Het Basisinkomen: een weldaad voor de samenleving

joop-bohmBIG en OBI

Er bestaan ten minste 2 hoofdsoorten basisinkomen: De een is:  het  BIG (Basisinkomen Gegarandeerd door de overheid), de ander het OBI (Onvoorwaardelijk Basisinkomen voor Iedereen), door Partij 50plus “Sociaal budget” genoemd. In mijn opinie is het OBI duidelijk favoriet.

Ondanks het woord “Onvoorwaardelijk” moet het OBI voldoen aan ten minste 3 voorwaarden:

  1. Het is onafhankelijk (misschien was dat een juister woord geweest in de aanduiding dan onvoorwaardelijk) van het al dan niet verrichten van arbeid en van andere persoonlijke omstandigheden en wordt zondermeer uitgekeerd aan alle burgers. Het bedrag is in principe voor iedereen gelijk.
  2. De hoogte van het bedrag ligt boven het bestaansminimum.
  3. Invoering ervan kan het huidige sociale stelsel van uitkeringen en toelagen vervangen.

Hoogte Basisinkomen

De hoogte van het bedrag moet toereikend zijn om een menswaardig bestaan van te kunnen leiden, zoals dat wordt omschreven in de Universele verklaring van de rechten van de mens (art.25, lid 1). In het Europees Burgerinitiatief voor een Onvoorwaardelijk Basisinkomen voor Iedereen is sprake een basisinkomen: “Universal, individual, unconditional, high enough to ensure an existence in dignity and participation in society”. Naar EU-normen komt dat neer op 60% van het modaal inkomen, of In geld uitgedrukt: rond € 1.200 euro netto per maand. Voor kinderen (personen jonger dan 18 jaar) kan worden volstaan met een bedrag van rond € 100 (i.p.v. de kindertoelage), omdat hun kosten nog vrijwel geheel voor rekening van de ouders komen.

Koopkracht

In het algemeen zal men er ten opzichte van de oude situatie in koopkracht flink op vooruit gaan, Men ontvangt immers boven het verdiende loon een basisinkomen. Tweeverdieners ontvangen zelfs ieder een basisinkomen. Dat moet ruimschoots voldoende zijn om achteruitgang in netto arbeidsloon te compenseren. In de spaarzame gevallen dat men er toch in inkomen op achteruit zou gaan kan een overgangsregeling worden gehanteerd met een tijdelijke voorziening die de achteruitgang in inkomen moet repareren.

Besparingen door vereenvoudiging

Invoering van het OBI bespaart door het vereenvoudigde systeem vele miljarden euro’s. Het opent bovendien de mogelijkheid een vlaktaks (bijvoorbeeld 40%) in te voeren bij de heffing van inkomstenbelasting. Dat geeft bovendien (veel eerlijker!) voor iedereen een gelijk percentage belastingvoordeel bij aftrekbare kosten. Om enige progressie in de heffing aan te brengen  kan dan bijvoorbeeld een extra belasting op hoge inkomens (ik denk aan 30% vlaktaks van het inkomen uit arbeid boven € 50.000/jaar) worden ingevoerd.

Eerlijker belasting voor arm en rijk

Het OBI brengt op deze wijze structuur in het stelsel van belastingheffing. Van het OBI betaalt arm en rijk evenveel aan gemeentebelastingen, omzetbelasting (btw), accijnzen, motorrijtuigenbelasting (met provinciale opcenten), kosten van energie (incl. energiebelasting en m.i.v. 1-1-2013 de extra energieheffing) , openbaar vervoer, drinkwater (incl. waterbelasting) , waterschapsbelastingen, basis zorgverzekering (m.i.v. 1-1-2013 eigen risico van € 220 naar € 350!), assurantiebelasting (m.i.v. 2013 van 9,7 naar 21%!), overdrachtsbelasting, parkeergelden, verkeersboetes, e.d. Bij hantering van een vlaktaks voor de IB betaalt arm en rijk ook daarbij hetzelfde percentage aan de overheid. De extra belasting doet het percentage voor de hogere inkomens relatief stijgen. Omdat – zo is  uit onderzoek gebleken – inkomensstijging boven de grens van € 60.000 geen extra welzijn toevoegt, lijkt me deze extra belasting zeer wel te verdedigen.

Invoering duldt geen uitstel

Mensen met lagere inkomens worden al vele jaren zwaarder belast dan degenen die wel van de welvaart hebben geprofiteerd. Hun recht op een menswaardig bestaan laat niet toe dat hun welzijn verder wordt aangetast. Het feit dat het OBI voor zowel linkse als rechtse politieke partijen veel aantrekkelijks heeft kan wellicht – mede gezien de precaire financiële situatie waarin ons land zich bevindt – ervoor zorgen dat dit keer op politiek niveau wordt samengewerkt om een oplossing te vinden, in plaats van elkaar te bestrijden om de gunst van de kiezer. Per slot van rekening hebben alle politieke partijen (naar ik hoop) het welzijn van de burger op het oog. Het effect van de toenemende koopkracht is naar mijn mening dan ook van doorslaggevend belang. Het berekenen van de effecten van het OBI vereist een gedegen onderzoek door een gespecialiseerd bureau als het CPB. Het aangeven van de dekking is verder een zaak van de politiek.

Waarom het OBI invoeren?

Er wordt wel beweerd dat het OBI geen sociaal paradijs zal brengen. Dat staat nog te bezien. Het huidige stelsel is dat zeker niet. De afbraak ervan is – voor wie de berichten in media volgt – duidelijk voelbaar. Onlustgevoelens steken steeds vaker de kop op. Ze worden onder meer veroorzaakt door het huidige inefficiënte en bureaucratische sociale stelsel en de teleurstelling over de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk. Het OBI is de optimale remedie om deze twee oorzaken te bestrijden. Enkele andere redenen waarom een OBI zou moeten worden ingevoerd zijn:

  1. Om de vele miljarden euro’s uit te sparen die jaarlijks opgaan aan de uitvoering van het huidige ondoelmatige en fraudegevoelige sociale stelsel;
  2. Om deze miljarden via het simpele en eerlijke OBI systeem rechtstreeks uit te betalen aan de consument ter voorkoming van armoede, voor een eerlijker verdeling van de welvaart  en ter verbetering van de koopkracht. De toegenomen koopkracht zal de vraag naar producten doen  toenemen, hetgeen  stimulerend werkt  op  het bedrijfsleven. Het aantrekken van de woningmarkt tenslotte zal  het einde van de economische recessie inluiden;
  3. Om armoede uit te bannen;
  4. Om de criminaliteit die ontstaat door geldgebrek terug te dringen;
  5. Om versimpeling van het belastingstelsel en de besparing als gevolg daarvan te realiseren;
  6. Om een vrijere arbeidsmarkt mogelijk te maken en een oplossing te bieden voor de problemen die zijn ontstaan door het vrije werkverkeer tussen de EU-landen;
  7. Om arbeiders  een  financiële basis te geven bij ontslag;
  8. Om ondernemers een financiële basis te geven bij faillissement ;
  9. Om partners een financiële basis te geven bij scheiding;
  10. Om ouders meer tijd te gunnen voor een adequate opvoeding van hun kinderen;
  11. Om ervoor te zorgen dat studenten zelf hun studie kunnen financieren;
  12. Om het mensen mogelijk te maken aan hun financiële verplichtingen te voldoen. Misschien kunnen zelfs bepaalde – voor iedereen geldende – kosten automatisch door de belastingdienst op het OBI worden ingehouden (OV-jaarkaart, basiszorgpremie, kosten elektriciteitsnet,  premie WA-verzekering, energieheffing, basis uitvaartkosten, e.d.;
  13. Om de kosten van gevangenschap en reclassering te reduceren (gevangene kan met basisinkomen meebetalen aan kost en inwoning en heeft na vrijlating weer de beschikking over een eigen (basis)inkomen.

Deze opsomming is zeker niet limitatief. Hoe langer je erover nadenkt, hoe meer redenen je vindt.

Is het OBI betaalbaar?

Ik zeg ja! Professor Guy Standing zegt het aldus: “Dat staten zich geen basisinkomen kunnen veroorloven is onzin. Het ligt er alleen maar aan waar je je prioriteiten legt.” Mijn moeder zou gezegd hebben: “Waar een wil is is een weg!” Trouwens: een groot gedeelte van het OBI vloeit in de vorm van belastingen en heffingen direct weer terug naar de overheid. Overigens zijn er talloze mogelijkheden om aan geld te komen.  Om er een paar te noemen:

  1. Een nog stringentere onteigening van criminelen dan nu al gebeurt;
  2. Extreem hoge vermogens belasten;
  3. Belasten van financiële transacties (Tobintaks); Jan Marijnissen noemde het eind jaren 90 “een ideaal middel om 3 vliegen in één klap te slaan: We halen het geld waar het zit, we zetten de rem op het speculeren en we zorgen ervoor dat de overheid meer financiële middelen heeft voor goede collectieve voorzieningen en een rechtvaardig stelsel van sociale zekerheid.”

Die uitspraak lijkt na al die jaren nog niets aan actualiteit te hebben ingeboet.

Een andere mogelijkheid is de elementaire kosten van levensonderhoud omlaag te brengen, waardoor het OBI navenant lager kan worden vastgesteld.

Tenslotte is er nog de interessante oplossing die de stichting Prohef aandraagt: “Schaf loonbelasting en sociale premies af en vervang die belastinginkomsten door een productieheffing: prohef”. Men ziet goede mogelijkheden om hun aanpak te combineren met het basisinkomen.

Er is haast geboden

De maatschappij verandert snel en de noodzaak tot vernieuwing blijkt duidelijk uit de berichtgeving in de media. Het is zaak dat een OBI zo spoedig mogelijk wordt ingevoerd. Als gekozen wordt voor een simpel systeem zou dit (mits terdege voorbereid) m.i. al in 2015 (geheel of gedeeltelijk) kunnen starten, Indien gedeeltelijk: bijvoorbeeld eerst alleen voor 65plussers, zodat die een val in het “AOW-gat” bespaard blijft en samenwonen met iemand weer mogelijk wordt zonder dat men bang behoeft te zijn voor repercussies. Bovendien kunnen deze ouderen dan worden gecompenseerd voor de onfatsoenlijke inkomenskortingen waarmee ze zijn opgezadeld. Ook zij hebben immers recht op een menswaardig bestaan!

Amersfoort, 18-08-2013

Joop Böhm.