In het laatste verschenen nummer van SPANNING, een uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SP (jaargang 16, nummer 8, september 2014) staat een vrij groot interview met Paul Ulenbelt onder de titel “Een basisinkomen voor iedereen: sympathiek idee of verwerpelijk voorstel?” Het is de moeite waard om te lezen. Alleen al om de huidige visie van de SP op het sociale klimaat. De laatste zin is:”Werkende mensen hebben recht op een groter deel van ‘de taart’, maar daar is klassenstrijd voor nodig. Als iedereen een basisinkomen krijgt, dan kun je dat wel vergeten.”
Het is jammer dat de heer Ulenbelt vervalt in extremen. Zo benadrukt hij dat het basisinkomen vooral een liberaal idee zou zijn – wat overigens door de geschiedenis van dit idee (zie ook hier) wordt tegengesproken -. Dan stelt hij een hoogte[1] van het basisinkomen voor van 1800 euro (geen idee hoe hij op dat bedrag komt), daarna suggereert hij echter dat het basisinkomen niet meer dan een paar honderd euro per maand zou bedragen en weer verderop stelt hij dat volgens de “meest riante” berekening een basisinkomen hoogstens 700 euro zou kunnen bedragen, waarmee je het armoedeprobleem niet kan oplossen.[2]
Zijn argumenten tegen een basisinkomen zijn:
- de solidariteit wordt verlaagd omdat de vakbonden daarmee buitenspel worden gezet. Vakbonden zouden met het bestaan van een basisinkomen immers niet meer serieus genomen worden door de werkgevers, en mensen met flexibele jobs zijn vaak slecht georganiseerd en ondervertegenwoordigd in de vakbonden;
- de lonen zouden omlaag gaan, omdat mensen immers al een financiële steun in de rug hebben;
- de positie van werkenden zou ondermijnd worden, want mensen met flexibele jobs zijn vaak slecht georganiseerd en ondervertegenwoordigd in de vakbonden;
- de invoering van het basisinkomen zou funest zijn voor het systeem van sociale zekerheid doordat het basisinkomen niet genoeg zou zijn om van te leven en de werkenden dan juist wel aannemen dat ieder individu genoeg krijgt en zij zich dus geen zorgen hoeven te maken om de mensen zonder baan;
- het zet de mensen die niet mee kunnen komen genadeloos aan de kant.
Als socialist gaat Paul Ulenbelt uit van het principe dat je een samenleving met zijn allen opbouwt en daarom is hij voor het in stand houden van het prachtige systeem van de sociale zekerheid dat door de vakbeweging is bevochten. ”Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en daarom moet de overheid garant staan voor goede sociale voorzieningen. Daartegenover staat dat iedereen ook de plicht heeft om naar vermogen bij te dragen aan de samenleving. Het idee van bijdragen aan de samenleving mis ik in het idee van het basisinkomen. Tegen de achtergrond van de werkeloosheid lijkt het basisinkomen een sympathieke oplossing. Je hoeft er niets voor te doen. Je krijgt het zo in het schoot geworpen. Wie gaat er nog werken als het basisinkomen hoog genoeg is? Wie gaat dan al het werk doen dat gedaan moet worden om de samenleving draaiende te houden?”
Paul Ulenbelt, heb je toevallig de film “Basisinkomen – een cultuurimpuls” bekeken? Want deze laatste zinsnede lijkt er letterlijk uit overgenomen. En jouw antwoord op de vraag wie er nog gaat werken, is: “Ik niet. Ik zou mijn tuin niet meer uitkomen”. Geen probleem, Paul. Dat mag. De meesten mensen antwoorden echter: “Ik zou mijn droom gaan najagen en écht iets gaan betekenen voor de samenleving.” Jij zegt: “Je werk is niet alleen een bron van privé-inkomsten, het is ook jouw bijdrage aan de samenleving.” Zouden de meesten mensen dit op het ogenblik zo voelen? Dat zij hun bijdrage aan de samenleving leveren door hun werk? Je zegt ook: “Alsof sommige linkse voorstanders van het basisinkomen het recht op luiheid bepleiten. Het recht op niet meedoen.” Met wie heb jij over het basisinkomen gesproken? Waarschijnlijk niet met voorstanders van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen dat bestemd is voor iedereen, individueel, zonder verplichte tegenprestaties, zonder partnertoets, zonder vermogenstoets en dat hoog genoeg is om sober van te kunnen leven en als volwaardig burger aan de samenleving deel te kunnen nemen.
De meeste tegenargumenten die jij aanvoert berusten op speculatie.
De resultaten van alle experimenten (zoals dit project in India) die wij tot nog toe kennen – feiten dus – wijzen op het tegengestelde: meer solidariteit, betere hygiëne, meer mensen volgen onderwijs, de volksgezondheid en het ondernemerschap nemen toe. En zeg nu zelf: waar vind je meer solidariteit dan tussen mensen die zonder voorwaarden iets aan elkaar geven?
Jouw standpunt is: “Je moet daarentegen het minimumloon verhogen, de bijstandsuitkering, het werk beter verdelen. Meer werkgelegenheid creëren”. Is dat laatste niet al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw de leus? Zijn we daar ooit in geslaagd? Is dit niet gewoon fictie? Wat gebeurt er in de praktijk met de minimumlonen en de uitkeringen?
Hoe demotiverend zijn momenteel de voorwaarden om een uitkering te mogen ontvangen! Je wordt daardoor niet gestimuleerd om activiteiten te ontplooien, nee, je wordt er juist door begrensd. Hoeveel mensen zouden zich niet vrijer voelen met een onvoorwaardelijk basisinkomen, om zich op hun eigen manier in te kunnen zetten voor de samenleving? Zoveel mensen die zich nu met veel moeite inzetten, en zoveel mensen die er niet (in geld) voor gewaardeerd worden! Denk aan al het vrijwilligerswerk dat mensen doen, inclusief mantelzorg, het huishouden en het opvoeden van kinderen!
Hoeveel mensen zijn er die het hoofd net (niet) boven water kunnen houden? Hoeveel gaan het er worden dankzij onze nog steeds neo-liberale politiek? Hoeveel mensen zonder inkomen worden er met de uitkeringen niet bereikt?
”Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en daarom moet de overheid garant staan voor goede sociale voorzieningen”, zeg jij. Wij zeggen: “Sterker nog: Iedereen heeft het geboorterecht op zijn deel van wat de aarde ons schenkt en van wat er door onze voorouders aan welvaart is voortgebracht.” Laten we dat onderbrengen in een basisinkomen of burgerloon hoe je het ook wilt noemen, als we het maar onvoorwaardelijk aan elkaar geven, zodat iedereen een financieel fundament heeft waar hij of zij steeds weer verder op voort kan bouwen.
“Het geld is er” – zeg je samen met ons – “althans als we wat slimmer belasten”. “ Vermogensbelasting!” Daarover zijn we het eens. De mensen die het nodig hebben door de speciale omstandigheden waarin zij verkeren geven we extra, zodat ze niet dieper in de armoede wegzinken. En daarnaast willen we een geheel nieuw belastingstelsel. Belast de belasting van de aarde, want daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Belast het verbruik, de vervuiling, de CO2-uitstoot. Het moet anders, en het kan anders. Als we maar willen.
Met hartelijke groet,
Ad Planken
Basisinkomen actueel sinds 29 september 2014, week 40
[1] http://basisinkomen.eu/, 60 % van het zogenaamde nationale mediaan netto-equivalent inkomen
[2] http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2014/september/rekenmodellen.html