Opsomming van politieke gebeurtenissen vanaf 1969 die het basisinkomen ter tafel brachten.
1969:
* Het CHU-kamerlid W. Scholten vraagt om een studie naar het basisinkomen. Staatssecretaris Grapperhaus van Financiën verwijst het idee naar de prullenbak.
1975:
* P. Kuiper, hoogleraar Sociale Geneeskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, pleit in het rapport Niet meer werken om den brode voor een gegarandeerd inkomen.
1977:
* De PPR neemt het voorstel voor een basisinkomen op in het verkiezingsprogramma.
* VVD-coryfee M. Geertsema stelt voor onbetaalde arbeid te vergoeden met een beperkt basisinkomen.
1982:
* De Voedingsbond FNV spreekt zich op een congres uit voor het basisinkomen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wijst het plan af.
1983:
* Het PvdA-congres verwerpt het idee van een basisinkomen.
1985
* In het rapport Waarborgen voor zekerheid oppert de WRR de invoering van een basisinkomen van 450 gulden per maand. Vakbonden en werkgevers reageren kritisch; staatssecretaris De Graaf van Sociale Zaken is tegen.
* De Industrie- en Voedingsbond CNV en de Vrouwenbond FNV pleiten voor een basisinkomen.
1987
* De Jonge Democraten (D66) verklaren zich voorstander van een basisinkomen.
* In Liberaal Bestek 90 stelt de VVD dat een basisinkomen in strijd is met de verantwoordelijkheid voor het individu om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.
* De PvdA schrijft in het programma Schuivende Panelen dat een arbeidsloos inkomen serieuze bespreking verdient.
1989:
* De Vereniging basisinkomen wordt opgericht. Voorzitter is Saar Boerlage. De vereniging is een voortzetting van de Werkplaats basisinkomen, die begin jaren tachtig werd opgericht.
1990:
* In een nota van de vakcentrale FNV wordt het voorstel gelanceerd voor een basisuitkering voor werkzoekenden, dus geen basisinkomen voor iedereen.
* Een groep van 35 VVD’ers, die samenwerking zoekt met D66, pleit voor een basisinkomen.
1992:
* Het Centraal Plan Bureau (CPB) brengt een toekomstverkenning uit, onder de titel Nederland in Drievoud. In een van de drie scenario’s wordt uitgegaan van een basisinkomen ter hoogte van de helft van het minimumloon. CPB-directeur G. Zalm toont zich gecharmeerd van dit scenario. Het CPB denkt echter dat invoering tot toenemende sociale tegenstellingen zal leiden en politiek onuitvoerbaar is.
1993:
* De VVD organiseert een congres over sociale zekerheid en basisinkomen. De discussie over het basisinkomen moet worden voortgezet, is de conclusie.
* In het rapport Het verdiende loon pleit P. de Beer, medewerker van de Wiardi Beckman-stichting, voor een basisinkomen van netto twaalfduizend gulden per jaar.
* Saar Boerlage, voorzitter van de Vereniging basisinkomen, en de econoom H. Wiekhart presenteren een plan voor de invoering van een basisinkomen van dertienhonderd gulden per maand. Kosten: 182,5 miljard gulden, te financieren uit bestaande uitkeringen en betere werking van de arbeidsmarkt.
* Marcel van Dam slaagt er niet in het voorstel voor een basisinkomen op te laten nemen in het verkiezingsprogramma van de PvdA. Wel komt in het programma te staan dat er geen maatregelen mogen worden genomen die de invoering van een basisinkomen in de toekomst moeilijker maken.
1994:
* Wethouder Simons (PvdA) in Rotterdam pleit voor een basisuitkering zonder sollicitatieplicht voor bijstandsgerechtigden die geen kans maken op werk.
* Minister Wijers van Economische Zaken (D66) spreekt zich uit voor een basisinkomen.