Socialisme is een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen is een manier om deze drie-eenheid op een minimaal niveau te bewerkstelligen. Afgezien van de manier waarom de maatschappij verder ingericht wordt. Verder lezen
Geschiedenis
Basisinkomen: Minimale overheidsinmenging als wezenskenmerk (puur liberaal)
Een wezenskenmerk van het huidige liberalisme is: het beperken van de inmenging van de overheid.
De Invoering van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen is invoering van de de kleinst mogelijke overheidsinmenging voor de Moderne Liberaal. Verder lezen
Basisinkomen: Wat jij een ander gunt, gun je jezelf ook!
Een Onvoorwaardeijk Basisinkomen is voor iedereen. De volgens bepaalde geloven zou iedereen eigenlijk al een basisinkomen kunnen hebben. Hieronder een opsomming van teksten uit diverse richtingen die een steun in de rug zouden kunnen zijn voor mensen die nog even over de drempel van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen zouden moeten stappen: Verder lezen
Basisinkomen is kwestie van helder evenwicht tussen geven en nemen (1995)
Hoe staat het met het basisinkomen? (2007)
Het was GroenLinks (met name het PPR-smaldeel) dat eind jaren ’90 het idee van een basisinkomen vertaalde in een politiek voorstel: het voet-inkomen. Dit betrof echter zo’n gering geldbedrag dat al gauw gezegd werd: op één voet kun je niet lopen. Daarna zweeg de Nederlandse politiek over het basisinkomen
Leden D66 voelen voor basisinkomen voor allen (1995)
Binnen D66 bestond in 1995 veel enthousiasme voor het idee van een basisinkomen voor iedereen. Dat bleek op het toen gehouden partijcongres in Arnhem, waar de democraten hun hoofdbestuur opdracht gaven een discussiestuk te maken, op basis waarvan het congres volgend jaar een definitieve uitspraak kan doen.
Arbeid, vrijheid, basisinkomen (1997)
Het denkbeeld van een basisinkomen is voor het eerst in 1793 geopperd (1995)
Het denkbeeld van een basisinkomen is, voor zover mij bekend, voor het eerst in 1793 geopperd en wel door Condorcet, de sympathiekste denker van de Verlichting. Het idee werd in 1796 uitgewerkt door zijn Engelse vriend Thomas Paine, een man die zowel bij de Amerikaanse onafhankelijkheid (1776) als bij de Franse revolutie (1789) betrokken is geweest.
Dat is lang geleden. Rond de eerste wereldoorlog heeft de filosoof Bertrand Russell het idee nieuw leven in proberen te blazen, maar de man die het op de agenda van de moderne, westerse wereld heeft gezet, is Robert Theobald, in het boekje “Free men and free markets” (1963, 1965). Aan J.P. Kuiper komt de eer toe, datzelfde voor Nederland te hebben gedaan (1976).
Van die agenda is het basisinkomen vervolgens nooit meer verdwenen. Hoeveel tegenstand er ook is, telkens komt het idee weer naar voren. Het basisinkomen is wel eens vergeleken met een ondergrondse veenbrand, die dan hier, dan daar uitbreekt. Interessant is vooral, dat het basisinkomen zich heeft ontwikkeld van een utopisch idee tot een serieuze beleidsoptie. In Nederland hebben al twee ministers (Wijers en Zalm) zich er openlijk voor uitgesproken. Verder lezen