“Vaarwel aan de dubbele dienstbaarheid van baan en mannelijke bescherming” [1] – een feministische reflectie op het basisinkomen
Het basisinkomen wordt door het loskoppelen van inkomen en arbeid vaak gezien als een kans om werk opnieuw te definiëren. Op het eerste gezicht biedt dit interessante idee de mogelijkheid om een aantal activiteiten die buiten de loonarbeid vallen te herwaarderen: politieke strijd met gelijkgezinden, … het ondernemerschap of een opleiding … Maar is een basisinkomen ook gunstig voor de emancipatie van vrouwen? Markeert het, zoals sommigen denken, de terugkeer van vrouwen naar de privésfeer of geeft het iedereen juist een grotere keuzevrijheid in zijn of haar leven? Hierbij enkele lijnen die richting kunnen geven aan het debat.
Werk is een diep gewortelde waarde in de vrouwenstrijd
De (lange) strijd voor het vrouwenkiesrecht heeft geleid tot een bepaalde erkenning van vrouwen als volwaardige burgers. [2] Hoewel deze erkenning cruciaal is, beseften vrouwen ook al vroeg dat het in het dagelijks leven niet voldoende is om onafhankelijkheid en werkelijke emancipatie te waarborgen.
Waarvoor dient het om je af en toe middels een stembriefje uit te mogen spreken, als je in het leven van alledag afhankelijk bent van een echtgenoot … en zijn salaris? In 1949 zei Simone de Beauvoir heel duidelijk dat “de vrouw – echtgenote of courtisane – die voor haar levensonderhoud afhankelijk is van een man, niet vrij is alleen omdat zij een stembiljet in handen heeft; hoewel haar levenspad minder dwingend is voorgeschreven dan vroeger hebben deze vrijheden haar situatie niet wezenlijk veranderd; haar toestand is nog steeds vergelijkbaar met die van een vazal. Door te werken heeft de vrouw de bijna onoverbrugbare kloof, die tussen haar en de man bestond, geslecht. Alleen werk kan haar echte vrijheid verzekeren.” [3] Politieke rechten moeten daarom aangevuld worden met economische rechten. Dat is de reden waarom toegang tot de arbeidsmarkt synoniem staat voor financiële onafhankelijkheid en werken buitenshuis daarom al lang het kompas is waarop feministische bewegingen varen.
Rijmt een baan wel echt met emancipatie?
Enkele fasen verder in de sociale strijd, zijn er helaas redenen om teleurgesteld te zijn. Hoewel werken (lees “het hebben van een baan”) voor vrouwen tegenwoordig nagenoeg de sociale norm is geworden, is er ondanks de opmerkelijke vooruitgang, nog een lange weg te gaan voor er echte gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de werkvloer is: loonverschillen en discriminatie zijn nog steeds aan de orde van de dag. [4] Kunnen wij er trouwens, in het licht van de huidige (en toekomstige) crisis van de arbeidsmarkt, nog steeds een middel voor emancipatie in blijven zien? Als je geen werk hebt, moet je “geholpen” worden. Als je een baan hebt, maken stress en concurrentie die vaak tot een onplezierige bezigheid. Onder dreiging van de massale werkloosheid werd het steeds normaler om nutteloos werk te accepteren of werk dat tegen je persoonlijke overtuigingen in gaat.
Er bestaat ook nog zoiets als uitbuiting binnen het gezin, die vrouwen vaak “een dubbele dag” oplevert, zodat – als er geen radicale verandering in de organisatie van het huishoudelijke werk komt – werk nooit zijn belofte van vrijheid zal waarmaken. Terwijl sommige vrouwen daadwerkelijk hooggeplaatste posities bereiken waarin zij zich kunnen ontplooien, zijn het nu soms andere vrouwen, armer en vaak immigrantes, die het onzichtbare werk doen, huishoudelijke taken op zich nemen of de zorg voor de kinderen. Vandaar ook dat ik mij de vraag stel: hoe voorkomen we dat de emancipatie van een deel van de vrouwen ten koste gaat van een ander deel van de vrouwen? Dat op het terrein van de arbeid naast het onderscheid tussen de seksen ook nog een internationale taakverdeling wordt toegevoegd? Je kan toch niet van emancipatie spreken als je mannelijke dominantie hebt afgeschud en ingeruild voor financiële uitbuiting. Het is op die nieuwe uitdagingen waar het basisinkomen voor een groot deel een antwoord op kan geven.
Wat is een basisinkomen? [5]
Het algemene idee is eenvoudig en draait om minimaal drie criteria. Doel is het creëren van een inkomen, dat:
- universeel is, dat wil zeggen, het wordt uitbetaald aan alle inwoners van een bepaald gebied;
- het wordt regelmatig uitgekeerd op individuele basis en niet per huishouden of gezin zoals nu vaak bij de sociale zekerheid het geval is; en
- het is onvoorwaardelijk, er wordt dus geen rekening gehouden met andere bronnen van inkomsten, er hoeft geen tegenprestatie geleverd te worden en men hoeft niet beschikbaar te zijn voor werkzaamheden.
Deze definitie geeft in een notendop uiteenlopende visies op het basisinkomen weer, dat ook wel universele toelage, universeel loon, burgerinkomen, garantie-inkomen, onvoorwaardelijke gift ter bevordering van zelfstandigheid [6], burgergift, of levensloon [7] wordt genoemd. Waarom zo’n verscheidenheid aan termen?
De hoogte van het uit te keren bedrag, de wijze van financiering, de verschillende methoden van invoering hangen immers af van het gekozen model: variërend van ongeveer € 400 tot € 1500 per maand; in aanvulling op of in plaats van de huidige hulpprogramma’s; in euro’s, in een lokale munt of als ‘zachte’ valuta [8]; in de vorm van onttrokken waarde (’trekkingsrechten’ op natuurlijke hulpbronnen zoals water, recht op huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg); of zelfs in combinatie met de invoering van een vaststaand maximum inkomen … Onze verbeelding is de enige beperking voor het vinden van een optimaal model!
Ik rijg hier dus opzettelijk al deze voorstellen en begripsbepalingen aan elkaar. Niet dat ze allemaal gelijk zijn of op elkaar lijken. Daarnaast heeft elk model zijn eigen voor- en tegenstanders. Ze voldoen niettemin allemaal aan de drie bovenstaande criteria (universeel, individueel, onvoorwaardelijk) – wat gezien de richting die het huidige beleid neemt, al een enorme gemeenschappelijke verworvenheid is die we niet kunnen negeren.
Onafhankelijkheid, met of zonder baan
Volgens Samira Ouardi zou een basisinkomen “de onafhankelijkheid van vrouwen, die nu de grote verliezers van het loonkapitalisme zijn en daarmee de eerste precairen, ongetwijfeld versterken”. [9] Een basisinkomen geeft, omdat het individueel uitgekeerd wordt en niet aan een huishouden en omdat het een levenlang doorloopt, echte economische onafhankelijkheid. [Noot 10] Geen financiële afhankelijkheid meer van een echtgenoot met wie je een verstoorde verhouding hebt. Laten we in plaats daarvan kiezen voor meer vreugdevolle onderlinge afhankelijkheden. En jammer dan voor de waarschijnlijk lichte stijging van het aantal echtscheidingen … [Noot 11]
Het moet ook duidelijk zijn dat individualisering van rechten niet de weg opent naar een individualistische samenleving. Eerder het tegendeel. Tegenwoordig hangen bepaalde regelingen voor sociale bijstand af van de situatie van de persoon: zij kunnen lager zijn voor samenwonenden en zullen dus het effect van “straffen” hebben op mensen die samenwonen. Een basisinkomen daarentegen is voor iedereen hetzelfde of je nu alleen woont, met zijn tweeën of met zijn tienen en is eerder gunstig voor degenen die hun huur delen. Het stimuleert dus om meer samen te wonen, terwijl het een uitweg biedt aan mensen voor wie dit geen goede optie is. Het maakt betere keuzes mogelijk om wel of niet een verbintenis aan te gaan en door samenleven niet te “bestraffen”. Om maar te zwijgen over het feit dat het veel huisgenoten de overdreven sociale controle – ethisch zeer aanvechtbaar en economisch beschouwd absurd – zou besparen.
Bovendien zou een basisinkomen het makkelijker maken om een professionele loopbaan te combineren met het privéleven en de behoeften, situaties, enz. die zich in de loop van een leven aandienen. Dit geldt voor vrouwen èn voor mannen. Laten we hopen dat deze mogelijkheid leidt tot een bezinning op de verdeling van taken binnen het gezin en dat deze kans de vrije keuze van ouders om over hun tijd te beschikken gunstig beïnvloedt.
Zal het basisinkomen ’traditionele’ rollen versterken?
Ondanks al deze argumenten voor het basisinkomen blijft bij een aantal feministen grote angst bestaan: wat als dat inkomen slechts een voorwendsel was om vrouwen weer terug te sturen naar huis en ze opnieuw te veroordelen tot het doen van enkel huishoudelijk werk, de zorg voor het gezin en de kinderen en de ‘lusten’ van de arbeidsmarkt overgelaten worden aan mannen? Deze visie die ten grondslag ligt aan een zekere minachting (was het wel onvrijwillig?) voor vrouwen die er bijvoorbeeld voor kiezen om de zorg voor hun kinderen op zich te nemen, onderschat bovendien de enorme hoeveelheid werk [die nodig is] om dat tot een goed einde te brengen.
Als we rekening houden met deze waarschuwing tegen neo-conservatieve krachten, zien we snel de grenzen ervan. Inderdaad, gekscherend, zou men kunnen zeggen dat als ze er niet toe gedwongen werden (omwille van hun overleving), vrouwen niet zouden werken en zich thuis zouden laten opsluiten. Zou dus alleen een verplichting om te werken een waarborg zijn voor mogelijke gelijkheid en deelname van allen aan de samenleving? Deze socialistische visie op vrouwenemancipatie lijkt niet alleen onwenselijk, maar zal vroeg of laat ook botsen met de realiteit, de toestand van de werkgelegenheid.
Omdat ’thuis blijven’ niets meer betekent …
Over het algemeen kan gezegd worden dat het basisinkomen aanspoort tot nadenken over hoe wij aankijken tegen werk en wat “bijdragen aan de maatschappij” betekent. Wat opvalt is dat het de tegenstelling tussen “een baan hebben” en “thuis zitten” vervaagt, alsof het feit dat je nu geen baan hebt vanzelfsprekend betekent dat je je uitsluitend bezighoudt met wat zich in het warme coconnetje van het gezin afspeelt. Terwijl er talloze manieren zijn om je tijd te vullen, om bij te dragen aan de samenleving, om creatief te zijn …
Natuurlijk is het basisinkomen alleen geen wondermiddel: we moeten niet het risico lopen om “de huid te verkopen voor de beer geschoten is”, we moeten het beoordelen als aanvulling op en niet in plaats van andere sociale eisen, zoals de luide roep om gelijke beloning tussen mannen en vrouwen, behoud van het minimumloon, enz. Dit is een absoluut noodzakelijke voorwaarde die de hoop rechtvaardigt dat een basisinkomen zich beweegt in de richting van sociale vooruitgang.
Het basisinkomen is een bodem die een veelheid aan keuzes in het leven van een ieder zou vergemakkelijken. De keuze voor een baan of geen baan. Samenwonen met iemand, of alleen leven. Om als je dat wil gemakkelijker van levensstijl te veranderen. En om in vrijheid een eigen weg te kiezen naar emancipatie, dat geeft al kracht om te handelen. Om al deze redenen moet het basisinkomen stellig besproken worden door feministische bewegingen.
Dit stuk werd eerder door Barbara Garbarczyk geplaatst op http://www.barricade.be/publications/analyses-etudes/sortir-double-servitude-un-metier-une-protection-masculine-une met als titel “Sortir de la double servitude d’un métier et d’une protection masculine” – pour une réflexion féministe sur le revenu de base. Waarna het in december 2014 gepubliceerd is in L’Inconditionnel, de eerste Franstalige en gratis verspreide papieren krant, die geheel gewijd is aan het onvoorwaardelijk basisinkomen, zie ook www.linconditionnel.info
Vertaald uit het Frans door Florie Barnhoorn, zie https://floriebarnhoorn.wordpress.com/
NOTEN
- [1] Simone de Beauvoir, De tweede sekse, Folio, 1949, p. 589.
- [2] Februari 1944 in Frankrijk, 1948 in België (1920 gemeenteraadsverkiezingen), in 1971 in Zwitserland.
- [3] Simone de Beauvoir, op. cit., p. 587.
- [4] Zie bijvoorbeeld l’Observatoire des inégalités (Waargenomen ongelijkheden): www.inegalites.fr.
- [5] Deze passage is overgenomen uit mijn analyse “Revenu garanti et monde associatif” (Garantie-inkomen en de associatieve wereld), Barricade, 2013. Beschikbaar op http://www.barricade.be/publications/analyses-etudes/revenu-garanti-monde-associatif.
- [6] La dotation inconditionnelle d’autonomie (DIA) of onvoorwaardelijke gift ter bevordering van de zelfstandigheid, zie bijvoorbeeld http://fr.wikipedia.org/wiki/Revenu_de_base en http://www.projet-decroissance.net/, is de versie van het basisinkomen waarbij het idee van ‘onttrokken waarde’ (ieder mens heeft recht op zijn of haar aandeel in de natuurlijke rijkdommen) een grote rol speelt. Zij wordt verdedigd door aanhangers van afnemende groei.
- [7] Het salaris voor het leven, verdedigd door Bernard Friot verschilt van een basisinkomen in de zin dat het niet gecombineerd wordt met andere inkomsten, maar het huidige salarissysteem volledig vervangt, met salarissen variërend van 1500 € tot 6000 € (1500 € is dan “de veiligheidsvoet” en onvoorwaardelijk)
- [8] Zie http://fr.wikipedia.org/wiki/Monnaie_fondante. ‘Zacht geld’ is geld dat na verloop van tijd in waarde daalt. Zie de bedragen op het plaatje op de webpagina van de hierboven genoemde wiki: de 100 mark die in januari 1919 is uitgegeven, is in december 1919 nog maar 90 mark waard.
- [9] Ouardi Samira,«Le Revenu universel: outil de lutte féministe?» (Het universele inkomen: een wapen in de vrouwenstrijd?), in Mouvements, 2013 / 1 n° 73, p. 79-82.
- [10] Bedenk dat individualisering van rechten altijd een belangrijke eis van feministische bewegingen is geweest.
- [11] Volgens een pilot-onderzoek in de Verenigde Staten in de jaren 1970, steeg het aantal echtscheidingsverzoeken onder vrouwen licht, uit: “Van ieder (vrijwillig) naar zijn vermogen, aan ieder (onvoorwaardelijk) volgens zijn behoeften.” Interview met Philippe Van Parijs, in Mouvements, op. cit., p. 155-174.
Verder lezen:
- De krant L’Inconditionnel, op papier uitgegeven december 2014. Ook te lezen op internet, zie www.linconditionnel.info.
- Ouardi Samira, Le revenu universel: outil de lutte féministe? (Het universele inkomen: instrument in de vrouwenstrijd?) In Mouvements, 2013/1, No. 73, p. 79-82.
- De film Un Revenu pour la vie van Michael Le Sauce, 2014.
- www.revenudebase.be
- www.reseau-salariat.info