Dat er weinig belangstelling is om te gaan stemmen, is een hoopvol signaal!
Hoopvol, omdat het failliet van ons partijpolitieke systeem op weg is naar nieuwe vormen van democratie. Het is uit de tijd om aan de ene kant burgers vanuit de overheid een steeds grotere verantwoordelijk te geven (participatiemaatschappij), maar hen voor dom te houden wanneer het gaat om het treffen van maatregelen die hen zelf aangaan.
Je stem geven waar vervolgens vier jaar gelegitimeerd gebruik (misbruik) van gemaakt wordt, past niet meer in een samenleving waarin wij als zelfstandig denkende burgers verantwoordelijkheid willen dragen voor zaken die ons en onze omgeving aangaan.
Wanneer ik voor een kleinere overheid ben en op rechts zou moeten gaan stemmen, dan stem ik tegelijkertijd in met meer neoliberale marktwerking of ik dat nu wil of niet; wanneer ik voor minder inkomensongelijkheid ben (bij links), dan gaat de overheid me nog meer bevoogden. Op gemeentelijk en provinciaal niveau is dat niet anders. Als stemmers hebben we geen invloed op de coalitievorming, waardoor onze stem voor een bepaalde richting verwatert en wij pas na vier jaar (!) met een volgende stem onze afkeuring mogen laten blijken.
Dat is uit de tijd. De verzuiling (ideologieën) moet zo langzamerhand toch meer gaan evolueren naar een meer single issue politiek bedrijf. Vormen van directe democratie doen recht aan de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van elke burger afzonderlijk. Laten we een voorbeeld nemen aan Zwitserland en veel staten in de USA waar dit al decennia in praktijk gebracht wordt.
Maar zo goed als dat het onvoorwaardelijk basisinkomen er zal moeten komen, zullen vormen van directe democratie uiteindelijk een bom leggen onder het uit de tijd zijnde partijpolitieke systeem. De verantwoordelijken zullen hun macht moeten gaan delen en minder pluchegevoelig politiek moeten willen bedrijven.
Of je moet gaan stemmen, daar wil ik geen oordeel over geven, ik weet wel dat ik niet stem en hoop daarmee te laten zien dat ik het als burger anders wil. Dat geldt niet in de laatste plaats ook voor Europa.
Willem Gielingh