niet-arm-maar-toereikend

40% haalt het niet-veel-maar-toereikendcriterium niet

adriaanplankenDe actualiteit van het Basisinkomen – week 50 2014 – over De hoogte van het Onvoorwaardelijk Basisinkomen (OBi)

Hoe je het ook wendt of keert, bij veel voorstanders van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen is bestrijding van armoede[1] en een betere verdeling van betaalde arbeid de zaak waar alles om draait. Hierom lijkt het voor de hand liggend uit te gaan van een OBi dat hoog genoeg om uit de armoede te blijven. Ook ligt het voor de hand om de hoogte van het OBi te bepalen aan de hand van de kosten voor levensonderhoud voor een alleenstaande. De vier criteria waaraan het OBi volgens ons moet voldoen zijn immers dat, naast dat het voldoende hoog en onvoorwaardelijk is, iedereen het individueel krijgt.

Armoede in Nederland
Over wat armoede is bestaat geen eenstemmigheid. Er wordt vaak beweerd dat er in Nederland geen armoede bestaat, zelfs door onze minister president. Wij kennen namelijk het sociaal minimum: een bedrag dat iedereen minstens nodig heeft om in zijn of haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Het is gelijk aan de hoogte van de bijstand. De hoogte daarvan is gekoppeld aan het minimumloon. De hoogte daarvan aan de ontwikkeling van de gemiddelde cao-lonen. Welke “gentlemen’s agreement” daaraan ten grondslag ligt is mij niet bekend. Voor alleenstaanden van 21 jaar en ouder (tot de pensioengerechtigde leeftijd) komt het in ieder geval neer op € 679,75. Met de vakantie- en zorgtoeslag erbij wordt dit € 798,75. Na aftrek van de verschuldigde belasting € 734,00. Verder lezen