Basisinkomen en directe democratie

directedemocratie
Foto: de ‘Landsgemeinde’ (jaarlijkse volksvergadering) in het Zwitserse kanton Glarus. Op de Landsgemeinde worden alle wetten die in het afgelopen jaar zijn voorbereid, via stemmen met handopsteken goed- of afgekeurd. Directe democratie via referendum en volksinitiatief is in feite een moderne vorm van volksvergadering, waarbij de burgers niet meer fysiek bijeenkomen en waarbij het stemgeheim gewaarborgd is.

Het streven naar directe democratie is in mijn beleven groeiende.  Op gemeentelijk niveau is er sinds de jaren ’90 sprake van een klein direct-democratisch springtij. Vanaf 1990 tot eind 2012 zijn er 146 gemeentelijke referenda gehouden (provinciale referenda zijn er nog niet geweest). Ook hebben sinds de jaren ’90 een flink aantal gemeenten, evenals 3 provincies (Noord-Holland, Friesland en Limburg), rechten gegeven aan hun burgers om zelf correctieve referenda aan te vragen. In 2005 vond zoals iedereen nog weten zal een vooralsnog eerste nationale referendum sinds 1815 in het moderne Nederland plaats en wel over de invoering van een Europese Grondwet.

Sinds 2000 spant het ReferendumPlatform (www.referendumplatform.nl) zich in voor invoering van goede referendumwetgeving in Nederland. Op het ogenblik wachten we op de goedkeuring door de Eerste Kamer van een wetsvoorstel voor een correctief referendum waar sinds 2005 aan gewerkt is door ditzelfde Platform.

In het voorjaar 2013 startte het Netwerk Democratie met “Volgdewet”. Hieruit ontstond het idee voor ‘Maakdewet!’, de campagne voor invoering van het volksinitiatief in Nederland, waarvan op 8 november jongstleden een kick-offbijeenkomst plaats vond. De initiatiefnemers hiervan – Netwerk Democratie, het ReferendumPlatform en  Stichting Agora Europa – willen het mogelijk maken dat burgers en organisaties straks het initiatief tot het organiseren van nationale referenda over hun eigen voorstellen. Dit gaat nog een stap verder dan het correctief referendum (via welke burgers wel parlementaire wetten en verdragen kunnen tegenhouden, maar nog niet hun eigen burgervoorstellen ter stemming kunnen brengen).

Als het volksinitiatief eenmaal gerealiseerd is, dan zou het ook mogelijk zijn om een referendum aan te vragen over de invoering van het basisinkomen. In Zwitserland is dat binnenkort al zover: in september 2013 diende een burgergroep ruim voldoende handtekeningen in voor een referendum over invoering van een basisinkomen in de Zwitserse grondwet. Momenteel buigen de regering en het parlement zich over het volksinitiatief; over enkele jaren zal dit referendum gehouden worden. Het is bij lange na niet zeker dat het referendum een ‘ja’ oplevert. Maar in ieder geval is het in Zwiterland mogelijk om een brede publieke discussie over invoering van het basisinkomen af te dwingen. In Nederland wordt zo’n discussie telkens in de kiem gesmoord en durft geen enkele politieke partij er echt een thema van te maken.

Onderdeel van de ‘Maak de Wet!’-campagne is dat de initiatiefnemers zelf op basis van een brede discussie een wetsvoorstel schrijven dat het volksinitiatief mogelijk maakt. Iedereen wordt uitgenodigd mee te denken via bijeenkomsten en de Facebook- en Tumblr-pagina’s, aldus Josien Pieterse van Netwerk Democratie.

Het is volstrekt uniek in Nederland dat burgers zelf een wetsvoorstel gaan schrijven. Op een gegeven moment hebben we de steun van Tweede-Kamerleden nodig om dit in te dienen, maar dat doen we te zijner tijd wel”, aldus Niesco Dubbelboer, oud-Kamerlid, mede-oprichter van het ReferendumPlatform en initiatiefnemer van het referendum over de Europese Grondwet in 2005.

We laten ons wetsvoorstel inspireren door de beste buitenlandse voorbeelden. In veel Westerse landen kunnen burgers en organisaties al decennia hun eigen wetsvoorstellen aan referenda onderwerpen. De maatschappelijke en politieke effecten hiervan zijn van alle kanten onderzocht en over het algemeen positief”, zegt Arjen Nijeboer, woordvoerder van het ReferendumPlatform.

Partijpolitiek lijkt haar langste tijd  te hebben gehad. Verder dan de invloed bij verkiezingen op de zetelverdeling gaat de inbreng van de burgers feitelijk niet. Hoe de politiek in ons land functioneert is bekend. In een directe democratie gaat dit in ieder geval ten dele anders. Daar krijgen de burgers door het feit dat zij direct hun invloed kunnen laten gelden in ieder geval erkenning voor het feit dat zij voor het democratisch functioneren van hun land onontbeerlijk zijn. Zij zijn het immers die de regeringsbesluiten dragen, uitvoeren en financieren middels de belastingen. Dit is mede hét argument voor het onvoorwaardelijk verlenen van burgerrechten. Het reilen en zeilen van een staat is als het ware afhankelijk van het antwoord dat door de burgers gegeven wordt op het referendum dat dagelijks virtueel gehouden wordt.

Basisinkomen
Hier zou je ook een argument voor het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBi) in kunnen zien. Daarmee  zou namelijk een verdere erkenning van deze afhankelijkheid van de staat, dus van de burgers van elkaar tot uiting komen. Een onvoorwaardelijk basisinkomen brengt een versterking van de soevereiniteit van mensen met zich mee.

Bij alle voorstanders van en OBi die ik ken en die al een tijdje langer actief zijn in deze richting bemerk ik steeds weer dat zij wat afstandelijker naar een en ander zijn gaan kijken. Enerzijds ter bescherming van zichzelf zodat zij bij uitblijven van onmiddellijk succes niet ook vrij snel opgebrand zullen zijn. Anderzijds omdat zij bang zijn dat als het te vroeg door politici opgepakt wordt het OBi op een gecorrumpeerde manier wordt neergezet. In India zie je hoe politici proberen er hun eigen slag mee te slaan nu de regering de Cash Transfer over het hele land wil uitrollen.

Wat zou te vroeg kunnen zijn?
Als de burgers nog niet voldoende weten waar het OBi eigenlijk voor bedoeld is, namelijk: iedereen een materiële basis verschaffen om zijn/haar leven naar eigen inzicht te kunnen leiden. Alle andere reden zijn hiervan afgeleid.
Tijdens de laatste bijeenkomst van het Europees Burgerinitiatief Comité 8 december jongstleden is mij weer eens nog duidelijker geworden, dat de stand van zaken met betrekking tot hoe wij – in Europees verband en wat mij betreft ook in Nederland – verder willen gaan is:

  1. blijf de kennis met betrekking tot het OBi verspreiden wanneer, waar en hoe vaak je maar kan
  2. timmer aan de weg in Europa, je eigen land om minstens tot het opzetten van onderzoek van het toepassen van een OBi te komen
  3. pleit voor pilotstudies waar dan ook in de westerse wereld (Is het resultaat van het referendum ervoor in Zwitserland positief, dan gaat het daar al lopen over een aantal jaren)
  4. ga voor directe democratie (wanneer de kennis voor wat betreft het OBi voldoende is verspreid zullen we het alleen maar goed via een beslissend referendum kunnen bereiken.) (Bij meerder niet representatieve steekproeven bleek steeds weer dat ongeveer 65% van de ondervraagden voor de invoering van een OBi waren…)

Auteur: Adriaan Planken, Voorzitter VBi

Interessante weblinks: