Tegenstanders van het basisinkomen weten van wanten

Een idee verhit de gemoederen. Drogisterij-oprichter en miljardair Götz Werner vecht al jaren voor een nationaal basisinkomen: 1000 Euro per maand zou iedere burger moeten  krijgen – ongeacht de maatschappelijke behoefte. Een door hem gefinancierd onderzoek zorgt bij de aanhangers voor vreugde. Sommige economen hebben hun bedenkingen.

Een omstreden studie van de Linze economen Friedrich Schneider over het effect van een ‘onvoorwaardelijk basisinkomen’ is door de bepleiters van het idee met enthousiasme ontvangen, maar heeft geleid tot scherpe kritiek van andere economen. Schneider, een expert bekend met schaduweconomieën, heeft zich in de studie aan de kant van voorstanders van een overheidsgefinancierd basisinkomen geschaard. Dit zou alle andere uitkeringen moeten vervangen, maar zou niet aan voorwaarden en de wil om te werken gekoppeld zijn. De studie werd in opdracht van en gefinancierd doorde drogisterij-oprichter en miljardair Götz Werner. Deze vraagt om een nationaal basisinkomen van 1000 Euro voor iedere burger ongeacht de maatschappelijke behoefte.

Na het onderzoek van meer dan 2000 burgers zijn burgers over het idee van een basisinkomen – zonder de hoogte kenbaar te maken – ‘licht positief’, aldus in de studie van Schneider. De nationale betaling zou financiële onafhankelijkheid en rechtvaardigheid brengen, zijn de redenen voor de goedkeuring, die Schneiders ‘Vereniging voor Toegepast Economisch Onderzoek vastgesteld heeft. Op maandag 8 november 2010  zal een door bijna 53.000 burgers ondertekende petitie in de Bondsdag Commissie Verzoekschriften worden besproken. Deze vraagt zelfs om 1500 Euro nationale betalingsgarantie voor iedere volwassenen en 1000 Euro voor elk kind. Een deel van de Linkse Partij en enkele politici van de Groenen steunen het idee van het basisinkomen, de coalitie zoals de SPD zijn tegen. Linkse groepen hebben in het weekend verschillende evenementen in Berlijn en een festival ter gelegenheid van de petitie georganiseerd.

Onderzoek: er zou zelfs meer gewerkt worden.

Critici over het basisinkomen waarschuwen ervoor, dat een buitensporig overheidstekort de arbeidsgroei verzwakt. Volgens de enqûete gelooft 45 procent van de respondenten, dat mensen minder zouden werken; slechts 31 procent gelooft, dat ze dezelfde hoeveelheid zouden werken. Op dit gevoelige punt grijpt het onderzoek van Schneider in. De Econoom uit Linz spreekt deze gedachte tegen: De zorg dat ‘een onvoorwaardelijk basisinkomen de Duitsers tot niets doen verleid, is totaal ongegrond.” Integendeel, zou volgens de peilingsgetallen zelfs worden verwacht, dat er meer gewerkt zal worden. Echter, een nauwkeurigere blik op de studie, laat onder werklozen een heel ander beeld zien: zelfstandigen verklaarden, dat ze met een overheids betaald basisinkomen 4,6 uur per week minder zouden werken, en afhankelijke deelnemers hun arbeidsweek met 4,2 uur zouden beperken. Vooral van ongeschoolde arbeiders zou 33 procent hun werk ‘verminderen of volledig inruilen”. Het gemiddelde voor alle beroepsgroepen 18 procent, onder ambachtslieden, wetenschappers en kunstenaars 14 procent, die minder of helemaal niet meer zou werken.

Terwijl de voorstanders van de studie, alleen maar wind in de rug beloven, reageerden de economen met gefronste wenkbrouwen. Hilmar Schneider, directeur voor arbeidsbeleid op het Instituut voor de Studie van Arbeid in Bonn, uitte zich kritisch over de methode van zijn collega’s uit Linz, die in de enquête noch over de hoogte van het overheidsgeld noch over de financiering enige berekeningen maakt. “Een basisinkomen van 1000 Euro voor iedereen, zoals Götz Werner suggereert, zou de publieke kosten astronomisch laten stijgen”, waarschuwde hij. “Iedereen die zulke claims maakt, bedoelt eigenlijk, dat geld als water uit de kraan komt.” De econoom Alfred Boss van het Instituut voor Wereldeconomie in Kiel, sprak van een drie-cijferig miljarden bedrag, de kosten van zulke voorstellen. “Het onderzoek van Schneider is helaas voor het probleem volstrekt nutteloos en enigszins bizar”, bekritiseert Boss.

Ook de econoom Thomas Straubhaar, eigenlijk een voorstander van een laag ingezet basisinkomen, bekritiseert Götz Werner in de in opdracht gegeven enquête. “Dit onderzoek is zeer kwetsbaar. Men verkocht een kat in de zak, terwijl er helemaal niets duidelijk werd, hoe het basisinkomen eruit ziet en hoe het gefinancierd zou moeten worden”, zei Straubhaar, voorzitter van het Hamburgse Instituut voor Inernationale Economie. De uitspraak van Friedrich Schneiders, waarbij een door de overheid betaald onvoorwaardelijk basisinkomen tot meer arbeidsinzet zou leiden, betwijfelde Straubhaar. “Als je goed kijkt naar het ondezoek, komt men tot de tegengestelde conclusie.” Over het algemeen maakt de studie hen ‘sprakeloos”.

Het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen is gebaseerd op “twee fundamentele fouten”, zei Clemens Fuest, voorzitter van de Wetenschappelijke Adviesraad van het ministerie van Financiën. De eerste fout is dat er niet genoeg werk is. Het tegendeel is waar. “Op dit moment, blijft veel werk onvervuld, vooral in de dienstensector”, zei Fuest. De tweede fout is dat mensen , die een basisinkomen hebben, creatief beginnen te worden en te werken, zonder daartoe economisch gedwongen te zijn. “Maar er zijn vele banen, die stressvol en onaangenaam zijn, maar toch moeten worden gedaan”, legt Fuest uit. Schneiders onderzoek laat precies  zien, dat zeer laag betaald werk, eenvoudig niet meer gedaan zou worden.

Auteur: Philip Plickert 08 november 2010
Originele bron: http://www.faz.net/-01jq25

Vertaling: @basisinkomen