In antroposofische kringen is het basisinkomen – een vast maandinkomen voor iedere burger zonder enige tegenprestatie – een hot item. De antroposoof en self-made miljardair Götz Werner voert campagne voor de invoering daarvan en vanuit het Goetheanum werkt oud-AviN-voorzitter Paul Mackay eraan. Maar veel onderbouwingen en concrete voorstellen van de voorstanders rammelen aan alle kanten. Veel driegeleders wijzen het basisinkomen daarom af. In een Antwerpse economiewerkgroep onder leiding van dr. Jos Verhulst is echter een geheel nieuwe visie ontwikkeld waarin het basisinkomen verschijnt als een logisch en zelfs noodzakelijk onderdeel van een modern schenkgeldsysteem. In dit licht blijken veel raadselachtige uitspraken van Rudolf Steiner verrassend logisch op elkaar aan te sluiten. Deel 2 (en slot) in een serie over ‘De financiële crisis en de driegeleding’. Verder lezen
steiner
Het basisinkomen bekeken vanuit een economisch perspectief
De financiering van een basisinkomen is een kwestie van de economisch goed doordachte en sociaal rechtvaardige vormgeving van de toename en verdeling van waardecreatie.
Wanneer we tegenwoordig praten over de mogelijkheid van een basisinkomen in Europa, dan danken we dat aan ontwikkelingen waarvan de principes na de Middeleeuwen in de periode van de Verlichting aanvaard werden. Zij brachten ingrijpende veranderingen met zich mee:
- Op cultureel gebied trad de secularisatie in waardoor er een scheiding kwam tussen kerk en staat. De kerk boette aan maatschappelijke dominantie in. Tegelijkertijd ontstond een humanistisch mens- en wereldbeeld.
- De deling van de macht door de scheiding van de uitvoerende-, wetgevende- en rechterlijke macht heeft een moderne rechtsstaat mogelijk gemaakt.
- De deling van de arbeid werd de basis voor het bedrijfsleven, dat een
wereldwijde economische dimensie kreeg.
Door arbeidsdeling is het economische leven compleet veranderd en wel van zelfvoorziening naar een wereld omspannende ordening. Dit ging gepaard met de fabricage van een diversiteit aan productiemiddelen. Daardoor kon de economische productiviteit aanzienlijk toenemen. Een overdaad aan waardevermeerdering was geboren. De toename ervan brengt het vraagstuk van de verdeling van waardecreatie met zich mee. Een basisinkomen krijgt in deze context een economische grondslag. Verder lezen