Macht, Onmacht, Inzicht – een verplichte UWV ontmoeting

uwvOnlangs was ik getuige van een door het UWV georganiseerde bijeenkomst voor werklozen van boven de 55 jaar oud.

Doel was niet om persoonlijk van het UWV het bevrijdende bericht te vernemen dat verplicht solliciteren voor deze groep geen zin meer heeft en dat derhalve hierop niet meer gecontroleerd en gesanctioneerd gaat worden. Dat werkgevers ouderen niet willen plaatsen, wanneer er al vacatures zijn; dat in 2014 nog veel meer ontslagen zullen vallen; dat automatisering en robotisering het aantal betaalde banen steeds verder zal doen verminderen; dat ouderen beter een stapje opzij kunnen doen om jongeren een kans te geven op de arbeidsmarkt; dat veel banen niet echt een functie hebben voor een betere samenleving; etc.
Neen, het tegendeel was het geval: er werd een cursus aangeboden door het UWV gefinancierd met geld van het Ministerie van Sociale Zaken à raison van € 750,- per persoon! Gratis en voor niets een cursus van een halve dag per week en dat gedurende drie maanden!

Bij een aanbod denk je dat het je vrij staat om daar al dan niet ‘ja’ op te zeggen.
Maar u begrijpt het al: dit aanbod was verplicht voor degenen die dit in een persoonlijke brief aangekondigd hebben gekregen. Voor het bezoeken van de bijeenkomst was het tevens verplicht de betreffende brief mee te nemen. Ik voelde me speelbal van overheidsregelzucht met als enig doel om de enorme kosten van onze toeslagenfabriek gefinancierd te krijgen. De adem van mevrouw Klijnsma en anderen was bepaald onwelriekend en ik vroeg me af hoe ik zou reageren op die bijeenkomst.

Afin, ondergetekende behoorde dus tot de genodigden en toog naar de gloednieuwe UWV tempel en meldde zich in een grote hoge hal aan bij een van de 6 receptionistes. Nadat mijn naam een kruisje had ontvangen, werd ik verzocht op de eerste verdieping in wachtkamer 2 plaats te nemen. De aanblik van de mensen die daar al hadden plaats genomen, deed me beseffen dat de middag niet geheel rimpelloos zou gaan verlopen.
16 vrouwen en mannen, allemaal boven de 55 jaar oud en naar later bleek op één na, allemaal boven de 60 jaar oud, zaten daar enigszins gelaten, maar gezien hun houding zeker niet verslagen. Zou er onder deze voor elkaar onbekende groep mensen iets borrelen dat, gezien de situatie waarin men verkeerde, wellicht verwacht kon worden? Duidelijk zichtbare tekenen waren nog niet te herkennen.
Nee, overleg is er met elkaar niet geweest, zoveel werd mij duidelijk. Men kende elkaar niet, maar wist rond het thema van die middag, alles van elkaar!

Tegen aanvangstijd, kwam er een allervriendelijkste ambtenaar van het UWV ons verzoeken met hem mee te wandelen naar de cursusruimte.
Nadat iedereen een plekje had ingenomen, was een zekere spanning op meerdere gezichten af te lezen. Anderen zaten erbij alsof men wist dat er weer een bekend toneelstukje opgevoerd zou gaan worden.
Inderdaad bekend, zo bleek na enkele minuten. Velen hadden voor een jaar terug dezelfde cursus al eens meegemaakt en vroegen de cursusleider of deze keer wel succes verzekerd was.
De ambtenaar zei echter dat het UWV geen invloed heeft op werkgevers, maar wel op mensen met een uitkering, zodat hij en zijn collega’s er alles aan doen om door middel van dit cursusaanbod behulpzaam te zijn bij ‘profileren, solliciteren en presenteren’. Het gaf de man zichtbaar een goed gevoel dit te kunnen melden.

Tot dat moment geloofde hij nog dat zijn missie voor die middag zou slagen. Met enige nonchalance en nog wat zelfvertrouwen liep hij met een toetsenboord voor de PowerPoint presentatie voor de tafels langs en probeerde te achterhalen wat voor vlees hij in de kuip had.
Dat bleek voor de aanwezigen te doorzichtig en het bleef dan ook niet lang rustig. Meerdere mensen konden zich niet inhouden en wilde graag wat zeggen. De cursusleider zei op elke vraag te zullen ingaan, maar pas nadat hij zijn presentatie had gehouden. Immers: veel vragen zouden dan wellicht al beantwoord zijn. Hij kwam niet ver. Niet dat er vragen waren; was dat maar zo, dan had hij vanuit zijn positie deze kunnen beantwoorden. De meeste aanwezigen hadden natuurlijk helemaal geen vragen maar enkel opmerkingen:
– Een aantal ww’ers zei net een jaar geleden zo’n zelfde cursus gedaan te hebben en meldde dat niemand van die groep toen een baan heeft gekregen.
– Iemand anders zei tachtig sollicitatiebrieven geschreven te hebben, waarop hij 3 afwijzingsbrieven had gekregen met het argument dat hij helaas te oud was voor de functie, gezien de samenstelling van het team! Hij doet nu 24 uur per week vrijwilligerswerk en heeft het gevoel nu pas iets voor de maatschappij te betekenen. Hij heeft aangegeven niet langer nog te solliciteren.
– Een dame, volledig gecertificeerd in de financiële administratie, moest het voor een boekhoudfunctie afleggen tegen haar dochter van 26 jaar oud die letteren had gestudeerd en wel op gesprek mocht komen.
– Een aantal mensen had besloten er het zwijgen toe te doen, beseffende dat elk woord er een te veel is. Zij schudden hun hoofd en keken elkaar veelbetekenend aan.

Duidelijk was dat deze aanwezigen met zo veel levens- en werkervaring zich niet vrijwillig zouden laten knippen en scheren.

Echter: uit respect voor de onmogelijke opdracht van deze man (hij was ten slotte verplicht het subsidiegeld aan de man te brengen en hij was blij dat hij nog werk had), werd beleefd even de mond gehouden. De presentatie van oorspronkelijk ca 50 minuten, was in 10 minuten voorbij, omdat hij wel begreep dat hier geen kruit tegen opgewassen was. De laatste dia toonde redenen waarom er niet verplicht hoefde te worden deelgenomen.
Bewust van de onmogelijkheid om als vrienden uit elkaar te gaan, deed hij mondeling nog een laatste poging om in ieder geval niet met ruzie te hoeven eindigen: mensen boven de 63 jaar oud, waren ook niet verplicht deel te nemen, hetgeen geen gevolgen voor de uitkering zou hebben. Voor ruim de helft van de aanwezigen was dat dus goed nieuws. Ik mocht mij tot de gelukkigen rekenen.

Ik besloot mijn middagje UWV positief af te sluiten en gaf een collega van de cursusleider de nieuwe folder over het onvoorwaardelijk basisinkomen.
Zij bleek hier al meer over gehoord te hebben, knikte veelbetekenend en zei mij vriendelijk goeden dag. Zou er dan toch langzaam iets doordringen?

In plaats van de geplande 90 minuten, stond ik en  met mij de anderen alweer binnen 30 minuten buiten!
Even had ik een gevoel van overwinning op het systeem. Tenslotte zag ook de inleider in dat zijn missie geen zin had en dat hij dat ook begreep. Toch overheerste een gevoel van onmacht over de wijze waarop wij onze samenleving hebben laten verworden tot ‘ik voor mijzelf’ en ‘een bevoogdende overheid voor alle anderen’, waarbij de dominante Haagse politiek en slippen dragende media zo’n belangrijke rol spelen. Gelukkig zet het mensen overal in de maatschappij aan tot steeds meer nieuwe hoopvolle initiatieven, waarvan die voor de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen tot de meest structurele en veelbelovende behoort. We blijken als burger(s) tot veel in staat, misschien wel juist dank zij alle ellende.

Willem Gielingh