van 35 jaar, een alleenstaande man van 75 jaar, een paar zonder kinderen, een alleenstaande moeder met twee kinderen, en een paar met drie kinderen.

De armoedebegrippen, leefstijlen en budgetten waar de focusgroepen op uitkomen, sluiten in het algemeen goed aan bij de systematiek van de SCP-armoedegrens en de budgetmethode die het Nibud hanteert.

Armoede = onvoldoende geld om te voorzien in behoeften
Alle vier focusgroepen waren het erover eens dat armoede inhoudt dat er onvoldoende geld is om in bepaalde behoeften te voorzien. Over welke behoeften dit zijn, varieerden de meningen. Eén groep vond dat iemand arm is wanneer hij of zij de eerste levensbehoeften (onderdak, voeding, kleding) niet kan bekostigen. De andere groepen vonden echter dat er sprake is van armoede wanneer men wel de eerste levensbehoeften kan bekostigen, maar daarbuiten niets extra’s kan betalen.

Noodzakelijke posten
Elke focusgroep discussieerde uitgebreid over goederen en voorzieningen die voor een huishouden minimaal noodzakelijk zijn. Alle groepen vonden een flat geschikt als woonruimte, met een aantal slaapkamers dat past bij de omvang van het huishouden. Gezond eten vond iedereen belangrijk, maar een warme maaltijd hoeft niet iedere dag. De (goedkope) kleding zou nieuw gekocht moeten zijn. Verder zou ieder huishouden tegen bepaalde risico’s verzekerd moeten zijn. In ieder geval is een inboedelverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering en een ziektekostenverzekering nodig. Ten slotte hechtten de focusgroepen aan sociale participatie: uitstapjes, het vieren van verjaardagen, zo nu en dan een (goedkope) vakantie en het lidmaatschap van een club zijn volgens hen vooral voor kinderen van groot belang.

Bijbehorende kosten
Over de samenstelling van de goederen- en voorzieningenpakketten waren de vier groepen het wel eens, maar de maandbudgetten bleken soms echter sterk van elkaar te verschillen. De opvattingen over het benodigde aantal exemplaren van de producten (hoeveel warme maaltijden per week, hoeveel paar schoenen?), over het prijsniveau (brood van een goedkope supermarkt of van de warme bakker?) en over de levensduur (hoeveel jaar gaat een wasmachine mee, hoe lang doet men met een jas?) liepen soms nogal uiteen. Voor een alleenstaande liepen de budgetten van de vier groepen uiteen van ruim 800 euro per maand tot iets meer dan 975 euro per maand; voor een paar met drie kinderen varieerden de budgetten tussen bijna 1700 euro en ruim 2200 euro.

De aanwezigheid van kinderen in het huishouden deed het vereiste budget bij alle groepen sterk oplopen. Er is meer geld nodig voor speelgoed, opvang en school. Ook stelde men hogere eisen aan de kwaliteit van de woning (groter, met meer meubels en liefst in een goede buurt) en van de voeding (meer fruit en meer verse groenten). Uitstapjes, een vakantie of het lidmaatschap van een club werden voor kinderen als belangrijker gezien dan voor volwassenen. De groepen waren algemeen van mening dat kinderen er niet de dupe van mogen worden als de ouders een beperkt inkomen hebben.

Inkomsten op bijstandsniveau in de meeste gevallen toereikend
De maandbudgetten die nodig zijn om de samengestelde pakketten van goederen en voorzieningen te bekostigen, zijn vergeleken met de inkomsten die de huishoudens zouden hebben op het niveau van de bijstand en van het wettelijk minimumloon. In beide gevallen zijn de inkomsten inclusief alle heffingskortingen, vakantietoeslag en overige subsidies en tegemoetkomingen.

De pakketten zoals die door de focusgroepen zijn samengesteld, blijken niet altijd te bekostigen van een inkomen op bijstandsniveau. Dit geldt vooral voor een paar met drie kinderen; voor hen zou het tekort kunnen oplopen tot bijna 500 euro per maand. Een alleenstaande moeder met twee kinderen houdt op grond van het budget van een van de focusgroepen ruim 50 euro per maand over, maar komt volgens een andere groep ruim 250 euro tekort. Voor alleenstaanden en paren zonder kinderen zou een inkomen op bijstandsniveau wel toereikend moeten zijn.

Het minimumloon is over het algemeen wel voldoende; alleen een paar met drie kinderen heeft volgens twee van de vier focusgroepen meer inkomsten nodig om alle budgetposten te kunnen bekostigen. In beide gevallen gaat het om een bedrag van meer dan 300 euro per maand. Vooral alleenstaanden zouden echter moeten kunnen rondkomen van het minimumloon. Volgens de budgetten van alle vier groepen is er dan zelfs een fors overschot, oplopend van 270 euro tot ruim 400 euro per maand.

De publicatie is verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel of te bestellen via de web-site: www.scp.nl

Download het document: Genoeg om van te leven – SCP 2009

Bron: http://www.scp.nl/…/Persbericht_Genoeg_om_van_te_leven

Bron: http://www.scp.nl/content.jsp?objectid=21483