Dit stuk is geschreven voor de conferentie van BIEN 2012 in München op 14/15/16 september 2012.
1. volgorde voor de invoering
Wij hebben het stuk voor de conferentie gekregen met de titel : “Basisinkomen en de perverse wereld-arbeidsmarkt”. Als de analyse van dat stuk klopt is de invoering van een basisinkomen een onmisbaar element bij de reorganisatie van het wereld-economisch systeem, immers liberalisatie van de arbeidsmarkt is het belangrijkste element in die reorganisatie.
Om dat te bereiken is het wezenlijk om de belastingen die nu geheven worden op de arbeid te verleggen naar de producten c.q. de grondstoffen. Inkomen is feitelijk ook een rekengrootheid en geen materiële categorie, inkomen heft met het milieu niets te maken producten des te meer. Vaak wordt als argument tegen de zgn. Indirecte belastingen gehoord dat zij de laagste inkomens (de armsten) het hardste treffen. Om dit te ondervangen kan er onderscheid gemaakt worden in productsoorten dwz. hogere belastingen op luxere goederen.
Een volgende stap bij de invoering van een basisinkomen is om de sociale uitkeringen de naam basisinkomen te geven en deze dan onvoorwaardelijk te maken. Ook de huidige salarissen kunnen worden geheretiketteerd, namelijk een gedeelte heet basisinkomen en het meerdere heet surplus.
Geleidelijk worden de bedrijven via loon subsidies en vermindering van de loonkosten schadeloos gesteld voor de betaling van het basisinkomen dat in eerste instantie een deel van het loon beslaat; uiteindelijk wordt de subsidie afgeschaft en wordt het basisinkomen via de staat verstrekt. Al naargelang de lonen worden ontlast wordt belasting geheven op de grondstoffen en misschien ook op vermogen, op grond etc. . Op deze wijze wordt ook het geld dat nodig is om het basisinkomen te betalen aan mensen die geen uitkering hebben en ook niet werken, bij elkaar gebracht.
Ondanks dat de maatregelen hierboven genoemd nogal drastisch lijken zijn in de praktijk de bedragen niet enorm, immers ook nu worden inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting door de ondernemers ook al in de prijzen doorberekend.
2. Weerstand in de samenleving
De belangrijkste sta in de weg voor de invoering van het basisinkomen is zonder meer van morele aard. Het is moeilijk voor mensen, dat er betaald wordt zonder dat er enige vorm van werk tegenover staat. Misschien zou het aan de orde zijn om een soort van formele dienstbetrekking ten opzichte van de staat voor in het leven te roepen. Misschien is ook een term als participatie inkomen acceptabeler dan basisinkomen, omdat daar een opdracht in vervat is, namelijk meedoen aan het sociale leven. Morele en politieke leiders zijn echter nodig om het basisinkomen aan de man te brengen c.q. om het acceptabel te maken.
3. Medestanders.
Het basisinkomen is volledige in overeenstemming met milieubewegingen en duurzaamheid, immers de invoering van een basisinkomen op wereldschaal zal in ieder geval leiden tot een forse afname van het goederenvervoer over de wereld en een stimulans zijn voor de ontwikkeling van plaatselijke en regionale economiën. Ook de Occupy beweging, die de rol van het globale bankwezen wil terugdringen komt met een basisinkomen aan zijn trekken, ofschoon daarbij ook nog een Tobintax ingevoerd zou kunnen worden.
Door de invoering van een basisinkomen wordt de wereld minder gecompliceerd en daardoor overzichtelijker en dus ook democratischer, crisissen zijn daardoor beter te overzien en te managen.
Augustus 2012, Leon J.J. Segers, Maastricht